Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het rad der fortuin (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het rad der fortuin
Afbeelding van Het rad der fortuinToon afbeelding van titelpagina van Het rad der fortuin

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.91 MB)

Scans (20.45 MB)

ebook (4.20 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Illustrator

Charles Roelofsz



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het rad der fortuin

(1948)–Theun de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 286]
[p. 286]

VIII

Ekke was ‘thuis’. Ekke sliep op de zolder, waar een ledikant stond onder een tuimelraam. Ekke zat weer tegenover zijn moeder aan de ronde tafel. Ze spraken heel weinig. Slechts af en toe vroeg Regina iets.

- Bij wien heb je alzo gediend? Wat, alléén bij je oom? Welverdomme. Ze zijn in goede doen, vanzelf, hè - Wie is die Herre? Ook al zo'n rijke scheet! Ik hoop dat je je niet hebt laten uithongeren, dat heb je zo bij die welgestelde familie. Jawel, en die andere... heb je die ooit gezien? Trouwt ie met een Hollandse? Wát, een dominee! Zo, een fijne mijnheer dus. Mmmm... Dat volk wordt nog dominee ook. Aan al dat gekristus verdienen ze maar dik geld.

Zijn antwoorden waren kort. Het was, of ze zijn slapende wrok tegen Tjalling voelde, en aanwakkeren wilde. Hij bemerkte het, beloofde zichzelf, zich niet te laten meeslepen; maar Regina's schimpscheuten troffen, ongeweten, doel. Er was iets in hem, dat zich ging verharden tegen de verstreken jaren.

Regina en hij vermeden het, elkaar aan te kijken. Ekke zag, dat zijn moeder nukkig mokte over zijn terugkeer. Ze wantrouwden elkaar, hun stugge pogingen tot toenadering waren bedrieglijk en ze wisten het beide. En er kwam bij, dat Regina vol smeulende angst was om de jeneverglaasjes, die Ekke gezien had.

Op de derde dag, toen ze gegeten hadden, en hij een pijp stopte, stond ze op, vlak voor hem; ze leek groter en ranker dan ooit, haar witte hals rekte zich, de ogen namen hem koud op:

- Je komt nou weer in de arremoei... 't is hier uit met de grote beurs, dat merk je. Wat je daar gedaan en gelaten hebt... mij ken 't niks schelen. 't Is maar dat je weet, hoe 't er hier mee staat. Je oom Tjalling heeft me in de affairen gezet, met een handgeld as een aalmoes vanzelf... naar mij hebben ze nooit omgezien, de geldzakken, en je vader, nou, je weet wel, hoe ze die hebben laten verrekken... zolang as ik met 'm getrouwd was...

[pagina 287]
[p. 287]

Ekke's hand trilde om de pijp.

- ...Maar 't is hier ploeteren en beulen voor de kost! Een weduwvrouw met niks, dat blijft niks, en ik heb te veel fatsoen in m'n karkas, om naar de diakenie te lopen, versta je... Ik wil door de wereld op eigen kracht, en ik kóm d'r ook door. Die winkel... nou ja, wat dat opgooit... Jaar in, jaar uit vraag ik daarom al 'n vergunning; d'r komt hier alderhand schippersvolk, dat een hartversterking wil; maar ze verdommen 't daar op 't gemeentehuis, ze geven me de vergunning niet. Ja, een mooie wereld, jonk: alles leeft van bedrog en diefstal, de grote lui hier, Siemensma en zulken, ze draaien de kleinen de nek om; maar Regina hebben ze nog niet. Ik laat me niet koejeneren, door geen grote boeren en door geen wet van de hoge heren. Ik verkoop drank, as ik dat wil, en daarmee basta. En de klanten wéten 't; jij weet 't nou óok... ik mót wel, anders kreperen we, in de winter gaat 't toch al op het asemhalen af...

Ze zweeg na de vele woorden; Ekke knikte stom en stond op, om de kamer uit te gaan. De verachting en de smaad huilden zacht in hem. O, ze behoefde niet bang te zijn. Hij zou haar niet verraden. Hij liep naar buiten; om het eenzame winkelhuis blies en tierde de lente; de landen strekten zich bont en geelgespikkeld, een vette groene glans was er over, tussen en tot aan de blauwe watergeulen in het rond, waarachter de dorpen lagen als vroeger, en de rijkswegen, mijlen en mijlen ver weg, met lage lange eentonigheid het gezicht afzoomden. Ekke stond daar, om zijn hoofd woei de rook uiteen. Toen ging hij langzaam en beraden weer naar binnen, klom de ladder op, naar de zolder, waar het geld was. Hij nam een paar blauwe briefjes uit het linnen zakje en keerde er mee in huis terug. Regina stond bij de tafel; ze waste de borden, en wrong de vuile donkere doek in het bruine zeepsop van de teil uit. Hij schoof de biljetten onder haar bereik.

- Dáar, zei hij. - Dat is voorlopig voor de eerste weken. Kostgeld.

Hij draaide zich om, en ging opnieuw naar buiten. Nog op

[pagina 288]
[p. 288]

de drempel van het kamertje vernam hij het gretig ritselen van de papieren; Regina vouwde ze op en stak ze bij zich. Neen, ze deed ze in de kast; hij hoorde een la piepen, een slot werd omgedraaid. Hij schokte de zware schouders en liep het kleine erf op, onder de uitbundige zon.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken