Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het rad der fortuin (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het rad der fortuin
Afbeelding van Het rad der fortuinToon afbeelding van titelpagina van Het rad der fortuin

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.91 MB)

Scans (20.45 MB)

ebook (4.20 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Illustrator

Charles Roelofsz



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het rad der fortuin

(1948)–Theun de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

VIII

Wychman speelde, Wychman volgde muziektheorie. Wychman smeekte om een vleugel, toen hij veertien zou worden. Hij kreeg er een.

Herre begreep zelf niet, wat hem tot dit alles bewoog. De ontmoetingen met Rudmer schenen de veranderingen te bevestigen. ‘Blinde machten’ - dat was het woord. Het woord met de dreigende onderklank. Dingen, waaraan men niets kon doen, waartegen de menselijke wil afstiet. - De gedachte, dat er een samenhang tussen Rudmer en jongen Wychman was, maakte zich op onverhoedse ogenblikken van Herre meester. Ergernis, verwarring, en een onbestemde ijdelheid over zijn zoon. ‘Blinde machten’. Moest hij, Herre Tjallings Wiarda, de veertig passeren, om voor het eerst te leren, dat er geen zekerheden in het leven zijn? God? - Herre begreep iets van Rudmer's somber-triomfantelijke hoon.

Er waren andere dingen.

Er waren de oorlogen op de Balkan, die plotseling losbarstten - Herre wist niet eens precies, waar het om ging, iets van een statenbond tegen Turkije, en later van Bulgarije tegen Servië, dat de grootste buit in de wacht had gesleept -; en ook die oorlogen leken een nieuwe bevestiging van Rudmer's dreigend gezegde. Duitsland was er wel niet mee gemoeid geweest... goed. Maar niemand had aan oorlog gedacht! En hij was er geweest, een kwade dag, hij verdween, hij barstte

[pagina 443]
[p. 443]

wéér uit. Wie zei, dat er morgen, overmorgen, ergens anders niet een nieuwe verschrikking, een grotere verschrikking, zou kunnen volgen? - Concurrentie, lede ogen, militarisme..., woorden en zinsneden uit de gesprekken met Rudmer, uit de gezegdes in de handelswereld doken in zijn gedachten op. - Groot-Servië. Brutale Moffen. Het perfide Albion. De heerschappij ter zee...

Was Rudmer misschien toch niet zo ziek als het leek? Was zijn verstand, misschien juist door de ziekte, scherper en sneller dan dat van anderen geworden? -

En temidden van die wassende onzekerheid, die voorschaduw van iets, wat als een oordeel naderbij scheen te komen, zonder dat men wist, hoe en waar en wat het was, rees een oud en zonnig beeld. Het keerde tussen de beursberichten, tussen orders en rapporten der ‘Lacta’, tussen de vage en drukkende voorgevoelens van onheil, lokkend en vreedzaam terug: Herre zag een boerenerf; een kruiwagen lag er omgekeerd tegen de mestvaalt; het licht maakte de muren en het donkergeregende riet blond en warm; de wind blies zachte kringen in het zand van een wagenspoor; uit de woudwegen komt een geur van eikenloof, berken, rijs; langzaam klagen kippen... een kat sluipt om de hoek van het huis, blijft stilstaan in de zon, wrijft zich wellustig en met fluwelen flanken tegen een hoge paal, waarin hitte zich heeft genesteld. - Jeugd! De Zomerweg! Tjalling, Reinou... Rudmer.

Voor het eerst in zijn leven plaagde Herre het heimwee naar het verleden. Voor het eerst was hij moe, beslopen hem de tergende verlangens, er uit te breken, te vergeten, alles opzij te schuiven wat hem bond en verplichtte, successen en zorgen, speculatie's, de nieuwe wegen van Wychman... alles opzij. Het had zijn glans verloren. - Werd hij oud? Wat was dit gevoel, dat onzichtbaar in zijn bloed kroop, hem verloomde en afkerig maakte? Hij bekeek zich, als hij wandelde, tersluiks in helle ruiten, stond thuis, als hij alleen was, lang voor de spiegel. Niemand zou hem vierenveertig geven. En toch...

Het was de twijfel, die in zijn bestaan doorbrak. De twijfel,

[pagina 444]
[p. 444]

na al deze jaren, waarin hij recht op het doel af was gegaan, recht en zonder aarzelen, zonder anderen te tellen. De ‘blinde machten’. Zij hadden ook hem gevonden. Hij speurde om zich, inplaats van zoals vroeger dóór te lopen. Hij had het vast geloof in deze koers verloren; diep in hem wies het wantrouwen tegen zichzelf, zijn ondernemingen, tegen het leven, dat hij leidde. - Het beeld van het zonnige boerenerf rees en lokte. Maar hij wist, dat het voor een terugkeer te laat was.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken