Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het rad der fortuin (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het rad der fortuin
Afbeelding van Het rad der fortuinToon afbeelding van titelpagina van Het rad der fortuin

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.91 MB)

Scans (20.45 MB)

ebook (4.20 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Illustrator

Charles Roelofsz



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het rad der fortuin

(1948)–Theun de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige

IX

Op dezelfde voorjaarsdag, waarop At den kleinen Jarig naar de dorpsschool bracht, loste Ekke de laatste schuld bij Siemensma af.

Meer dan zes jaar had hij het geld opgebracht, met At de nijpende spanning verduurd op elke tijd, die voor de afbetalingen gezet was. En nu, in de schriele, maar reeds allerzijds kiemende Aprilmaand was de schuur, die hij had laten bouwen en het stukje weiland naast het huis, waarop zijn schapen weidden, eindelijk zijn eigendom.

Het was een dag als vele andere, maar hij talmde, op weg naar Burema, op het erf, in een peinzende aandacht; - er was een aarzelend blijdschapsbesef in hem, als vertrouwde hij zich nog niet recht over te leveren aan deze ommezwaai. De jaren waren eensklaps bijeengekrompen; ze hadden zich opgelost tot iets, dat ieler was dan lucht; maar ze zaten toch ook in hem, onuitwisbaar, in de groeven en norse huid van zijn gezicht en handen; ze zaten hem in zijn gebeente als de eerste broodzorg, die hem vermoeid en gejaagd had, tot aan dit bevrijdend ogenblik.

Zonderling te bedenken, dat hij straks het weekgeld voor zichzelf zou kunnen behouden, dat hij anders afzonderde, met het reeds-gelaten, aangegroeide gebaar van een plicht, waaraan niet te ontsnappen viel: de gang naar het penantkastje, de sleutel uit de vaas nemen, de la opentrekken, en bij het sigaren-

[pagina 445]
[p. 445]

kistje met de guldens en de enkele rijksdaalder nieuw zilver voegen, tot de cijns was opgebracht. -

Ekke Wiarda zal eigen heer en meester zijn.

Hij dacht nog niet eens aan het grote gele biljet van de aanslag, dat hij korte tijd geleden had ingevuld. Hij dacht niet aan At's jongste zwangerschap, aan de lasten van polder en gemeente, aan de rekening van den dokter, als het vierde kind gekomen zou zijn.

Hij wilde er ook niet aan denken. Hij wilde zichzelf thans volkomen doordringen van het denkbeeld, dat hij een vrij man was.

Hier lag het begin.

De aarde was nog vol onrustige wasdom; het ene weiland stond al zwaar en effen van gras, de wind sneed zilveren golven over het groene vlak; elders groeide het stoppelig, met eilanden van kleurloze schraalte, waarover nog geen glans wilde gedijen. Het water deinde troebel, vol voorjaarsberoering; het uiteengerukte kroos dreef in slierten langs hem, terwijl hij naar de opvaart daalde. De poldergemalen werkten, zij zogen het hoge lentewater naar de zee. De zon draaide uit haar lage stand traag naar de middag; elke dag zou ze hoger klimmen; de avonden bleven al helder en vol koele tinten; vogelgebroed roerde zich, onder de pannen der daken en in de rietpolder.

Ekke dacht aan de dagen van buks en karabijn. Korte tijd prikte het verlangen lokkend in zijn handen - stropen, vissen, mollen wippen!

De karabijn was er nog steeds.

Maar hij had Jel Offinga beloofd, het wapen te laten rusten.

Ekke Wiarda schudt glimlachend het hoofd, als betrapt hij zich op al te lichtzinnige verlangens.

O, het leven kon slechter zijn!

Hij kijkt over de afstanden, die zich met torens, eenzame boomrijen, boerezathen, fabrieksschoorstenen onder het waterblauw van de hemel verliezen. Daar drijft rook, in afwaartse

[pagina 446]
[p. 446]

rechte pluimen. Daar wentelen verre machine's. Als zo dikwijls denkt hij, terwijl hij toch weet, dat hij Leeuwarden van hieruit niet kan zien:

Daar stoomt de fabriek van Herre Tjallings.

Hij heeft nooit gehoord of gelezen, dat Herre Wiarda niet meer in Friesland woont. Hij draagt hem sinds lang geen wrok meer toe. De naam Herre is een dode herinnering. Hij heeft zich losgemaakt van de rijke Wiarda's, zelfs van Reinou Herres, die goed voor hem is geweest. Hij is de zoon van Jarig, den melkrijder, den koemelker. Hij staat op dit strookje grond, dat het zijne geworden is. Hij zal nooit een grote boer zijn, geen Siemensma, en zelfs geen Burema. Hij denkt niet aan verre, ongewisse voorspoed; de verbeeldingen en de holle eerzucht, die sommigen in donkere en onbestaanbare kleuren levenslang met zich slepen, zijn hem vreemd. Hij ziet de lege stallen in de nieuwe schuur, denkt aan de eerste koe. Er zal een jaar komen, waarin hij een koe kan kopen.

Langs de weg lopen schooljongens; hun petten zitten schots en verwaaid, hun klompen slaan onverschillig op de klinkers, terwijl ze langs het huis van Ekke Jarigs Wiarda gaan. Over een paar jaar zullen zijn jongens zo zijn. Ze zingen, met schel, doordringend rakkersgeluid het lied, dat Ekke sinds verleden jaar in de buurtschap heeft kunnen vernemen:

 
Hoort gij ginds die oorlogskreten?
 
Op de Balkan wordt gemoord.
 
Turk en Bulgaar die zijn aan 't meten.
 
Alles wordt in bloed gesmoord.

Hij denkt niet na over de zin van het lied, over de Balkan, de Turken en Bulgaren, terwijl het wijsje in hem wegzinkt en daar nog even door blijft klinken. Hij houdt opzicht over zijn eigendom. Het is zuinig, maar flink getimmerd. Rindert Offinga heeft hem goed van raad gediend, indertijd. Alles kan jaren mee.

Ekke Wiarda hijst zijn broek op en loopt naar de weg. Moet hij niet werken, is hij dan geen los-vaste bij Burema? Ja, hij

[pagina 447]
[p. 447]

heeft beloofd, die middag nog vette modder uit te zullen strooien over de Roekelanden, die hoog liggen en schraal dreigen te worden. Maar uit zijn hoofd wijken de eigenzinnige, langzame gedachten niet. Vandaag gaat zijn oudste naar school; het volgend jaar Marten. Straks heeft hij een nest vol klein goed, dat opgroeit en leven wil. En er is nog steeds Regina, die maar af en toe wat inbrengt met wassen en koken tijdens de hooiingen, met het verplegen van de zieken en het afleggen van de doden. Eén blijft er, naast hem, op wie tenslotte alle zorgen neerkomen.

Ekke blijft staan, als houdt iemand hem lijfelijk tegen. At! Hij denkt aan wat hij haar had willen geven, en aan wat zij gekregen heeft. Dit bestaan...! Een plooi trekt recht en snijdend tussen zijn ogen. En plotseling staat daar een tweede Jarig, zwaarder, en onbehouwener ook, en onder zijn wenkbrauwen licht de wrok om onherstelbaar onrecht.

Boven de vlakte wordt een molenketting losgehaakt. De wieken beginnen te zwaaien, de romp draait een paar maal, de wieken wentelen snel, sneller. Langs de verre rijksweg buigen de bomen naar één richting onder de gestadige bries. Vogels jagen elkaar na; zij stijgen in kringen, het licht neemt hen op. In het weiland aan de overzijde der opvaart slaat een paard aan 't draven.

De man naast het kleine huis ziet het en ziet het niet. Hij begint verder te lopen; hij moet naar zijn dagwerk, naar den boer. Nu is het weer Ekke, Jarigs zoon, Ekke de knecht. Hij gaat over het bruggetje naar de weg, met weloverwogen, vastberaden tred. Arbeid! Hij haalt diep adem, als waaien hem de jaren van nieuwe zorg uit de verte tegemoet. Zijn hoofd is licht gebogen, zijn schouders vangen en breken de wind van het wordende voorjaar.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken