Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het zwaard, de zee en het valse hart (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het zwaard, de zee en het valse hart
Afbeelding van Het zwaard, de zee en het valse hartToon afbeelding van titelpagina van Het zwaard, de zee en het valse hart

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.19 MB)

ebook (3.60 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het zwaard, de zee en het valse hart

(1966)–Theun de Vries–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 111]
[p. 111]

26



illustratie

Wij verschansten ons op Thanet en herkregen langzaam onze krachten. Onze verliezen waren bloedig; ondanks dat bereidden wij ons voor op de volgende slag.

Hengist behield de hardvochtige drijfkracht waarmee hij ons en zichzelf geen rust gunde, maar richtte ons op dat ene doel: vergelding en herovering van het verlorene, tot elke prijs. Zijn zoon Aesko was geen haar beter. Hij deed mij vaak denken aan Byrge, hij was alleen niet zo lang en blond, eerder potig gedrongen als Hengist en rossig als vrouw Blida, maar hij had het onvervaarde, blufferige over zich dat de Jutse koningszoon gekenmerkt had; hij bruiste snel en handtastelijk op tegen mensen die hem de waarheid zeiden, zoals velen van ons dat nog steeds tegen de hertogen gewend waren. En net als Hengist had Aesko het halsstarrig denkbeeld in vlees en bloed opgenomen dat wij de Britse bodem nooit meer vaarwel mochten zeggen, integendeel, dat wij er ons in moesten vastkrampen als de wolf aan zijn buit, en de kroon op het werk zetten door blijvend terug te keren in het rijk van Rankgonus dat wij verspeeld hadden.

Wij hadden eindelijk - per schip - verbinding herkregen met

[pagina 112]
[p. 112]

onze broeders en bondgenoten in het noorden. Zij waren door Britse legers geteisterd zoals wij, maar hadden niet zulke nederlagen geleden; de vijand had hen niet kunnen verdrijven uit hun nieuwe nederzettingen langs de muur. Zo stond de macht van Okta en Ebissa in het noorden nog; zij beloofden ons zelfs hulp en zonden ook in de winter na onze laatste nederlaag schepen en mannen. Deze helpers brachten een krijgsplan mee: pal na het lentefeest zouden Friezen, Jutten en Angelsaksen een strooptocht beginnen in het noordoosten; de Britten zouden worden aangelokt om ze terug te slaan en wij konden een nieuwe aanval wagen in het zuiden.

Wij vierden het lentefeest op Thanet met bedrieglijke luidruchtigheid, vreugdevuren en groot getier. Als de Britse verspieders op de kust de indruk kregen dat wij stompzinnig waren geworden en alleen nog bij machte om kruiken te legen, was dat voor onze voornemens des te beter. Wij lieten een bezetting achter die voor de schijn bleef doorfeesten, maar onze grootste legermacht ging achter de vuren en het voorjaarsgebrul heimelijk scheep en voer om Thanet heen een eindweegs langs de zuidkust, waar wij nog voor zonsopgang in de Schollenbaai aan land gingen vanwaaruit wij een half jaar voordien in vissershulken waren gevlucht.

Hengist had voor wij wegvoeren een beroep gedaan op onze uiterste hardnekkigheid. Hij deelde het bevel met zijn zoon Aesko. Wij rukten snel op; de kleine benden van landvolk en krijgslui die hier en daar tezamenliepen en zich te weer stelden

[pagina 113]
[p. 113]

konden onze vaart niet breken. Wij stieten na weinig etmalen op een Brits legerkamp dat volslagen verrast was door ons verschijnen. Het onthalzen van deze tegenstanders was snel volbracht. Enkelen moeten ontsnapt zijn om de noodmare van onze komst te verbreiden. Terwijl wijzelf een voorlopig kamp hadden opgeslagen bij de voorde in de rivier die wij de Grote Midsweg noemden omdat zij Rankgonus' oude rijk doormidden scheen te delen, vertoonde zich een Brits leger. Wij gingen het tegemoet en sloegen het terug; het week door het dal van de Midsweg en wij vervolgden het tot aan de Tamesa. De Britten konden niet anders dan opnieuw slag leveren. Zij kregen enige hulp van verstrooide benden en wachttroepen aan het water, maar hun lot was bezegeld. Ditmaal bleven wij de jagers; wij dreven het Britse wild bij honderden in de rivier.

Wij konden eindelijk onze gevallenen weer begraven met het afgehouwen hoofd van een vijand in de arm. Hel kreeg haar deel van de gesneuvelde Britten, dat was een uitgemaakte zaak, maar in Walhalla en Folkewang moest nu vreugde heersen, een geweldig weerzien, een geweldige feestdronk, verbazing en opgetogenheid onder de hoge helden. De gedachte verzoende ons met bittere en langgedragen wrok over de dood van hertog Horsa en zoveel anderen die wij indertijd niet van het slagveld hadden kunnen oprapen, laat staan een begrafenis geven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken