Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het rad der fortuin (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het rad der fortuin
Afbeelding van Het rad der fortuinToon afbeelding van titelpagina van Het rad der fortuin

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.91 MB)

Scans (20.45 MB)

ebook (4.20 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Illustrator

Charles Roelofsz



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het rad der fortuin

(1948)–Theun de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XI

Toen jonge Wychman een jaar was of daaromtrent - in het vroege voorjaar van 1901 - kreeg Herre door een bevriend bankierskantoor een brief van een Duits handelshuis, dat verbindingen wilde met een zuivelexporteur.

Het was Herre's eerste buitenlandse relatie. Hij bood de Duitsers - Mennicke & Co. - drie wagons condens en melkpoeder aan voor een prijs, die hem nauwelijks enige winst liet. Maar hij moest het aas uitwerpen.

De Duitsers accepteerden per kerende brief.

Een week later vroegen ze nieuwe offerte. Herre ging naar den gepensioneerden dorpsonderwijzer, die hem indertijd het boekhouden had bijgebracht, en leerde Duits. Hij maakte thema's en opstellen als een schooljongen, en las voor oefening ‘Ein Kampf um Rom’, dat hem vele lange avonden deed geeuwen, maar waar hij zich manmoedig doorheen werkte. Hij zag de noodzaak in van een taal te kennen. En het loonde.

In de zomer kwam een der Duitsers zelf. Het was de Co., en zijn naam was Kaufmann. Hij was joviaal en goedlachs met sluwe vouwtjes om zijn ogen; hij en Herre herkenden in elkander van meet af aan den bedreven zakenman.

In het najaar zocht Herre de nieuwe klanten in Essen op. Mennicke en Kaufmann beide nodigden hem bij zich. Toen Herre Wiarda hun ruime degelijke huizen, hun badkamers en zorgvuldige tuinen zag, en kennis maakte met hun modieuze, glimlachende echtgenote's, was hij blij, dat hij Kaufmann niet thuis had ontvangen, in het kleine burgermanshuis aan de grintweg met de bedompte keuken en het hete zolderkamertje, dat hij kantoor noemde, met meubels, waarvan hij plotseling de plompe lelijkheid zag; het huis, waar Antje regeerde in

[pagina 170]
[p. 170]

stuurs, onbehaaglijk boerendochterschap. - En hij schaamde zich met linkse verbittering over de ontoereikendheid van zijn manieren, toen hij vergat, de gastvrouw voor te laten gaan bij het verlaten van de eetkamer, toen hij bemerkte, dat hij vis at van zijn mes en het portglas aanschoof, terwijl er witte wijn geschonken werd. Hij schaamde zich over zijn afkomst, met onbestemde woede jegens zijn ouders, en de verbeten belofte, dat hij geen tweede keer zoveel kennelijke fouten wilde maken. Hij ging alleen eten in dure restaurants, keek tersluiks naar de andere gasten, gebruikte zijn vingerkom, spiedde in de wandspiegels naar de wijze, waarop de heren hun tafeldames bejegenden en liet zich door een overbeleefden ober in de geheimen van het asperges-eten en het slorpen van oesters inwijden. -

Maar de schaduwzijden hadden hun glorieuze tegenkant. Herre sloot bij zijn Duitse cliënten vriendschap met een zuivelfabrikant, die hem meenam naar het bedrijf. Hij liep door een reeks van gebouwen met gonzende machine's, tussen de strakke metalen glanzen van meetinstrumenten en de witte schittering van laboratoriummarmer - vol zwijgende, verrukte eerbied. Hij vroeg, of hij terug mocht komen. Hier was de werkelijkheid, waarvan hij, bescheidener, eenmaal gedroomd had: de transportwagens, die rusteloos in en uit reden, het leger van arbeiders, dat machinaal en feilloos aan de apparaten stond. Een adembenemende werkelijkheid, die hem bij elk bezoek in overstelpte bewondering naar het huis van zijn gastheer terug deed keren. -

Hij bleef drie weken en er ging geen dag voorbij, of hij verscheen, door Kaufmann aangemoedigd op de Molkerei. Hij praatte met den bedrijfsleider, hij trok een blauw werkbuis aan en hielp de mannen achter de machine's, om de werking van iedere zuigerstang en elke schroef te kennen; hij bestudeerde de vetstatistieken, en keek gespannen toe bij het monteren van de nieuwste centrifuge. Kaufmann lachte hem breed en hartelijk toe, en knipoogde vol verstandhouding tegen zijn compagnon, als Herre zelfs in hun gezelschap niet zweeg van de

[pagina 171]
[p. 171]

volmaaktheden van het bedrijf, dat hij met een vervoering beschreef, zoals alleen waarlijk-verliefden die kunnen bezitten... Het was, of zij een verborgen bedoeling hadden, die Herre niet geheel ontging. -

Toen Kaufmann voor de tweede keer in Leeuwarden kwam, deed de Duitser kameraadschappelijk en daarbij iet of wat geheimzinnig.

Hij had nieuwe verbindingen gekregen, zo zei hij, met een Zwitsers-Franse melktrust. Het was een onderneming, die zich dagelijks uitbreidde. De heren wilden nieuwe fabrieken stichten - in Duitsland, maar ook in Holland. De grootste en modernste zuivelindustrie, die er zou zijn te vinden; - het ging om kapitalen en kapitalen. Het enige, dat ze nodig hadden, was een man, wien men de leiding van zaken in Nederland toe kon vertrouwen, een man, die de zuivelindustrie kende, en die ten minste vijftig mille kon bijdragen. -

Herre werd klam over zijn gehele lijf, en het hart sloeg dronken in zijn borst, toen de Duitser na de eerste omzichtige en tastende voorbereidingen lachend op hem wees:

- Sie, Wiarda, - das wäre wohl etwas für Sie? Sie brauchen nur ja zu sagen. -

Herre haalde diep adem, en vroeg bedenktijd.

- Das können Sie haben; aber wir wissen ja - Sie sind unser Mann. -

Ze spraken er die avond niet verder over, dronken een, twee flessen wijn en de Duitser werd vrolijk met de vrolijkheid van moppen, die Herre al uit de Fliegende Blätter kende, - totdat Herre opsprong, om de laatste trein te halen.

Toen hij de hotelkamer van Kaufmann verliet, schommelde de trap onder zijn voeten en zijn haar was nat. Maar zijn gedachten werkten zelfbewust en gehoorzaamden aan zijn berekeningen. Vijftig mille en een directeurspost. Het geld van Antje Adzers. De bank -

- Sie sind unser Mann. -

Herre liep door de nachtelijk-stille stad, en zijn voetstappen klonken machtig tussen de verblinde huizen. De beurs lag grijs

[pagina 172]
[p. 172]

en hoekig tegen de schimmigbleke maanhemel. De bomen roerden zich en schudden verse droppels op zijn gezicht. Hij snoof de weldaad met alle zintuigen in.

Ja, het was te doen. Het moest. Dit was de kans, die hij nodig had, die hij zo lang had nagejaagd. ‘Sie brauchen nur ja zu sagen.’

De Klanderij met haar gedoofde gevel lag log opzij van zijn pad. En plotseling herinnerde hij zich de zachte voorjaarsochtend - hoe lang geleden? er was zo veel gebeurd - dat hij daar had gezeten, en voor het eerst in zijn zakboekje snelle cijfers had genoteerd, voor het eerst aan een eigen fabriek had gedacht. Industrie, had hij gezegd, toen, en later. De ‘Frigga’ was verloren gegaan. Maar de melktrust Lacta was méer - het was een lichaam van reeds vele tientallen Frigga's, fabrieken, zoals hij die aan de Rijn had gezien. Dat was de weg: kapitaal bij kapitaal, doorzicht bij doorzicht, macht bij macht. De strijd tegen alles, wat klein bleef en achteraan hinkte. Er was in deze maatschappij enkel plaats voor de groten - en hij wilde daarbij zijn. Hij, Herre Wiarda, in het voorste gelid - -

In de trein dommelde hij half in, zonder dat het grootse vooruitzicht één ogenblik zijn gedachten verliet. En de raderen van de wagon schokten over de dwarsliggers, de rook werd uitgestoten - hij strekte zich glimlachend vol bevende behaaglijkheid op de bank - in de oude, alles belovende einde- loze zingzang:

Industrie. -


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken