Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het zwaard, de zee en het valse hart (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het zwaard, de zee en het valse hart
Afbeelding van Het zwaard, de zee en het valse hartToon afbeelding van titelpagina van Het zwaard, de zee en het valse hart

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.19 MB)

ebook (3.60 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het zwaard, de zee en het valse hart

(1966)–Theun de Vries–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 140]
[p. 140]

34



illustratie

De oorlog tegen de mannen uit de westelijke bergen mag met al zijn haperingen en hachelijke tussenpozen vijf, zes jaar geduurd hebben. Onze macht was niet verzwakt, maar wij voelden de aderlating en waren blij omdat er nog altijd volk van overzee kwam: nu meest Jutten en Angelen, een enkele maal Franken van de Rijn, ofschoon zij weinig in aanzien stonden. Ze waren geneigd tot bedrog en twist, en als zij mee vochten op onze ondernemingen aasden zij meer op buit dan op overwinning.

Meer en meer Friezen in het rijk rondom Kantelberg namen Britse vrouwen; de vermenging bleef doorgaan. Vrouwen van de overwonnenen vallen van ouds voor de overwinnaar; het omgekeerde komt nauwelijks voor. In onze legerkampen heerste al meer spraakverwarring; ook het Brits ontbrak niet, nu de zonen van Vortigern en hun volk aan onze zijde vochten. Than Wipped hield stand in het hart van Brittannië; hij had zich zelfs tijdens een van de lange winterpozen koning van alle Britse landen laten kronen in een van de afgelegen Christensteden. Wij zochten hem in het voorjaar op, dreven hem uit de stad en brandden de kerk die hem deze onbeschaamde eer had bewezen tot op

[pagina 141]
[p. 141]

de grondvesten toe af en de Britten dorsten geen bezwaar maken. Wij hadden lang vergaderd, de leidsmannen van de oorlog, Hengist en zijn zonen, Ebissa, de Angelsaksische en Jutse hoofdlingen. Wij hadden eerder overwinningen op de than behaald, en elke keer had hij kans gezien terug te komen, zijn nederlagen goed te maken en ons terug te dringen tot ons punt van uitgang. De veldtochten dreigden ons uit te putten, Wipped scheen vanachter zijn gebergten die wij ééns in de verte groen hadden zien schemeren, steeds nieuw volk te kunnen bijeenbrengen, al moest toch ook daar een grens zijn aan het aantal weerbaren. Hertog Hengist pleitte voor een laatste, grootscheepse en beslissende slag tegen de Westmannen en de meerderheid viel hem bij.

Wij zamelden het grootste leger dat wij ooit in het veld gebracht hadden; wij haalden zelfs een deel van het thuisgebleven volk achter ploeg en vee vandaan. Wij hadden de nijdige halsstarrigheid in onszelf aangekweekt die ons destijds aan de Grote Midsweg de overwinning op de Britten en de herovering van ons verloren rijk bezorgd had. Ik prentte mij bij elke mijl die wij aflegden het beeld in van een verslagen vijand die om genade jammert. Ik ried al mijn mannen aan om eenzelfde beeld voor ogen te nemen: een tegenstander die met gebroken wapens en op de knieën komt aangekropen om zich te onderwerpen.

Het beeld mag geholpen hebben: Hengists voornemen ging in vervulling. Wij rukten op over een landstreek van ongekende breedte, wij veegden al wat verzet bood onder de voet als met eggen van ijzer. Wat achter ons kwam te liggen bloedde of

[pagina 142]
[p. 142]

smeulde en zou voor lange jaren niet de kracht hervinden om op te staan.

Het hoofdleger van de than wachtte ons op achter de Bossen van het Midden, op golvend en schraal gebied. Ik bleef het beeld van de machteloos kruipende vijand voor ogen houden. Wij stelden onze slagorden op en stietten de horens; wij brulden onze aanvalsroep; wij lieten bijlen, pijlkokers en zwaarden ongehoord kletteren. De mannen van de than tilden hoge witte vaandels tegen ons omhoog waarop een kruis was afgebeeld. Zij zongen iets, tezamen en op hoge galmende toon; hun toverspreuken. Zij rukten ons zonder vrees tegemoet. Wij brulden luider, maar wij sloegen ook harder. De lange, zware ketting van strijdkrachten die wij dwars over het Britse Midden gesleept hadden sloot zich langzaam en vast om de plek waar de than zich met zijn leger bevond. Het was zijn rampdag. Zijn strijders werden galmend en onbevreesd te pletter gedrukt tussen de schaliën van onze ketting. Toen de avond niet ver meer was stapten wij over de verstomde slagorden heen die zich niet hadden overgegeven maar doodgevochten. Onze Friezen, Jutten en Angelsaksen waren schor van zegekreten. Voor ons uit op het slagveld dat koud en geel werd onder de koude gele hemel brak de laatste kleine bende van tegenstanders uit. Aesko sprong al te paard - hij wenkte mij en een aantal makkers.

‘Dat kan niemand anders zijn dan than Wipped! Achtervolgen, Liafbarn; hij mag niet ontsnappen!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken