Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het rad der fortuin (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het rad der fortuin
Afbeelding van Het rad der fortuinToon afbeelding van titelpagina van Het rad der fortuin

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.91 MB)

Scans (20.45 MB)

ebook (4.20 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Illustrator

Charles Roelofsz



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het rad der fortuin

(1948)–Theun de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 342]
[p. 342]

IX

Des nachts, toen de bezitters der melktrust ‘Lacta’ de vertrekken van het hoerenhuis met hun aangeschotenheid en krampig lachen vulden, werd Herre Wiarda naar de antichambre geroepen. Hij stommelde in hemdsmouwen naar voren en zag den ouden boodschappenloper van Krasnapolsky, die met de pet in de ene hand stond te wachten; de man had iets wits in de andere. Het gezicht met de verwaaide zeehondensnor richtte zich vragend naar Herre.

- U bent toch meneer Wiarda?

- Ja, ja... wat is 't 'r?

- Een telegram, meneer.

Herre gaf den man een handjevol kleingeld en liep met het dichtgeplakte formulier naar een stoel, waarboven licht brandde. Hij viel zwaar en onhandig op het verend leer en brak het telegram open. Hij las langzaam; zijn hand schokte op en neer; zijn ogen sperden zich, gingen dicht, vol koude afschuw, sperden zich weer. Hij hield het telegram op handafstand van zich en las het voor de tweede en derde keer. De sigaar gleed uit zijn mondhoek en trok een brokkelig spoor van asresten over zijn broek. Ontnuchtering kroop vaal en bloedloos onder de wijngloed van zijn gezicht.

Het telegram kwam van zijn hoofdboekhouder en meldde de dood van Tjalling Wychmans Wiarda.

Tjalling dood! - De mededeling bereikte Herre's begrip slechts langzaam, tot hij alles plotseling voor zich zag: Antje, die des middags het bericht gekregen had en er verbijsterd mee naar de fabriek was gelopen - de boekhouder, die het gelezen had - de jongste bediende, die op de fiets naar het postkantoor was gestuurd, om den baas te laten seinen, wat er was gebeurd. -

Herre hees zich op; achter de rode fluwelen gordijnen tinkelde het domme pianowijsje, dat hij de hele avond mee had gezongen; het klepperde eigenzinnig tussen de woorden van het dodelijk nieuws door, dat Herre in zijn hoofd herhaalde -

[pagina 343]
[p. 343]

hij herproefde, met onverhoedse walging, de onbekende lippen, de verfoeilijke lust van het weke, betaalde lichaam, dat hij daareven verlaten had. - De duizelige tegenstellingen, weerzin en schrik, botsten in hem, in zijn zenuwen, zijn bloed, zijn ledematen.

Hij zwaaide op zijn benen, de armen dwaas buitenwaarts gestrekt; over zijn gezicht schoten spierkrampen, hij lachte met de grimas van iemand, die wil gaan huilen. Hij wendde zich om, de ogen zonder blik, tastte naar de deur - ‘mijn hoed, mijn jas, naar buiten!’ - liep tegen een staande lamp, schrok van het vallend gerinkel, de scherven van ijzer en glas op de vloer, waar hij naar staarde, zonder dat zijn lijf stil wou blijven staan bij zijn wijdbeense houding. - Een verschrikte vrouw dook op van achter de portière; hij duwde haar met de botte dronkenmanshalsstarrigheid, om voor niets en niemand opzij te gaan, uit de weg, ging naar de kamer waar zijn kleren hingen, keerde terug met de hoed op het achterhoofd, de jas over de arm, en stommelde de nazomernacht in.

De lucht van sinaasappelen, brak water, geteerde schepen en stof sloeg hem van straten en kaden tegen, terwijl hij naar het hotel terugkeerde, het telegram met Tjalling's doodsbericht star in de dichtgeknepen vuist. Hij salueerde een diender, die de ronde deed en hem gestrengelijk nakeek; hij bemerkte, dat hij nog steeds in zijn hemdsmouwen liep. De schrik en de roes, die hun doffe nevel om zijn hoofd gesponnen hadden, woeien onder het lopen langzaam uiteen; zijn ontwaakte ogen herkenden hard-ontdaan de stad van keien en stoepen; hij keek naar de gevels, die hun trappen en kroonlijsten zwijgend en hoog in het blauw van de nachthemel stieten, huiverde, voelde naar zijn hoed, en trok de rand op zijn voorhoofd neer, als om zijn blik te beschermen tegen de verraderlijke, stenen werkelijkheid, die aan alle zijden om hem verrees.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken