Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het rad der fortuin (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het rad der fortuin
Afbeelding van Het rad der fortuinToon afbeelding van titelpagina van Het rad der fortuin

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.91 MB)

Scans (20.45 MB)

ebook (4.20 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Illustrator

Charles Roelofsz



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het rad der fortuin

(1948)–Theun de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 167]
[p. 167]

X

Het familie-schandaal werd uitgestreden in de opkamer van de Eisinga's, achter de stargroene bladen van de clivia's en de overwelige vingerplanten in kopergerande potten, de ge plooide stijfselkragen der gordijnen, tussen het koude spiegelen van een roodgewreven kast en de zwarte feestdagglans van een kachel, die enkel voor blinkende pronk in het mooiste huisvertrek was opgesteld.

Het was een uiteinde van klinkende vergelding.

Herre Wiarda zat er, met donkere brauwen, en Adzer Eisinga, en de zwaarlijvige Pierk; en tegen de beddewand, op enkele meters van de anderen, leunde Pieter, lang, ziekelijk en mager. Hij volhardde zonder zich te verdedigen in een boosaardig stilzwijgen, zolang Herre sprak en voor de schoonouders alle fraude's en wandaden van hun zoon breed uitmat. Slechts éénkeer viel hij uit, rauw en verstikt door de naijver jegens den altijd fortuinlijke:

- Hou op, man - je bent ommers zelf geen haar beter! Waarom mag jij wel in de Leeuwarder café's zitten en alle wijven tracteren, die je wilt, en den groten banjerheer uithangen? Omdat 't jou altijd meeloopt - - omdat niemand merkt hoe jij aan je geld komt! Maar net omdat ik nou de wind tegen heb gehad... en dat ongeluk nog met die snotmeid - -

De aderen aan Herre's slapen zwollen.

- Ik... wijven tracteren? Wel verd...

Maar Adzer Eisinga stond op. Hij was zeer bleek geworden bij het relaas van Pieter's wandaden, zoals zijn vrouw pioenrood en van tranen overstroomd antwoordde op al het vreselijke, dat haar hoop en trots had bedreven. Adzer Eisinga stond daar streng en lang en dreigend rechtop, en Herre zweeg bevreemd om die ongewone aanblik.

- Geen geschreeuw hier tegen mekaar! We bennen volwassen mensen, en geen kinderen! Wat er gebeurd is, is al erg genoeg. En Herre hoeft zo hoog niet op te geven van Pieter's ongeluk. Ik zal Pieter niet verdedigen. Maar de zaak

[pagina 168]
[p. 168]

duurt mij al te lang. Herre weet toch: ik sta borg voor de schade - -

Hij slikte, en huilde eensklaps, terwijl hij rechtop bleef staan en kleine tranen in zijn bakkebaarden wegliepen. Hij keek met zijn vertroebelde ogen over Herre en Pieter heen. En een plotselinge doffe schaamte brandde onder Herre's wangen. Hij wendde het hoofd af, en staarde naar de zomertuin; achter het lichte raam stonden twee of drie felle strobloemen goudig en oranje onder de Septemberzon. De oude was hem vóór geweest: de borgtocht. Die borgtocht was geen ogenblik uit Herre's gedachten geweest; maar hij had zijn recht op dat verzoenende geld willen afdwingen en versterken en aantonen met vernietigende argumenten tegen Pieter. Nu sneed Adzer Eisinga alles af. Het was beschamend, maar ook goed. Het bespaarde de moeheid van een lange woedende opwinding, en de pijnlijke minuut, waarin geld op tafel moest worden geëist. Dat geld... het was immers het enige doel van Herre's komst en deze neerslachtige zitting. Het geld maakte het verlies goed - hij, Herre, sprong tenminste nu nog makkelijk met een duizend of wat uit deze smerige affaire...

Het was het roemloos, voor hem niet ongunstig einde van de fabriek aan de Compagnie.

 

In het najaar, toen de koeien weer op stal gingen, zette Herre Wiarda de ‘Frigga’ stil. De meeste veenboeren gingen over naar de coöperatie op de Fries-Groningse grens: Herre had zich er niet in verrekend. Hij verkocht de inventaris en het gebouw aan iemand, die werk maakte van failliete boedels. Hij was niet minder geworden van het hele geval - integendeel. Maar tussen hem en zijn schoonouders lagen sindsdien de geopenbaarde zonden van Pieter Eisinga als stroomversnellingen in een kalme rivier, die de toenadering van wederzijden voor eens en altijd onmogelijk maakten. En het grote industrieplan... hij schoof het zuchtend van zich af. Het was voorlopig mislukt. Later misschien. Veel later. Hij was moe van iedere nieuwe onderneming. Hij wilde kopen en verkopen,

[pagina 169]
[p. 169]

zoals voorheen; klanten maken, voorzichtig speculeren op de buitenlandse markt.

Herre Wiarda wist nog niet, dat de industrie naderbij was dan ooit.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken