Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het zwaard, de zee en het valse hart (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het zwaard, de zee en het valse hart
Afbeelding van Het zwaard, de zee en het valse hartToon afbeelding van titelpagina van Het zwaard, de zee en het valse hart

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.19 MB)

ebook (3.60 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het zwaard, de zee en het valse hart

(1966)–Theun de Vries–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 64]
[p. 64]

16



illustratie

Aesko en Okta hadden met hun bastaardneef Ebissa in de zomerdagen vaak tegen Byrge de Jut en zijn gevolg gewedijverd in het kampspel. Er was vriendschap ontstaan tussen de jonge mannen die tegelijk een verholen wrijving was. De Jutten waren naast ons verreweg in de minderheid geraakt; het bestaan en het snel gedijen van Oxhem zelf moest een uitdaging voor hen zijn. Ik twijfelde niet of het was de oude Hrod die de koningszoon geraden had de reven in te binden en zijn geluk elders te beproeven. De jonge Juttenhoofdling verscheen op een nazomeravond met enkelen van zijn voormannen in onze hertogszaal en maakte bekend dat hij en zijn volgelingen van Thanet dachten te vertrekken en aan de zuidkust van het Britteneiland nieuwe woonplaatsen te zoeken. Zij hadden met hun schepen die kust op gedurige verkenning bevaren; ze was wit en rotsig en de luchtstreek was er mild. Zij zouden als zij nu vertrokken nog voor de winter in eigen nederzettingen kunnen huizen. Hengist en Horsa prezen het besluit van Byrge; ze zeiden dat onze grote levenskansen lagen in het maken en handhaven van voorposten: alles kwam er op aan een bestendig verblijf te winnen.

[pagina 65]
[p. 65]

Toen de Jutten het eiland Thanet met onze wensen voor ongebroken voorspoed hadden ontruimd en zuidwaarts wegvoeren zei Hengist: ‘De oogst is binnen, onze nederzetting is sterk, wij hoeven onze macht niet langer met een andere stam te delen. Ik weet dat koning Vortigern en zijn adel zich te Lundunwike bevinden. Wij zijn verplicht hen uit te nodigen tot een nieuw en werkelijk koningsmaal.’ Zodoende gingen hertog Horsa en Ebissa naar Lundunwike en wij bereidden een grootse ontvangst voor in de versterkte sala. Het benieuwde mij en anderen of Vortigern gehoor aan de uitnodiging zou geven of zich met uitvluchten losmaken van de verplichting en terugwijken in een van zijn noordelijke steden. Ebissa verzekerde ons na zijn thuiskomst dat de koning nieuwsgierig scheen naar onze gegroeide volksplanting. Hij kwam werkelijk, met veel en kostbaar gekleed gevolg, te paard langs de Romeinse heerbaan. Hij had zijn zonen niet bij zich; het was duidelijk dat onze aanblik hun als een doorn in het oog zou steken.

Wij hadden ons uitgesloofd om Vortigern en zijn manschappen een feestmaal voor te zetten in hun eigen stijl; er zal veel aan ontbroken hebben want wij waren en bleven lomp volk en gingen prat op die lompheid; maar de Britten namen wat wij hun aanboden dit keer met meer onvervalst welbehagen dan een jaar voordien toen wij hen te gast ontvingen vóór de uitmeting met de ossehuid. Wij hadden ook onze toonbaarste dos aangeschoten, maar konden niet wedijveren tegen de Britten met hun dikke gouden banden en hun kettingen en hun sleepgewaden van

[pagina 66]
[p. 66]

fijn weefsel waarvoor onze pasgekomen vrouwen veel bewondering toonden. Maar al waren wij dan recht en slecht in onze sier, onze hofsala had een eigen opschik: een horde van blinkende zwaarden, messen, bijlen en pijlen, spiesen en speren die wij in tritsen en ijzeren schoven rondom aan de steunberen hadden gehangen, zodat de Britten boven de damp en overdaad van de tafels in een alom gesperde muil van wapengeweld keken. Zij sloegen daar goed acht op ook, maar toen de drank ging werken merkte ik dat zij al liever naar onze Friese vrouwen met haar volle blote armen en dikke vlechten keken, zo hongerig als wij de eerste keer naar de zwarte Brittinnen. Vrouw Blida trok algedurig de ogen van Vortigern, zijn blik prees haar zwijgend en vrijpostig, en ik vroeg mij juist af of onze hertogen zo ver zouden durven gaan om straks nog vrije Friezinnen aan de Britse heren te bieden, wat ongehoord zou zijn geweest, toen mij en de overigen een andere verrassing bereid werd.

Er kwam beweging bij de grote deuren, tussen licht gedrang van volk kwam zij naar binnen die ik de hele avond gemist had. Zij was gekleed als al onze vrouwen, een helder gewaad tot op de enkels, een kort manteltje van dierevellen; een hoofddoekje waarin vage glinstering van gouddraad; haar vlechten tot op de heup; aan haar gordel het klein en tinkelend zilveren sierwerk waarvan jonge vrouwen houden. Maar dit alles was lucht en blinkend hulsel, ik zag het niet vanwege haarzelf. Heel de macht van haar bleek besproete, dunne, roodharige schoonheid scheen in werkelijkheid stralend en gedempt naar buiten als naakt licht in

[pagina 67]
[p. 67]

een wolk. Ik hield de adem in, door mijn middenrif sneed de pijn van ontberen en reikhalzen, ik keek snel om mij heen, er waren er meer van mijn leeftijd die zich op de lippen beten nu Reonix langzaam tussen haar meelopend volk op Vortigern toekwam. De koning van de Britten was opgestaan. Hij drukte een hand tegen zijn borst als had hij daar een wond ontvangen. Ik zag nu pas dat Reonix een drinkhoorn in haar handen hield. Zij gleed door de vet besmookte fakkelschemering van de sala in haar raadselachtig waas, niemand zag haar ogen, niemand - zo drong het tot mij door - kende haar, en ook Vortigern met zijn hand op de borst, zijn zwarte gesperde en betoverde blik en zwarte, bevende baard zou haar nooit kennen. Want ik begreep met al de spijt en nijd van mijn gebrandmerkte liefde wat hier gebeurde, nog vóór de Britse koning zelf, nog vóór Reonix tegenover hem bleef staan en de drinkhoorn hief zodat haar armen nog verder zichtbaar werden, de smalle polsen, de schuwe ronding die kinderschroom en ongereptheid voorspiegelden...

Ik stond te ver weg om te zien of Reonix de gast en koning aankeek, maar in de gevallen stilte was haar stem lispelend en juist maar hoorbaar. ‘Du lieaver king, wacht heil!’ Het waren de slechte, schaarse woorden van de oude Friese drinkspreuk die zij zei, maar ik zag Vortigern licht slingeren en verbleken ofschoon hij de woorden niet had kunnen verstaan, hoogstens begrijpen; ik zag dat de ban op hem gelegd werd; de ban die ik kende. Zagen anderen dan ik wat hier voorviel? Ik keerde mij om en verliet de zaalhof want ik kon niet verdragen hoe zich de heildronk vol-

[pagina 68]
[p. 68]

trok, hoewel ik alles in de geest al gezien had, toen Reonix zich op de tenen hief; ik wist hoe zij Vortigern haar lippen reikte, hoe die schijnbaar argeloze kinderkus de nadagen van Vortigern zou bezegelen. Ik stond buiten, ik vluchtte langs het aarden pad achter de heining, ik hoorde in de sala de dronken juichkreten en het lachen van de opgetogen gasten; ik bleef staan en ik schreide. Ik hoorde voetstappen komen; iemand was mij gevolgd. Hij nam mij bij de schouders vast en schudde mij; ik herkende aan zijn stem Ulbran Ulensneb: ‘Geen tranen, Liafbarn,’ zei hij gesmoord. ‘Zij is geen tranen waard, zij heeft een keuze gedaan waartegen een man zijn hart alleen kan pantseren.’ Ik wilde vragen wat hij met die keuze bedoelde, maar hij liet mij alleen staan, gewaarschuwd, vragend, verslagen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken