Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het zwaard, de zee en het valse hart (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het zwaard, de zee en het valse hart
Afbeelding van Het zwaard, de zee en het valse hartToon afbeelding van titelpagina van Het zwaard, de zee en het valse hart

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.19 MB)

ebook (3.60 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het zwaard, de zee en het valse hart

(1966)–Theun de Vries–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 114]
[p. 114]

27



illustratie

Wij bleven enige tijd op Britten jagen; er dwaalden nog ettelijke groepen door het heroverd gebied. Zij gaven zich meestal zonder slag of stoot over. Wij hadden het land en Kantelberg terug, nederzettingen, bouw- en weideland, kudden, slaven.

Hengist en Aesko hielden intocht in Kantelberg. Zij hadden bevolen dat niemand in huis mocht blijven. De Britse mannen, vrouwen en kinderen stonden langs de straten maar juichten niet. Wij begonnen in het daarop volgende jaar sterkten te bouwen langs al onze grenzen. Als ik er over nadacht bootsten wij daarmee de Romeinen na van een eeuw of wat her. Ik sprak die gedachte niet uit, waarschijnlijk zullen ook anderen er op gekomen zijn. Wij stichtten Nieuw Oxhem op de plek van het eerste dat door de Britten verbrand was; wij bouwden een toren aan de Adelaarsvoorde waar wij zo jammerlijk werden verslagen en aan de kust bij de Schollenbaai waar wij destijds met moeite aan de Britse achtervolging waren ontsnapt; en nog op een dozijn plaatsen.

Wij verdeelden onze mannen van Thanet tot de Wolfsvonder in de uitgestrekte heuvelbossen. Onze grenswachters en verkenners

[pagina 115]
[p. 115]

reden dag en nacht op en af tussen deze landpalen. In het begin vertoonden zich nog Britse invallers. Zij werden zo hard gestraft voor hun nieuwsgierigheid dat hun pogingen om ons te hinderen al gauw in niets verliepen.

Wij konden herademen. Wij hadden het gebied vast in de hand. Wij wisten dat er haast iedere nacht mensen uit de Britse nederzettingen naar de kust vluchtten en overstaken naar Gallia en Armorica, alsof zij het daar beter zouden hebben. Er kwamen vanover de zee-engte verwarde maar hardnekkige geruchten over boerenopstanden en grensoorlogen; de grote Romeinse legeraanvoerder was vermoord; het Romeinse rijk voor zover het nog bestond zakte in elkaar. Ieder bericht over de afbrokkeling van die verfoeibare Romeinse macht deed ons hart goed; maar het was ver weg, het fijne ervan hoorden wij niet.

Ik had gehoopt dat ik land zou krijgen en de wapens mocht neerleggen; ik hoorde al bij de ouderen. Er kroop mij bij tijd en wijle een grote moeheid in het bloed, al wat met het zwaard te maken had stond mij tegen. Ik had ook mijn moed bijeengeraapt en hertog Hengist om een hoeve verzocht, ze hoefde niet groot te zijn. Hij lachte om mijn verzoek en zei dat ik zoveel grote en kleine hoeven van hem krijgen kon als ik begeerde, mits ik niet van plan was die zelf te bebouwen; ik behoorde, zo zei hij, tot de weinige oude getrouwen die nog in leven waren, hij had mij nodig onder de wapenen; wij konden ook nu onze waakzaamheid niet afleggen.

Zo diende ik hem van jaargetij tot jaargetij en volgde hem waar

[pagina 116]
[p. 116]

hij door de stad of buiten in de heuvels en volkplantingen reed, en zette de gedachte uit mijn hoofd ooit nog als vrij man op vrije grond te staan. Ik zag hoe de meesten van ons opleefden en welgedaan en tevreden werden in het gekalmeerd bestaan na jaren van zoveel slopend krijgsbedrijf. Mij bleef de slapeloosheid kwellen. Ik kon de herinneringen aan nederlagen en overwinningen, bloed en ontsteltenissen niet afschudden, ik had aan de reusachtige grarkuilen gestaan, in de rook van branden, aan de voet van offerheuvels waar Skene en later Ulbran hun barre en bloedige liederen gezongen hadden. Ik beleefde alles opnieuw in pijnigende helderheden die uren duurden, tot ik na verloop van tijd begon te bemerken dat zich achter de onafzienbaarheid van deze beelden één verlangen verborg, één somber en tweeslachtig heimwee: háár terug te zien over wie door ons nooit meer gesproken werd, die als koningin van de Britten aan de overzij van de Tamesa leefde waar wij niet meer waren geweest na de eerste straftocht die Guorthemir en Cantigern tegen ons geopend hadden.

Toen mijn verlangen mij eindelijk bewust werd, lag de betovering in al haar boze oude kracht op mijn ziel. Mij heugde tot in mijn verborgen bloedklop de aanraking van die verraderlijke vrouwelijkheid, de zuigkracht van de bij die zich op het zeem van mijn lot en leven had vastgezet, die geheimzinnig geleefd had van mijn en andermans bestaan en sterk geworden was in die lust... Ik zag haar voor mij, langgestrekt, de tengere witte armen achter het hoofd, de ogen dicht. Ik haatte haar uit de grond

[pagina 117]
[p. 117]

van mijn hart en terwijl ik haar haatte verbeet ik me tegelijk van verdriet omdat zij uit mijn dagen verdwenen was, wie weet sinds lang niet meer leefde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken