Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche historie. Deel 1 (1749)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche historie. Deel 1
Afbeelding van Vaderlandsche historie. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche historie. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.51 MB)

XML (0.91 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche historie. Deel 1

(1749)–Jan Wagenaar–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Ga naar margenoot+ XIII. Togten van Maximiaan Herkulius tegen eenige Germanische volkeren.

In deezen tyd, werdt Diokletiaan, door het Leger, tot Keizer verklaard, die Maximiaan Herkulius, welken hy, tot Cezar benoemd hadt, met een Leger, naar Gallie

[pagina 219]
[p. 219]

zondt, om den opstand der landluiden, die zigGa naar voetnoot(1) Bagauden noemden, te dempen; waar in hy zo wel slaagde, dat dit Volk overwonnen, en de rust in een gedeelte van Gallie hersteld werdtGa naar voetnoot(r). Daar na den Ryn overgetrokken, wilde hy doen zien, dat deeze stroom, niet langer tot eene grensscheiding des Ryks zou strekken; maar dat, gelyk het een oud Lofredenaar uitdrukte, het Ryk geene paalen hadt dan die van zyne wapenenGa naar voetnoot(s). Zeker genoeg is het, dat hy verscheiden' Overrynsche Volkeren overwonnen heeft: deGa naar voetnoot(2) Burgondiërs en Alemannen door uithongering, deGa naar voetnoot(3) Chaibonen of Cavionen,

[pagina 220]
[p. 220]

enGa naar voetnoot(4) Herulen in een fel gevegt; waar uit 'er zelfs, zegt men, niet een eenige ontkwam, om tyding van de nederlaag te brengenGa naar voetnoot(t). 't Schynt, dat deeze volken, by eenen droogen Zomer, over den Ryn getrokken en in Gallie gevallen waren; alzo men gemeld vindt, dat de Galliërs, na de overwinningen, door Maximiaan behaald, hunne veiligheid niet meer in het sterk wassen van het Rynwater zouden behoeven te stellen, of bevreesd te zyn, als de stroom, door de Zomer-hitte byna uitgedroogd, zo traaglyk liep, dat 'er de kleinste keijen, die, door de heldere golfjes heenen, op den grond ligtelyk te zien waren, niet door konden voortgedreeven worden. 't Gene men 'er bygevoegd vindt, dat Maximiaan al het Overrynsch gewest aan het Romeinsch gebied onderworpen hadtGa naar voetnoot(v), schynt voor grootspraak te moeten gehouden worden. En is dit geenszins te verwonderen, daar hem de oude Lofredenaars zelfs hebben

[pagina 221]
[p. 221]

durven toeschryven, dat hy de eerste zou geweest zyn, die de Romeinsche Legertekens over den Ryn gevoerd hadtGa naar voetnoot(w): even als of men de oude Overrynsche togten van Cezar, van Druzus, van Germanikus, van Trajaan en van anderen voor loutere verdigtsels moest houden. Doch 't gaat wat zekerer, dat hy de Franken, in deezen togt, overwonnen, en derzelver zeeschuimeryen belet heeftGa naar voetnoot(x). Zelfs noodzaakte hy hen om, verzeld van hunnen Koning, hem om de vrede te komen smeekenGa naar voetnoot(y). Vermoedelyk is deeze Koning toen van hem in zyn gebied bevestigd geworden. Ten minsten vindt men duidelyk genoeg getuigd, dat Maximiaan, over deeze en gene overwonnen' of bevredigde volkeren, Koningen aangesteld, of de reeds aangestelden, in hun gezag, bevestigd heeft: onder welken, zekere Ezatech of Athech en Genobon of Genobaudes met naame genoemd wordenGa naar voetnoot(z). Van welken laatsten, de Triersche Jaarboekschryver aantekent, dat hy over de Franken, die zig in Batavia neder gezet hadden, het gebied voerdeGa naar voetnoot(a). Maximiaan plaatste wyders eenige Franken, in de ledige landen der Nerviën en Treviren, alwaar hun akkers om te bebouwen werden afgestaan,

[pagina 222]
[p. 222]

mids dat zy zig verbonden, naar de Romeinsche wetten, te leevenGa naar voetnoot(b). Te gelyk werdt den gantschen Landaart verzekering gedaan van de vriendschap der Romeinen, wanneer men zig in rust hieldt, en naliet de stroomen over te trekken, om de Wingewesten des Ryks te beroerenGa naar voetnoot(c).

margenoot+
284.
voetnoot(1)
Du Cange leidt het woord Bagauden af van het oud Gallisch woord Bagat of Bagad; 't welk eene Vergadering des Volks betekent. Glossarium mediae & insimoe Latinitatis Voc. Bagaudae. Voiez aussi L'Abbé Dubos Hist. Crit. de la Monarchie Franç. Livre II. Ch. II. p. 282. Edit. d'Amst.
voetnoot(r)
Eutrop. Libr. IX. Cap. 20.
voetnoot(s)
Cl. Mamertini Panegyr. Maximiano Herc. Cap. VII. num. 3.
voetnoot(2)
De Burgondiërs worden van Plinius (Libr. IV. Cap. 14.) een gedeelte der Vindilen of Wandaalen genoemd, en zouden dus, gelyk deezen, in Poolen schynen gewoond te hebben. Zeker is 't ondertusschen, dat zy, naderhand, eer zy nog in Gallie gevallen waren, digter aan den Ryn, omtrent den Meinstroom, gewoond hebben. Orosius zegt zelfs (Libr. VII. Cap. 19.) dat zy hier, door Druzus en Tiberius, zouden geplaatst zyn geweest, en, langs de grenzen, Burgten gestigt hebben, naar welken zy den naam van Burgondiërs, als of men zeide Burgtwoonders, zouden gekreegen hebben. Sokrates plaatst (Hist. Eccl. Libr. VII. Cap. 30.) de Burgondiërs ook over den Ryn, en zegt, dat zy zig meest met het timmeren, of het maaken van houtwerk geneerden.
voetnoot(3)
Tacitus plaatst (de Morib. Germ. Cap. XL.) een volk over de Elve, 't welk hy Avionen noemt. Of deezen de Chaibonen of Cavionen zyn, van welken Mamertinus spreekt, beken ik niet te weeten.
voetnoot(4)
De Herulen hebben, oudtyds, naar 't getnigenis van Prokopius (de Bello Gottbico Libr. II. Cap. 14.), ten noorden van den Donauw gewoond; en zyn, eerst in de zesde eeuwe, ten zuiden dier Riviere geplaatst geworden. Wy zullen deezen Landaart, eerlang, nevens de Batavieren gevoegd, in de Romeinsche Legers, ontmoeten.
voetnoot(t)
Cl. Mamertini Panegyr. Maxim. Hercul. Cap. V. & ejusdem Genethliacus Cap. VII. num. 2.
voetnoot(v)
Id. Panegyr. Maximiano Herc. Cap. VII. num. 4, 7. Ejusdemque Genethliacus eidem Cap. VI. num. 6.
voetnoot(w)
Interti Epithalamius Maximiano & Constantino, Cap. VIII. num. 4.
voetnoot(x)
Cl. Mamertini Genethliacus Maximiano Herculeo, Cap. VII. num. 2.
voetnoot(y)
Cl. Mamertini Genethliacus Maximiano Herculeo, Cap. V. num. 4.
voetnoot(z)
Id. Panegyr. Maximian. Hercul. Cap. X. num. 3.
voetnoot(a)
Broweri Annal. Tievir. Tom. I. p. 198.
voetnoot(b)
Eumenii Panegyr. Constantio Caesari Cap. XXI. num. 1.
voetnoot(c)
Incerti Epithalamius Maximiano & Constantino, Cap. VIII. num. 5.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken