Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Anatomia. Dat is ontledinghe van den geestelycken mensch (1622)

Informatie terzijde

Titelpagina van Anatomia. Dat is ontledinghe van den geestelycken mensch
Afbeelding van Anatomia. Dat is ontledinghe van den geestelycken menschToon afbeelding van titelpagina van Anatomia. Dat is ontledinghe van den geestelycken mensch

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.97 MB)

ebook (3.73 MB)

XML (1.02 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

leerdicht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Anatomia. Dat is ontledinghe van den geestelycken mensch

(1622)–Frederik de Vry–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

Anatomia,
Dat is: Ontledinghe van den Geestelijcken Mensch.

Het eerste Capittel.
Vande beschryvinghe des Geestelijcken Mensches.

 
GELYCK hoogh-noodigh is, tot nut, dienst, goef gerijf
 
Van't menschelijck geslacht, het wonderbaer bedrijf
 
Der Medicinen wijs, die welcke wel ontleden
 
Des lichaems deelen al, om met verstant en reden,
 
Te sorghen voor het geen, den mensche is gesondt,
 
En als een mensch mach zijn, sieck, kranck, of oock gewondt,
 
Te geven goeden raedt om hem weer te genesen,
 
Om te besorghen wel wat hem mach noodigh wesen:
 
Soo is den Christen mensch, meer noodigh, dat hy weet,
 
Hoe den Geest'lijcken mensch nae Gods woord wordt ontleed,
 
Meer nut, dienst en profyt, d'ontledingh hem kan geven,
 
Vanden Geest'lijcken mensch, om in een heyligh leven
 
Te leeren leven soo, dat Godes gunste goed
 
Hem altijt blyve by. Want als al word behoed
 
Door Medicynen kunst, een mensch hier in dit leven,
 
Dispoos en wel gesont, wat is daer aen bedreven?
[pagina 2]
[p. 2]
 
Als hy de gunste Gods genieten niet en mach:
 
Der Medicinen kunst niet verder maeckt gewach,
 
En verder niet en streckt als tot dienst van dit leven:
 
Maer tot veel beter eyndt d'ontledingh werd beschreven
 
Vanden Geest'lijcken mensch: want daer door word geleert,
 
Dat, als die met der daedt wel wordt gepractiseert,
 
Den mensch de gunste Gods, met zijn gaef-rijcken zegen,
 
By blijft, soo wel al-hier in alle zyne wegen,
 
Als na dit leven oock. Soo dat seer breedt en wijdt
 
Sich uyt-breyd ende streckt 't geluck, nut en profijt
 
Der ontledinge goed van't geestelijcke leven:
 
Want door practyck van dien, die ondeught wordt verdreven,
 
De deught wel wordt betracht, den wegh recht wordt geleydt
 
Ten Hemel, dat is, tot d'eeuwighe saligheydt.
 
De Geestelijcke mensch is hier het zout der aerden,
 
End' is, om Christi wil, by Godt in grooter waerden.
 
Waerom, gelijckerwijs de Medicyn met vlijt
 
Den natuurlijcken mensch ontleed tot goed profijt,
 
Alsoo is nu mijn wit mijn penne te besteden,
 
Om den Geest'lijcken mensch eenvoudigh te ontleden,
 
Om by aenwysingh van des lichaems deelen veel,
 
Te wysen aen in't kort het een of't ander deel,
 
Den een of d'ander plicht van't Geestelijcke leven:
 
Waer toe alsoo ick my nu meene te begeven,
 
En dat ick my daer toe oock vinde onbequaem,
 
Soo bidd' ick Godt den Heer aldus in Christi naem.
 
O almachtighe Godt, al-wijs, al-goede Vader,
 
Zijt my, om Christi wil, door u Geest, een berader,
 
Geeft my goed klaer gesicht, verlicht mijn dom verstant,
 
Stort wijsheyd in mijn hert, regeert mijn swacke hant,
 
Mijn onbequaemheyt groot neemt wegh en wilt verdryven,
 
My met bequaemheyt goed begaven en geryven,
[pagina 3]
[p. 3]
 
De gaven my verleent, nootwendigh tot dit werck,
 
Maeckt my daer toe, o Heer, voorsichtigh, wijs en sterck,
 
Wilt my ten eynde toe door uwen Geest by-blyven,
 
In vloyend' goed Gedicht, my helpen wilt beschryven
 
Ende ontleden wel den Geestelijcken Mensch,
 
Verhoort daer toe, o Heer, mijn bidden en mijn wensch,
 
Op dat ick, door u hulp, tot u lof, prijs en eere,
 
Verbreydingh van u Woordt, verklaringh vande Leere
 
Die na de waerheyd is, groot-makingh van u Naem,
 
Oock tot een onderwijs, en leeringhe bequaem
 
Den Christen Mensch; en voort, om Christi Kerck te stichten,
 
Ontleden mach, o Heer, in vloeyende Gedichten
 
Den Geestelijcken Mensch, die uyt geen vleesch of bloedGa naar margenoot+
 
Geboren is, noch word door vleesch of bloet gevoed:
 
Op u hulp, in dit werck, verlaet ick my, o Heere,
 
Wilt my van uwen Geest ontblooten nimmermeere:
 
Met een geloove vast, op u Heer, gae ick voort,
 
Vertrouwende dat ghy mijn bidden hebt verhoort.
 
Om dees ontledingh dan met ordre te beginnen,
 
En my in het begin van't werck niet te versinnen,
 
Soo sal ick nu voor eerst beschryvingh geven van
 
Den Geestelijcken Mensch: en hem ontleden dan.
 
De Geestelijcke Mensch Gods kint is uytverkoren,
 
Door den Heylighen Geest in Christo weer geboren,
 
Die altijt teghen 't vleesch worstelt, en dapper streeft,
 
Het leven van Gods Soon, door het gheloof beleeft;
 
En wordt van dagh tot dagh tot het eeuwighe leven
 
Meer ende meer vernieuwt: dus wort dees mensch beschreven.
 
Beschreven wordt die Mensch met meer als eenen naem.
 
j. De Geestelijcke mensch, om dat die seer bequaem
 
Door den Heylighen Geest herboren is, en krachtighGa naar margenoot+
 
Na Godes even-beelt meer en meer word waerachtigh,
[pagina 4]
[p. 4]
 
Ga naar margenoot+Herstelt door Godes Geest van dagh tot dagh, en leeft
 
Een leven geestelijck, en sich te doen begeeft
 
Ga naar margenoot+Des geestes wercken goed, en tracht altijd te wandelen
 
Geestelijck, om voortaen wat heyligh is te handelen.
 
Ga naar margenoot+De geestelijcke mensch wordt als in tegendeel
 
Gestelt teghen den mensch, die vleesch is in't geheel,
 
Tracht na't geen vleesch'lijck is, is verkeert en bedorven,
 
Veracht wat geest'lijck is, in sonden leyd verstorven.
 
ij. Dees mensch, word oock geseyt, een nieuwen mensch te zijn,
 
Een nieuwe creatuur, en dat in sulcken schijn
 
Ga naar margenoot+Soo die wel wordt vernieuwt, en naer Godt wordt herschapen,
 
Dat hy gerechtigheyt end' heyligheyt soud' rapen:
 
Dat is, een nieuwen mensch, een nieuwe creatuur,
 
Om dat tot heyligheyd vernieuwt word zijn natuur,
 
Wordt nieuw te zijn genaemt, soo die wordt vergeleken
 
Al met den ouden mensch, aerds, sondigh, vol gebreken,
 
Die onherboren is, en buyten Christum staet,
 
Bekleed en aengedaen met het onreyn gewaet
 
Der sonden, waer in dat hy sondigh is ontfanghen,
 
Geboren oock, en voort tot boosheyd streckt zijn ganghen.
 
En volght het blint vernuft, van zijn natuur verkeert:
 
Het welcke moet in dees vernieuwing zijn verseert,
 
Gebroken en vernieuwt. Soo dat de vrome moeten
 
Vertreden meer en meer, geheel onder haer voeten
 
Den ouden mensch; en die soo voort tot niet doen gaen,
 
Op dat de nieuwe mensch met blijdschap op mach staen;
 
En soo van dagh tot dagh meer en meer mach aen-groeijen,
 
Dat in het leven nieuw gelooves vruchten bloeijen.
 
Ga naar margenoot+iij. Hem d'inwendige mensch benaemt oock de Schriftuur,
 
Gestelt teghen het vleesch, dat draghet vruchten suur.
 
Inwendigh als gestelt, teghen den mensch uytwendigh,
 
Die nae-aept 's werelts loop, doet werelds wercken schendigh.
[pagina 5]
[p. 5]
 
Dit zijn de namen drie, van dien mensch, die ick hier
 
Beschryven sal. God geef zijn zegen goedertier,
 
Dat ick tot zijnder eer, met stichtingh voort mach treden,
 
En desen nieuwen mensch van lit tot lit ontleden.
margenoot+
Ioan. 1:13.
margenoot+
1. Cor. 2:15.
Galat. 6:1.
margenoot+
Rom. 8:1.
margenoot+
Iudic. v. 19.
margenoot+
Ephes. 4:17.
18.
margenoot+
Ephes. 4:24.
2. Cor. 5:17.
Galat. 6:15.
margenoot+
Rom. 7:22.
2. Cor. 4:16.
Ephes. 3:16.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken