Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche historie. Deel 5 (1751)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche historie. Deel 5
Afbeelding van Vaderlandsche historie. Deel 5Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche historie. Deel 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.75 MB)

XML (1.04 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche historie. Deel 5

(1751)–Jan Wagenaar–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XIV.
Bede van tweehonderdduizend guldens. Hoe gevonden.

Aan Holland waren, dit jaar, om de kosten van deezen oorlog te vinden, wederom zwaare beden gedaan. Op den eersten van Lentemaand, vorderde de Keizer, in persoon, tweehonderdduizend guldens: in welke Bede, de Staaten, in Grasmaand, bewilligden. Men vondt 'er honderdduizend guldens van, by verkoopinge van losrenten tegen den penning twaalf, of lyfrenten tegen de penning zes: vyftigduizend guldens, uit een Morgengeld van drie stuivers, de helft door den Eigenaar, en de wederhelft door den Bruiker te betaa-

[pagina 403]
[p. 403]

len, en de overige vyftigduizend guldens, by verscheiden' middelen, door de Staaten, sedert, beraamd. Daar tegen, bedongen zy de afschaffing van den Impost van twee ten honderd op de Westersche goederen, en tienduizend guldens tot beveiliging der Haringvisscherye en Oostersche vaart. Zy zelven zouden Oorlogschepen uitrusten, en, by raade van den Stadhouder, Hoofdluiden over dezelven stellen. Den Impost op de Wynen, dien zy ook gaarne hadden afgeschaft gezien, moesten zy nog voor vier jaaren inwilligen. De Raaden van den Hove moesten, huns ondanksGa naar voetnoot(5), ook deezen Impost betaalenGa naar voetnoot(p). In Oogstmaand, deedt de Landvoogdes wederomGa naar margenoot+ eene Bede van tweehonderdduizend guldens, die, met meer moeite nog dan de voorige, werdt ingewilligd. De Edelen merkten, ter Dagvaart, aan ‘dat het Land reeds met ruim zevenenveertigduizend guldens, aan jaarlyksche Renten, belast was: van welken de Hoofdsom meer dan vierhonderd en tagtigduizend guldens beliep.’ Om welke en andere redenen, zy, in 't eerst,

[pagina 404]
[p. 404]

maar honderd en vyftigduizend guldens wilden toestaan; te vinden, voor de helft, op de Schildtalen, mids den Steden de gewoonlyke kwytscheldingen laatende genieten, welken men, uit een Morgengeld, wedervinden zou: en voor de andere helft, uit verkoopinge van Los- en Lyfrenten, tegen den Penning twaalf en zes. Dordrecht en Amsterdam stemden, eerlang, met de Edelen. Haarlem wilde de geheele honderd en vyftigduizend guldens op de Schildtalen vinden, en de kwytscheldingen uit een Morgengeld. Die van Delft spraken wederom van Schotponden, of een' tienden penning. By de Schildtalen, wilden zy niets opbrengen, dan overstemd zynde, en in dit geval, zo veel als eene der andere groote Steden, Amsterdam uitgenomen. Leiden wilde van geene Schildtalen hooren, en scheen meer tot eenen tienden penning te neigen. Die van Gouda hadden ook geenen zin in de Schildtalen; doch spraken van Schotponden, of eenen twintigsten Penning, met welken zy meenden, dat men zou konnen volstaan. Doch de Landvoogdes niet te vrede zynde met honderd en vyftigduizend guldens, kwamen de Edelen, Dordrecht, Haarlem, Delft en Amsterdam, eindelyk, in Herfstmaand, tot bewilliging in de volle Bede, te vinden de helft op de Schildtalen, en de wederhelft, by verkoopinge van Renten. Leiden en Gouda hadden nog geenen last, om zo veel, op de Schildtalen, in te willigen. Doch de Landvoogdes nam de bewilliging der meerderheid voor volkomen aan, en verleende 'er Ac-

[pagina 405]
[p. 405]

te vanGa naar voetnoot(q). Ten deezen zelfden tyde, hoorden de Staaten de Rekening van den Ontvanger van het Haardstedegeld, in 't jaar 1552Ga naar margenoot+ omgeslaagen, die tusschen de zevenendertigduizend en agtendertigduizend Ponden beliep; doch men moet aanmerken, dat 'er de Haardsteden van eenige Vlekken en Plaatsen niet in uitgedrukt warenGa naar voetnoot(r).

voetnoot(5)
De Raadsheer Cornelis Suys, de voorspraak van den President Viglius verzogt hebbende, om van deezen last ontheeven te blyven, kreeg tot antwoord ‘dat hy zelf, in Brabant, agtenveertig stuivers van ieder aam Wyns, een gulden van elke Haardstede, en den twintigsten penning van zyne Huishuur betaalen moest, en dat 'er, voor de Raaden van Holland ook niets overschoot, dan den gemeenen last geduldig te helpen draagen. Viglii Epist. Select. N. CLX. p. 369.
voetnoot(p)
Adr. van der Goes Regist. op 't jaar 1554, bl. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 19, 20, 22, 36, 37, 39.
margenoot+
Nieuwe Bede van tweehonderdduizend guldens.
voetnoot(q)
Adr. van der Goes Reg. op 't jaar 1554. bl. 22, 23, 24, 26, 27, 30, 33, 34, 35, 36, 39, 41.
margenoot+
Beloop van 't Haardstedegeld.
voetnoot(r)
Adr. van der Goes Regist. op 't jaar 1554, bl. 32.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken