Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde (1962)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde
Afbeelding van Het werkelijkheidsgehalte in de letterkundeToon afbeelding van titelpagina van Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.09 MB)

Scans (10.52 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde

(1962)–Victor E. van Vriesland–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

1

Het is een eigenschap van het denken, dat het veralgemeent; het denken is zelf een soort van generaliseren. De taal, die het instrument van het denken is, is dat ook. Op deze wijze wordt door het denken en door de taal de werkelijkheid vervalst, gelijk reeds Henri Bergson heeft aangetoond. Ditzelfde geldt voor de litteratuurbeschouwing.

In de litteratuurgeschiedenis en de litteratuurkunde is het gevaar van onwetenschappelijkheid groot. Want haar object is een kunst. Elk kunstwerk is een in zichzelf besloten eenheid, een in zichzelf voltooide microcosmos, het is uniek en onherhaalbaar. Zodra de beschrijving der feiten en der verschijnselen (het zuiver fenomenologische terrein) verlaten wordt; zodra richtingen en scholen, het geestelijk milieu, onderlinge beïnvloeding, maatschappelijke achtergronden en dergelijke waarden aan de orde komen, ontstaat het gevaar dat de theoretische veralgemening en abstrahering aan iets van het wezenlijke voorbijgaat of tekort doet.

‘Les formules générales,’ zegt C.A. Sainte-Beuve, ‘n'attestent qu'une vue et un vœu de certains esprits; il est mieux d'en être sobre et de ne les faire intervenir qu'à la dernière extrémité.’Ga naar eind1 Het afzonderlijke geschrift is altijd gecompliceerder dan het theoretische schema. Beter dan over een stroming, een litteraire school of een richting, kan men zich dus een begrip vormen over het œuvre van één auteur; beter dan over dat œuvre over één werk daaruit; beter nog over één pagina; over één regel; over één concreet woord. Men zij dus gewaarschuwd met betrekking tot de relatieve onwetenschappelijkheid van een beschouwing als die in dit boek zal worden gehouden.

Wie de letterkunde theoretisch beoefent moet er zich bij neerleggen, dat de rijke verscheidenheid en wisseling van de werkelijkheid der litteratuur vereenvoudigd wordt en daardoor vertekend. Door steeds vernieuwd contact met de concrete realiteit der litteratuur zal die vertekening steeds weer gecorrigeerd moeten worden. Ook bij de beschouwing van littera-

[pagina 8]
[p. 8]

tuur denken we nu eenmaal schematisch en in categorieën. De neiging, om de veelheid der letterkundige verschijningen overzichtelijk te maken, te overzien, dwingt ons deze te herleiden tot enkele grondvormen en geregeld, al is het onder steeds weer andere vormen en namen, terugkerende vaste figuren. Wij hebben dus het onvermijdelijk subjectieve van onze indelingen te aanvaarden, maar moeten wel ervan bewust blijven, dat de bewijsbaarheid eraan ontbreekt.Ga naar eind2

eind1
‘Causeries du lundi’, XIII, geciteerd bij prof. dr. S. Dresden ‘Bezonken avonturen’ (Amsterdam 1949) p. 23.
eind2
Het min of meer vaste en weinig veranderlijke grondpatroon van de menselijke geest is het blijvende element waarop de veranderlijke invloed van de tijd de wisseling aanbrengt. ‘So neu sich auch alles gebärdet, in der Grundkomponente unterliegt es einem durch die Jahrtausende unveränderten Menschenbild.’ V.O. Stomps ‘Subjektive Bilder’ herausgegeben von Günter Bruno Fuchs (Hommerich & Frankfurt 1960) p. 10.
Donkersloot zegt: ‘De literatuurgeschiedenis is opgegroeid in de schaduw van de geschiedenis in het algemeen. Het literatuuronderzoek is lange tijd niet anders voor mogelijk gehouden dan als historisch onderzoek, dus vooral als feitenonderzoek. De daarbij gebruikelijke mening was, dat de interpretatie van literatuur, wanneer die al noemenswaardig voorkwam, in elk geval niet in aanmerking kon komen om als wetenschappelijk te gelden, de interpretatie van afzonderlijke werken nog minder.
De vraag kwam niet op naar een wetenschappelijke interpretatie van literaire kunstwerken, dus naar een systematisch verantwoorde interpretatie ervan. Tenminste, die vraag kwam meestal niet op onder het gezag van de wetenschap, en wanneer zij opkwam, rekende men dat buiten de verantwoordelijkheid van de wetenschap. Het werd meestal zelfs niet voor mogelijk gehouden dat kritisch onderzoek van taalkunstwerken op andere wijze mogelijk was dan louter subjectief. De literaire kritiek heet dan ook nog altijd doorgaans een subjectief bedrijf. Men moet erkennen, dat literaire kritiek inderdaad meestal werkelijk een subjectief bedrijf is, maar het is dat daarom niet per se. Men ziet nog te veel over het hoofd, dat interpretatie van literatuur ook op wetenschappelijke wijze mogelijk is en dat op grond van wetenschappelijke interpretatie ook wetenschappelijke kritiek van literatuur mogelijk is. Uit de geschiedenis van de literatuurgeschiedenis en van het ontstaan van de literatuurgeschiedenis uit de rationalistische geesteshouding valt op te maken de ontwikkeling naar een meer geschakeerde en meer op de literatuur dan op die enkele feitengeschiedenis gerichte literatuurwetenschap.’
‘Want,’ zegt Donkersloot verderop, ‘de mededeling van de historische feitelijkheid is al een keuze, een gradering, een waardering. Anders immers zou men geen enkel feit onvermeld laten en al het geschiede moeten opsommen, over al het geschiede even uitvoerig moeten zijn.’
Donkersloot spreekt ten slotte over ‘de waarde van de historische feitelijkheid, mits die gericht wordt naar het krachtveld van de literatuur zelf en dus uit de sfeer, uit het wezen van de kunst zelf wordt beoordeeld en niet slechts als detaillering of illustratie en uitwendige toelichting dient voor de levensgeschiedenis van de auteur of de geestesgeschiedenis van een tijd, de sociale geschiedenis van de maatschappij, doch als historisch element opgenomen is en meedoet, geïntegreerd is in de geesteswetenschappelijke waarneming met alle aspecten van dien, zodat een samenwerking ontstaat van de historische gegevens met wat de hoofdzaak blijft en niet anders dan de hoofdzaak zijn kan: de interpretatie, die in haar laatste of vóórlaatste wezenlijkheid reeds het gebied van het wetenschappelijk onderzoek achter zich heeft gelaten, immers dan toegerust met al die gegevens van het geesteswetenschappelijk onderzoek is voortgeschreden tot het beleven zelf, die samenwerking van de interpretatie en van de historische gegevens die Kayser heeft doen concluderen, dat daarmee een kans ontstaat voor een literatuurwetenschap welke de literatuur zelf, het kunstwerk van de taal, weet te behouden en weet te respecteren als de binnenste cirkel van het onderzoekingsveld van deze wetenschap.’
Dr. H. Schmidt Degener, dr. E.J. Dijksterhuis, dr. H. de Vos, dr. J.S. Bartstra, dr. N.A. Donkersloot, dr. H. Baudet ‘Het rationalisme. Zes belichtingen’ (Den Haag 1960) p. 86, 87, 93, 94, 97.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken