Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzamelde gedichten (1993)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzamelde gedichten
Afbeelding van Verzamelde gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Verzamelde gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.25 MB)

Scans (832.95 MB)

ebook (4.39 MB)

XML (2.12 MB)

tekstbestand






Editeurs

W.R.H. Koops

Dick Leutscher

Jan van der Vegt

Willem Wilmink



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzamelde gedichten

(1993)–Hendrik de Vries–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
bron

Hendrik de Vries, Verzamelde gedichten (eds. W.R.H. Koops, Dick Leutscher, Jan van der Vegt en Willem Wilmink). Bert Bakker, Amsterdam 1993

codering

DBNL-TEI 1

Wijze van coderen: standaard

dbnl-nr vrie024verz01_01
logboek

- 2021-02-24 CvP colofon toegevoegd

- 2023-01-18 CvP bestand aangepast aan richtlijnen januari 2023

verantwoording

gebruikt exemplaar

exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 2072636

 

algemene opmerkingen

Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Verzamelde gedichten van Hendrik de Vries, in een editie van W.R.H. Koops, Dick Leutscher, Jan van der Vegt en Willem Wilmink uit 1993.

 

redactionele ingrepen

Door het hele werk zijn koppen tussen vierkante haken toegevoegd.

 

Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (2, 6, 22, 48, 50, 76, 78, 104, 106, 122, 159, 180, 182, 366, 379, 390, 392, 397, 398, 408, 419, 420, 435, 436, 448, 460, 481, 482, 488, 490, 492, 573, 616, 618, 622, 656, 658, 862, 864, 868, 892, 911, 954, 956, 1002, 1004, 1008, 1010, 1012, 1017, 1111, 1116, 1120, 1122, 1170, 1172, 1178, 1220, 1242, 1244, 1246, 1368, 1731, 1754, 1860, 1926, 1952) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.


[pagina 1]

Verzamelde gedichten


[pagina 3]

Hendrik de Vries

Verzamelde gedichten

1993

Uitgeverij Bert Bakker

Amsterdam


[pagina 4]

Samenstelling en tekstbezorging:

Wim Koops, Dick Leutscher, Jan van der Vegt en Willem Wilmink

Eindredactie: Jan van der Vegt


[pagina 1925]

Inhoud


[pagina 1927]


* het gat in mars en het milagrat (1917)
i De zon Bellatrix 7
ii De voorspelling 11
iii De aarde in waanzinsangst 12
iv Het gat in de dwaal-ster 14
v Zijn ontbranding 16
1e Lofzang 19
2e Lofzang 20
 
* de nacht (1920)
Oorlogs-tarantella 23
Koorts 25
De twintigjarige 26
Zalgim 27
Verloren 29
Nachtlied 30
Vervallen woning 32
Verdwaald 33
Orkaan 34
Mijn broer 35
Droomspel 36
Verlossing 37
De zwever 38
Dank 39
De voortijd 40
Leven op een vreemde ster 41
Ramp 42
De verdwenenen 43
Verstoteling 44
Binnenruimte 45
Nachtpaleis 46
Wandeling 47
 
* vlamrood (1922)
Stormdans 51
Wervelwind 53

 


[pagina 1928]


Onweer 54
Vergelding 58
Laatste blik 60
Morgenschemer 62
Verkeersknoop 63
Zonsopgang 64
Zwarte zij 65
Angst 67
Bedwelming 68
De robijnen vlammen 69
Middag 70
Paula 71
De zee 72
Vliegtocht 73
Tuin 75
 
* lofzangen (1923)
De machtige 79
De toekomst 80
Uit Hem 84
Openbaring 85
Het heiligdom 86
Het weten 87
Verering 88
Gods arbeid 90
Aanbidding 91
Vreugde 92
Juichzang 93
Het licht 94
Stem der stilte 100
De sterren 102
 
* silenen (1928)
Silenen 107
Nocturne i 108
Nocturne ii 109

 


[pagina 1929]


Montserrat 110
Nocturne iii 111
Nocturne iv 112
De gevechtsvlieger 113
Kwelling 114
Verdronken 115
Weerzien 116
De geboorteplaats 117
Nocturne v 118
Nocturne vi 119
Idool 120
 
* spaanse volksliederen (1931) I23
 
* stormfakkels (1932)
 
roffels en aantoetsingen
Heksenliederen:
Mijn muziek is een oorlogsram. 145
Ik moest het geloven: 146
Crucifix 147
Goyesca 148
Landschap 150
Tarantella 151
Nocturne 152
Bosdroom 153
De torens der stilte 154
Barcelona 155
Fabriek 156
Voorspook 157
apotheosen
Drie vrouwen 161
Stormlied 164
Lucia 165
De bruid 168
Kerkhof Ohlsdorf 169
Het offer 170

 


[pagina 1930]


De levenskracht 173
sterrenwerelden
Tweekleurig verlichte wildernis 175
Hitte 176
Noodweer 177
Snelle groei 178
Nacht 179
 
* coplas (1935) 181
 
* geïmproviseerd bouquet (1937)
spaanse coplas 368
reprises
i Andante religioso 381
ii Dolendo 382
iii Tremolo martellando 384
iv Sordo 385
v Adagio 386
vi Perzische arabesken 387
vii Allegro furioso 388
 
* nergal (1937)
Nergal. Hymnen
i Stilte: - krijgsmars der zonnenzwerm 393
ii Gewelf der leegte, schril met vuur beschilderd! 394
iii Ontbloeide wereldstelsels blaken, 395
iv O Storm, die de dampkring met grauwheid bemantelt 396
 
Drie vrouwen 399
Het offer 402
Idool 405
 
Heksenliederen:
i Mijn muziek is een oorlogsram. 409
ii Ik moest het geloven: 410

 


[pagina 1931]


Crucifix 411
Goyesca 412
Bosdroom 414
De torens der stilte 415
Barcelona 416
Fabriek 417
Danseres 418
 
Zalgim 421
Koorts 423
De gevechtsvlieger 424
Orkaan 425
De twintigjarige 426
Verloren 427
Vervallen woning 428
Binnenruimte 429
Nachtlied 430
Mijn broer 432
Droomballade 433
Ramp 434
 
Stormdans 437
Wervelwind 439
Onweer 440
Laatste blik 444
Paula 446
Tuin 447
 
Nocturnes
i Kelken, in schemer verdoken, 449
ii Weerloos bloot onder 't fladderend kant, 450
iii Ik zag hem. Zijn gezicht was grauw beschreid. 451
iv Met haar woorden, mooi als 't kwelen 452
v Hier zal ik, traag en loom, de dag zien dalen, 453
vi Na mijn reis was 't huis verlaten, 454
vii Wat schikt ze nu naar 't leeg fornuis, 455

 


[pagina 1932]


viii Wanneer ik zoek met een licht 456
ix Wee dat ik, wachtend voor uw deur, 457
Weerzien 458
Verdronken 459
 
Tarantella's
I De muziek waar 't gesternte op zweeft 461
II Door de duisternis 462
iii Vol gespartel van schaduwgedrangen. 463
De heksentuin
I Hier nevelt, bij nachtkoelte of zongeschroei, 464
II Voor 't eerst in 't beweegloze toverwoud 465
iii Ik wandel door dichte hoven 466
iv Bezweringen moet ik zingen, 467
Lucia 468
De bruid 471
Vereenzaamd 472
De bedrogene 474
Kerkhof Ohlsdorf 475
Montserrat 476
Cordoba 477
Het rusthuis 478
De geboorteplaats 479
De blinden 480
 
Sterrenwerelden
I Gebroken pluimplantknoesten. - IJzerzanden roesten. 483
ii Steelwaaiers boven asmoerassen. Geelgeharte 484
iii Geseltangen, die ten hemel zwiepten, 485
iv Een monstermaan, langs pluismoerassen glorend, 486
v Puinsikkels krakten door elkander op de vlakten. 487
 
Winterdroom 489

 


[pagina 1933]


* atlantische balladen (1937)
i Aan des konings rustbed kwam de zeegeest, 493
ii Langs de bergkaap die de naam heeft 494
iii Na een donderknal was 't raamluik 496
iv Onze vloot, bevracht als nimmer, 497
v Deze stad van roem en grootheid 498
vi Gij zijt wis een ingewijde, 499
vii - ‘Jager, die hier tussen muurstrakke steilten in ruisende kloven uw boog spant - 500
viii - ‘Vloek op ons, en gans Atlantis, 502
ix Stijg uit walm van oerdoem 504
x Toen de Germen boven diepverzwolgen gronden 507
xi Achter onheilsklippen 508
xii Veilig, met een rots tot schutsel, 509
xiii Toen de wijze koning Trohep 512
xiv In mijn vroegste jaren was ik 516
xv - ‘'k Zal met wellust u vertrappen, 517
xvi Sluimer kwam over mij. 518
xvii Berg-ten-hemel, boven brand van vloten 519
xviii Met versmalde en heengesmolten hoornen 520
xix ‘Blanke demon met het goudrood haar, 522
xx Wie kan zulk een burcht begeren? 525
xxi Liggen uw volken verslonden, 526
xxii Waar 't stormhout met wrakhout speelde 527
xxiii Gij wreevlen en slaafsgedweeën, 528
 
* romantische rapsodie (1939)
duits
Erlkoning (naar Goethe) 531
Mignon (naar Goethe) 533
De koning in Thule (naar Goethe) 534
Toggenburg (naar Schiller) 535
De getroffenen (naar Schüler) 538
engels
Bij de Noordzee (naar Swinburne) 541
Een verwaarloosde tuin (naar Swinburne) 546

 


[pagina 1934]


Indische serenade (naar Shelley) 549
Dood (naar Shelley) 551
Hymne aan de geestelijke schoonheid (naar Shelley) 552
De zang der beminde (naar Shelley) 556
Lenoor (naar Poe) 557
Aan Zante (naar Poe) 559
Alleen (naar Poe) 560
De stad in zee (naar Poe) 561
De slaapster (naar Poe) 563
Annabel Lee (naar Poe) 565
De Worm Veroveraar (naar Poe) 567
Het betoverd paleis (naar Poe) 569
De vallei der onrust (naar Poe) 571
frans
Exotisch parfum (naar Baudelaire) 575
spaans
De zanger (naar Darío) 577
De bruid van de pauw (naar Darío) 579
Liederen (naar Becquer)  
  i Zuchten zijn lucht, verliezen zich in lucht, 581
  ii Wel denk ik dat met rijker, dichter loten 582
  iii Ze kwamen, sloten 583
Lied (naar Campoamor) 587
De verbijsterde (naar Campoamor) 588
De ruiter (naar Antonio Machado) 590
De piraat (naar Espronceda) 591
De beul (naar Espronceda) 594
Aan Spanje (naar Espronceda) 598
Lijkzang (naar Espronceda) 599
Zwerftocht (naar Espronceda)  
  i Langs dompe straten 600
  ii Andere stegen, andere markten, 601
  iii Aan fakkels van een rouwstoet, kwijnt loodkleurig 602
Schoon als een gloor... (naar Espronceda) 603
Hoe droef is 't heengaan... (naar Espronceda) 604

 


[pagina 1935]


Verlokking (naar Espronceda) 605
In het Baskenland (naar Fortún) 606
Allegorie (naar Pérez Ayala) 607
Castilië (naar Unamuno) 608
Hymne (naar Unamuno) 609
Soledád Montóya (naar Lorca) 612
Atmosfeer (naar Juan Ramón Jiménez) 614
 
* walhalla (1942)
Walhalla 619
 
* capricho's en rijmkritieken (1946)
capricho's
i Buurvrouw kwam thuis en de knecht was daar. 625
ii 's Morgens vroeg toen ik op was gestaan, 626
iii De klok sloeg twaalf hoog boven 't plein 627
iv Het kleine meisje had groot verdriet: 628
v De vrouw zei: 't kind was gestolen 629
vi Ik ben daar wel thuisgekomen 630
vii Daar is dat oppakkershuis, o wee. 631
viii Clotilda, de koningsdochter, 632
ix De weg draait af. - Op 't kerkhof komend, 634
x Ik ben de kleine zigeunerprinses. 635
rijmkritieken
Nagekomen opdrachten te plakken in E. du Perron's ‘Uren met Dirk Coster’ 637
Op Menno ter Braak's overigens welkome brochure ‘Het nationaal-socialisme als rancuneleer’ 641
Op J.W.F. Werumeus Buning's ‘Voor twee stuiver anjelieren’ 643
Op Slauerhoff's bundel ‘Een eerlijk zeemansgraf’ 644
Op A. Roland Holst's ‘Een winter aan zee’ 645
Op Menno ter Braak's ‘Demasqué der schoonheid’ 646
Vermaningen en bemoedigingen aan Gerard den Brabander, bij zijn ‘Gebroken lier’ 647
Op Albert Helman's ‘Mexico zingt’ 649

 


[pagina 1936]


Op A. Suidgeest's ‘De gouden stad’ 650
Op Dr. D.G. van der Vat's ‘Poetic Principle of Edgar Allan Poe’ 652
Op Jan H. Eekhout ‘Hafische strofen’ 653
‘Harmonica liederen’ 653
Op Alfred Rosenberg's ‘Mythus des zwanzigsten Jahrhunderts’ 654
 
* tovertuin (1946)
Wereld en hemel - één helle dag. 659
Het weerlicht ver, maar ik hoor geen donder. 660
Op aarde wandelt een sterrenkind. 661
Daar was een vrouw, zo schoon als geen. 662
't Was de wind alleen, die mij kuste en streelde 664
Hoe wit is dit zilver, hoe rood het goud, 665
Haar man toog ten oorlog; veel eindloze nachten 668
Diep tussen wouden, vaak razend bewogen 671
‘We lopen toch naast elkaar in het gras. 674
‘Van de heksendans maak ik geen vertoning 677
Wijd gewoel en gewar, zaal achter zaal. 680
De weduwe zat op des keizers troon, 682
‘Vader, luister toch, vader: ik dorst nooit spreken, 683
Uitgewoed was de krijg. - Bloed en tranenstromen. 684
Hij leidde zijn zusje bij de hand 685
De storm en de stuifsneeuw, door barre nachten, 688
Het woud was duister, en 't stormde en vroor. 689
Ze reisde in een ruw onherbergzaam oord, 691
Ganzeliesje sliep op de barre hei. 694
Toen 't meisje vroeg: ‘Komt mijn liefste weer?’ 696
Ik droomde: ik werd wakker bij heldere zon 697
Ziek en moe naar mijn bedje gebracht, 698
Een schoorsteen in de verte rookt. 699
Lief en vriendelijk toch van zon en maan, 700
‘Moeder, zie wat een mooie fee.’ 701
Een villa, hoog tussen bomen, 702
Werd ik wakker? Of begonnen 704

 


[pagina 1937]


We waren alleen in huis. 706
Onder de bomen 707
Onder neerhangende takken 708
De vader stierf; toen de moeder. 709
Hier, waar 't jachtig leven sluimert, 710
Was ik een dwerg uit zulk drabbig water, 711
Ergens diep in een bos is een open plek. 712
Duizenden vrienden, trouwe bedienden, 713
Over 't veld klonk geroffel en geroep. 714
Ik hoorde de vogels verwonderd aan: 715
Vlinders en vogels, nooit moegestoeid - 716
Eén enkele nacht, en ik ben acht jaar. 718
Mocht ik maar vluchten, ver hier vandaan, 720
Hier gaat een verhaal; ik wou 't nooit geloven: - 721
Ik wil een bloem van die struik 722
Waarom loopt Cora heel vroeg 723
Bosgodjes, kleintjes, met hoorntjes als bokken aan 't stoten - 724
Een vogeltje zong een wonderlijk lied: 725
Mijn liefste is een page vol tedere schroom, 726
Die heester boven de steile berm 727
Liefste kom, bos en tuin gingen groenen, 728
‘Meisje, waar ben je zo lang gebleven?’ 730
Hij wist hoe 't meisje hem had bedrogen, 733
Mijn dochter weet wie ik ben. 735
Minnares, in uw stille woning 736
Gij storm, nimmer moe van dolen, 737
‘Verhaal ons nogmaals, o siersteen, 738
In 't zwart haar drie zwarte rozen, 740
Tussen donkere bossen school 742
Spelende heeft zij de oever gevonden, 743
Door de zomerlucht, bij mijn vlinderdans, 744
Hoe men ook staar in 't brandend blauw, 746
't Jongetje rustte op een weelderig bed. 747
‘Nu ik van jouw trouweloosheid weet 748
Zij scheen, zo juichend en jong, 749

 


[pagina 1938]


Gestort van de steile helling 750
Vaarwel. Nooit mocht ik aanschouwen 752
Rita's hoepel, met gezwiep, 753
Een pop met halfopen ogen 754
‘Vader, lijk ik op die vrouw?’ 755
Ik ontwaakte in een vreemde kamer, 756
Of ze elkaar zochten en schuwden, 757
Met een dreiging van onweer bevracht 758
Straks, wijl vuur- en bloedpaleizen 759
Haar klein, aanminnig lievlingsdier: - 760
Zomerstorm, droog als tocht uit een oven. 762
Ten hemel steigeren burchten, steden, 763
Slagen van reuzenhamers. 764
Zomer zengt en brandt op 't mulle zand. 766
Boven steppen vol ruigten en scheuren 767
Sterk, boven eigen kracht mijn ellende bedwingende, 769
Kille tocht woei door 't wachtend paleis. 771
Hiermee toonde ik mijn tovermacht: 777
Met een ziel waar de somberste wolken in stormen, 778
Wie bedelt om laafnis, of spijs en schut, 779
Gescheurde kleren, bloedige lokken, 780
Zwoel was de dag; 782
Eén der zeven prinsessen droeg een gewaad 784
Een vorstin, plichtgetrouw en liefdevol... 787
Vier zwarte zusters - wie wordt zijn bruid? 789
Ze lag, voor 't laatst in een zonnestreep. 790
Wee over 't gestolen koningskind: 791
Een schatrijke tuin, die niemand betreedt, 792
De stroom brult omlaag naar een schuimende kolk. 793
Zij, getweeën, de wildernis ingevlucht, 794
Oproer, hoog in de lucht; vage ruiterscharen 795
Waarom ik over de wereld zwerf? 796
De muziek, schone furie, heeft mij verkoren 797
Ja, nu dansen. Ik wil. En de danswijs komt: 798
De kralen zijn vals en 't juweel is vals. 799
Ik sliep, maar niet in een rozetuin. 800

 


[pagina 1939]


‘Ik weet geheimen die niemand weet. 801
Rijzende schaduwen dreigen alom. 802
Een zigeunervrouw met losgolvend haar 803
De bomen zijn hoog en de plas is diep, 805
‘Deze knaap zo blank, zo aanbiddelijk schoon, 807
‘Neen, moeder, zo laat ik mij nooit verkopen: 810
Profetes met het gluiprig en bars gelaat - 813
Onkruid woekert wellustig om steile randen. 814
Weg uit het gedaver van mensengedrangen 815
Helse galm, door de bochten der nauwe gang. 816
Buiten aarzelde vuurlicht: een bloedige dag. 817
‘Een ridder te paard voer door gang en zaal. 818
Om 't gedwee dienend kind zweefde een tovermacht. 819
De maan komt op na zonsondergang. 821
De koning en koningin, toen ze wisten 823
's Konings dochter is lieflijk en stil en schoon. 826
Met bedroefde muziek werd ze binnengeleid, 828
Geen sterveling die zijn schaduw ontrent 831
Elke nacht komt een goede fee, 835
Mijn duif, trouwe liefdebode, 837
Het spel met haar wagen verveelde haar dra, 838
't Was een woud zonder wegen of sporen, 839
Kind, geef mij mijn kroon weerom. 840
Bij mijn hut kwam de heer aller dwergen. 841
't Was een feestlijke lentedag 844
Peter de kabouter kon geen dag meer werken, 845
Wee, wee, dartle kruidenzoekster! 846
Roodgouden asterknop, hulpeloos wiegelend 848
Scheemrige vijver, beweegloos; 849
De slaap, een donkere vrouw, 850
De grijze mijmerde aan 't venster: 851
Ik droomde, aan een meer te dolen, 853
Nacht van geheimenis vol; 855
't Paleis waar wij zouden wonen, 857
Goede meester, ik staar in uw stolp van kristal: 859
Zij zat mijmerend neer; de dauw zweefde over 't gras. 860

 


[pagina 1940]


Ik, die niemand wou krenken 861
 
* tovertuin, 2e druk (1948)
Doodse stilte, na grazen en hoefgestamp. 865
 
* distels en aloë's van de iberische volkspoëzie (1951) 867
 
* gitaarfantasieën (1955)
idyllisch
't Was nacht en de maan scheen helder. 895
Vroeg, toen 't in de verte al dag was, 897
...Klein, dat hij naar buiten liep 904
Hij meende, in zijn eerste slaap, 907
De grootste is naar school; de tweede 908
De kleinste, in zijn kinderstoel. 909
reflectief
De vader, een stil geleerde, 913
Dat men heel dit bont gebied 916
Gitaar, zedig en bezeten. 917
Teedre gitaartoon: verhaal-zang, 918
Gewrongen zang, dreuncadans; 919
Nachtwereld, in sneeuw begraven, 920
Houri's, met brandgloed omspeeld, 921
Uit woeste vliegdroom verzonken 923
Zij miste 't eerbiedig mompelen 924
Uw liefde, uw hartstochtsverlangen 925
‘Eindlijk, na missen en gissen, 926
Eer hij als rookwolk vervloog 927
Gevangene, zing verwoed 928
Wulps kind, voor geen streling koel, 929
Gitaarzang: lied van verwachting, 930
Echo's en schaduwen vormen 931
Kortstondig - als door de donder 932
Door wolken zijn toveroorden 933
Gestalten, duistre vertrouwden, 934

 


[pagina 1941]


Die droomwereld in te dringen! 935
Na 't schrikbewind van de beulen - 936
't Werd meer dan 't lot wou beloven: 937
balladesk
Veel beendren; zandrig delfsel. 939
Diep, naar uw huis, dicht-omloverd, 940
Na zijn misdaad kwam de slaap 941
Een windvlaag, naar binnen slaande 942
Nergens deur noch venster open, 944
Of mens en wereld een spel waar, 946
Verstolen, wellustig minnen, 947
Storm druist over verre zeeën, 950
Overal bergen van bloemen. 953
 
* groninger symfonie (1958) 955
 
* keur uit vroegere verzen 1916-1946 (1962)
Voorzegging 1005
Evocatie 1006
Groteske 1007
 
* amnestie voor de spaanse politieke gevangenen en bannelingen (1962)
Autobiografie (naar Marcos Ana) 1011
 
* iberia (1964) 1013
 
* diseño jondo (1966)
Retiro 1117
Vrijwillig in kil gevang 1118
Danswoedende tekenpen - 1119
 
* goyescos (1971)
De magische dichter, minnaar 1123
Rechtstreeks, de taal van 't gevoel. 1123
Soms onachtzaam heengesmeten 1123

 


[pagina 1942]


Dit werk, antiek-modern, 1124
Francisco's wereld. Verdwazend 1126
Kroonluchters. Een grootse zaal. 1127
Wie goed bemint gaat nooit haten? 1128
Zijn drift, snel bedarend, 1130
Steeds weer als wild opgejaagd, 1131
Verschijning die nog volhardt 1133
De wind snerpte en de sneeuw kwam zweven. 1134
De stiervechter slaapt, en buiten 1136
De hemel zwoel, onweerzwanger. 1137
Hoe kan ik die smachting delgen? 1140
Verloorne, wuft als de zeemaagd 1141
't Is in 't vroeg-warm welgezind 1142
De moeder, uit boze min, 1143
Ik doolde over doodse gronden, 1144
Moeder: een van zulke heren 1145
Nu, nu ik liefde ken, 1147
Nog voor zich al 't volk vergaarde 1148
Raaklings voorbij steeds de stier! 1149
Deze onversaagde bacchante! 1151
Dat vader terug mocht keren! 1152
Wegen in schaduw verzonken. 1154
't Kind ging 's nachts weer aan de dool, 1156
Zwevende zwermen schaamtloze gekken 1158
Een jonkman die zich liet wijden 1159
Trok één met Gods vaandel kloeker 1162
In dans met een demon, half beestmens, half hond, 1166
Een wemel van schrille vuurgrillige lijnen. 1167
Snelle groeisels die zich verhieven 1169
 
* goyescos, 2e druk (1986)
De moeder die eindlijk vrij 1173
't Wordt nacht. Rukwinden gieren 1174
Dolle tarántula! 1175
Verteert zichzelf de flambouw 1175
Hoog op de orkaanwolk te paard! 1176

 


[pagina 1943]


* cantos extraviados del español groninguense enrique de vries (1971) 1177
 
* impulsen (1978)
Preludiën
  i Natuur, macht van goed en kwaad, 1221
  ii Vreugde om 't eind, steeds meer nabij, 1222
  Hartstocht, ondoorgrondlijk diep, 1222
  Hecht geworteld in 't verleden. 1222
  Werkte ook de dichtvorm onfeilbaar, 1222
  iii Felle doordringende koude! 1223
  Danswoedende tekenpen! 1223
  Zwermt voort, woest-omlaaide zonnen! 1223
Credo   1224
Evocatie   1225
Hymne aan Sjiwa   1226
Dithyrambe   1227
Verblinde vervoering   1229
Stuntvluchten 20'er en 30'er jaren   1230
Grensgebied
  i Toen vergiftiging in 't bloed 1233
  ii Vrieskou, die moordzuchtig woei. 1234
Kleine balladesken
  i 't Kind, lang bestraft om kerk- of schoolverzuimen, 1235
  ii Dier, dat alleen mij wou kennen, 1236
  iii Waarheid, of gedroomd? Hoor 't verhaal der grijze 1237
  iv Ver van elk bewoond gehucht 1238
Een kluizenaar   1239
Nocturne   1240
 
* wringt zich 't werk door zorg en hinder... (1986)
Wringt zich 't werk door zorg en hinder, 1243

 


[pagina 1944]


* fragmenten uit een onvoltooide levensroman (1950-1953)
Voor vijftig jaren 1247
Begin van een levensroman 1252
Sangre torera 1259
España mistica y guerrera 1281
Zwervend en dromend in Spanje 1287
Shadow-peopled infancy 1317
Esperpentos 1331
De poort naar de wereld 1352
Epiloog van een levensroman 1365
 
* verspreide gedichten
Kind 1369
Lucia 1370
De kern.
De zon 1371
God 1372
De vernieuwing 1373
Lofzang 1374
Bewustwording 1375
Het wezen 1376
De chaos 1377
Sterrenwolken 1378
Monotheïstische liturgie
Gij waart, Gij zijt, Gij blijft 1379
Eén met U 1380
Gij zijt alles 1381
God leeft 1383
Onaardse levensvormen, Avond 1384
Voor de scheidsmuur 1385
Stadsgezichten
Afscheid 1386
Morgen 1388
Bevrijding 1389
De gevangene 1391

 


[pagina 1945]


Droom 1393
Hindenburg 1394
Naar de duisternis 1395
De schaatsrijder 1397
Herfstballade 1407
Droomballade 1410
Spaanse volksliederen 1411
Aan... 1412
Annabel Lee (naar Edgar A. Poe) 1413
Afreis der vliegtuigen 1415
Stuntvlucht 1418
Groene Gojem 1422
Coplas 1423
Religieuze liederen (hoofdzakelijk processieliederen) van het Spaanse volk 1427
Copla 1431
De rijmverdoezelaars 1432
Atlantische balladen
i Luister aan de kroes als ruishoorn: 1433
ii Vaardig dier, dat voor een koningsvrouw 1435
Romancen
iv Hij ging naar huis in 't najaar 1437
vi Zou iemand mij blij ontvangen 1438
vii Bos en weide vol woeste bloei; 1439
viii Als een oproer losgebroken 1440
De betoverde koningsdochter (naar het Spaans, anoniem) 1441
Tegen de liefde (naar het Spaans, anoniem) 1443
Uit: Zeven gedichten
vi Als een heilig wonder 1445
vii Rijzig staat ze in streng gewaad: 1446
Uit: Gedichten
ii Droom en slaap aan vaart en sluis, 1451
iii Lampdoorgroende ramen bestaren 't grachtenkroos. 1452
De magiër 1453
Loopings 1456

 


[pagina 1946]


Romancen (uit: een cyclus ‘Tovertuin’)
xiv Ik heb een poes die dol van mij houdt, 1458
xv Dat was het werk van een wervelwind: 1459
xvii Hoor hoe de koning, de wrede, 1460
Ozymandias (naar Shelley) 1461
Herinnering 1462
Romance (uit: een cyclus ‘Tovertuin’) 1464
Copla 1465
Liederen op Spaanse motieven
i Ik liep wat ik lopen kon 1466
ii Daar was een donker dicht woud, 1467
iii De rivier stroomt naar de zee, 1468
Gedichten
ii Aanhalig vleit langs mijn schreden 1469
iii Die bloedrode lichtvlek - misschien de maan. 1470
vi Espartosteppen, met kudden doorkruist, 1471
Herrezen Helikon 1474
Verzen van de Hoogvlakte (naar Antonio Machado)
i Hoe op de hoge ruimte ik u hervind, 1475
ii Waarom, o zeg mij, wil mijn hart steeds vluchten, 1476
iii De kolen vuurs der scheemring, doorgebroken 1477
Rijmkritiek op ‘Levensgedichten. Verzen die ieder begrijpt’ van Tineke Hofman-de Vries 1478
Rijmkritiek op ‘Schoolmeesterschap, paedagogische poëzie van Jan Boer’ 1483
Rijmbrief aan de danscriticus ad interim van 22 december 1488
Rijmantwoord op de brief d.d. 29-i2-' 47 van Hendrik de Vries, door Klaas Groen 1490
Hieronder krijgt, omdat 't zo hoort, / Hendrik de Vries het laatste woord 1492
Romance van de maan, de maan (naar Federico García Lorca) 1493
Bulgaarse volksballaden (naar Georg Rosen)
Groejo en zijn valk 1495
De levend-begravene 1497

 


[pagina 1947]


Cilly-symfonie in de Schouwburg 1499
Rijmkritiek 1501
Aan Hendrik de Vries, door Pieter Monti 1503
Hieronder volgt De Vries' reactie/En daarmee is het uit-Redactie 1504
20 jaar Friedel en 12½ jaar Gretel van Bruggen 1506
R. Scherpbier in 't Beerenhuis 1510
Aan de Mangelgangse schildersprenten/Wijdt De Vries vandaag zijn rijmtalenten 1512
Expositie in Mangelgang 1515
‘Rendez-vous met een Remington’ 1517
Zoude ik u minnen wijl Gij, hoog ten hogen, (naar het Spaans, anoniem) 1520
Middeleeuwse liederen van het Spaanse volk
Die bergen, moeder, 1521
De verliefde reiger ging heen, 1522
Ik was bij de populieren, moeder; 1523
Maan, gij, wier glans 1524
Bulgaarse balladen (naar Georg Rosen)
Het gebed van de slang 1525
De vloek der moeder 1526
Dimitar's ontvoering 1527
Daar klonk een stem vanaf de vluchtberg 1528
Suite in december 1529
Romance van het blanke meisje (naar een Spaans lied) 1531
Fabel van de kat en de merel 1533
Kroniek der poëzie 1534
Naschrift Pieter Monti 1535
Zeven coplas ter opluistering van een toernooi 1536
Pieter Monti schreef een betoog, 1538
Vorstin en schilderes 1539
Mathias Kemp's gedichten meer dan ‘vergulde stof’/‘Puur goud’, oordeelt een dichter, strikt metrisch in zijn lof 1541
Bertus Aafjes: ‘De lyrische schoolmeester’ 1548

 


[pagina 1948]


Aan hen die nimmer bukten: 1555
Hulde aan Edgar Allan Poe 1556
Judith (naar Lope de Vega) 1557
Ons Woeste Hoekje 1558
Rijmkroniek... ernstig te nemen! 1559
Bilderdijks demonie 1564
Op de sonnettenprijsvraag der Maatschappij voor Letterkunde 1566
De Iberische God (naar Antonio Machado) 1567
Rijmkroniek op een droogkomiek 1570
Geding over het ding
Gesloten boek, door Insider 1574
Doodgeboren rijmel-rel 1575
Twee poëziereeksen.
Serie ‘De Windroos’ xv-xxi 1576
‘Ultimatumreeks’ i en iii 1579
Berijmd commentaar door Hendrik de Vries 1580
Mijne Heren, door Bert Schierbeek 1586
Dat - volijvrige Bert Schierbeek! - 1587
In memoriam Henriëtte Roland Holst 1588
Balladen uit Atlantis
i Wie door storm en schuim de sulfer 1589
ii Wie mij lieflijk was verschenen, 1590
iii Duister, ondoordringbaar woud! - 1591
iv ‘Zwijgster, wier vereerders 1592
v Steeds nabije vreemdling die elks heengaan 1594
vi Trouw aan 't woord mijns priesters, rukte ik 1597
Sneeuwklokjes 1599
Snoezepoes 1600
Poes 1601
Mijn poppen 1602
Alles was overeind gezet 1603
Wat ik heb gevonden 1604
Ik zocht op zolder 1605
Uit Kastilië (naar Antonio Machado) 1606
Antwoord op antwoord (met replieken door A. Marja) 1609

 


[pagina 1949]


Omstreden Groningen (1227) 1616
Frolyck mit eeren (1580) 1619
Het berouw van Rennenberg 1621
Rembrandt 1624
Antwoord op eens Fransmans loftuiting jegens Hollandse waanpoëten 1625
Een kleine fabel 1627
Pan Tadeusz (naar Adam Mickiewicz) 1628
Hartstocht en berekening (naar Antonio Machado) 1642
Romance 1643
Scherzo 1645
Tegenspel 1646
Gevangen 1647
Impasse 1648
Streektaal, hem innig behorend! 1649
Nocturne 1650
Retraite 1651
Mijn leven (naar Marcos Ana) 1652
Trein in de nacht (naar Vidal de Nicolas) 1653
Centrale gevangenis (naar Marcos Ana) 1654
Samenhorigheid met Spanje (naar Marcos Ana) 1655
Koraal der harten (naar Marcos Ana) 1656
Ik roep u vanaf een muur (naar Marcos Ana) 1657
Herhaling (naar Marcos Ana) 1659
Zolang ik leef... 1660
Scheerlingbloemen 1661
Coplas van de Spaanse Groninger 1663
Aan de weinigen 1664
De zwanen weergekeerd 1665
Zoon van Augustus 1667
O gij wie heel 't bestaan één juichend lied 1668
Contra-provocaties 1669
Sotternie 1671
Willem Bilderdijk p.m. 1673
Schots en Spaans
Nocturno festivo 1679

 


[pagina 1950]


Uncanny Hielan'-fling 1680
Estival sombrío 1682
Twee Schotse verzen
Happy return 1684
Martial music 1685
The Battle of Bannockburn (1314) 1686
Twee grotesken
De slangenvoedster 1689
Duivelbanning 1691
Oudmodische romance 1692
‘Als ijzren kuiphoepel smeedt 1693
Wilt gij naar uw geboortegrond keren, 1694
 
* toelichtingen en naschriften door hendrik de vries
Bij de gebundelde gedichten 1696
Bij de fragmenten uit een onvoltooide levensroman 1732
Bij de verspreide gedichten 1738
 
* verdwaalde zangen van de groningse spanjaard hendrik de vries
(vertaald door Hub. Hermans & Ard Posthuma) 1753
 
* verantwoording en aantekeningen
Verantwoording 1794
Aantekeningen bij de afzonderlijk verschenen bundels 1802
Aantekeningen bij de fragmenten uit een onvoltooide levensroman 1836
Aantekeningen bij de verspreide gedichten 1838
Lijst van correcties aangebracht in de oorspronkelijke teksten 1852
 
* register van titels en beginregels 1859

 


[pagina 1951]

COLOFON

 

*

 

Verzamelde gedichten van Hendrik de Vries werd in het voorjaar van 1993 in opdracht van Uitgeverij Bert Bakker te Amsterdam, volgens ontwerp van Kees Nieuwenhuijzen, die ook het omslag verzorgde, door drukkerij Tulp bv gezet uit de Sabon en gedrukt op 40 grams dundruk. Boekbinderij Splichal verzorgde het bindwerk.

Uitgeverij G.A. van Oorschot te Amsterdam gaf toestemming voor het opnemen van de bundel Iberia en van de gedichten op pagina 1005-1007.

Deze uitgave kwam tot stand mede dankzij subsidie van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, de Stichting H.S. Kammingafonds te Groningen en de Stichting Hendrik de Vries-Riek van der Zee te Groningen.

 

© 1990 Stichting Hendrik de Vries-Riek van der Zee.

© 1962 de gedichten op pagina 1005-1007: Uitgeverij G.A. van Oorschot Amsterdam.

© 1993 samenstelling, verantwoording en aantekeningen: de redactie.

 

isbn 90 351 0925 2


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken