Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Eric (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van Eric
Afbeelding van EricToon afbeelding van titelpagina van Eric

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.58 MB)

Scans (4.65 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Eric

(1931)–Gerard Walschap–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 64]
[p. 64]

XI.

Maar Ernest zag in 't binnenkomen nog juist dat Oscar iets aan papa gaf over den toog heen. Ze deden heel onnoozel, maar zoo gemakkelijk fopten ze hem niet. Van Eric hebben we in langen tijd niets meer gehoord, he papa. Oscar beweerde van zijn mannen ook niets te hooren, het was zeker een maand geleden. Ernest zag dat hij loog. Hij ging tot bij Josephine. Hoe het met de mannen was, geen nieuws? Niet veel, die schrijven niet dikwijls. Wat we allemaal moeten meebrengen als we komen, dat wel, en Yvo mag nu meespelen voor den beker. Ah, heeft hij het misschien geschreven? Ja. Ah dan was 't die brief dien Oscar aan papa gegeven heeft. Ja.

's Avonds aan tafel met papa legt hij het sluwer aan: ‘Eric droomt van voetballen als hij in de poësis zal zitten.’ ‘Niks te voetballen!’ en de oude dokter stuift op. ‘Ik heb het hem altijd verboden en hij doet het niet. Amen. Met al die moderne prullen. Ze stampen mekaar voor heel hun leven onge-

[pagina 65]
[p. 65]

lukkig. Hij voetbalt niet.’ Ernest zegt listig: ‘En Yvo voetbalt wel en papa vindt het goed.’ Goedvinden, hij vindt niets goed van dien hoovaardigen stinker van St. Louis en dat hij voetbalt daar moet hij nog het eerste woord van hooren. Maar juist staat papa op, om zijn witte apothekersjas uit te trekken. In een flits ziet Ernest de kans, hij gaat de winkeldeur uit de klink zetten en hij is nog niet terug of ze waait open, de bel lawaait. Jachtig hijgend grabbelt hij in den binnenzak terwijl papa in den winkel bromt dat hij de snotneuzen naar de eerste goesting rond hun ooren zal kletsen als ze nog eens aan de klink durven komen.

Nu sluipt hij naar boven, jaloersch en gejaagd; hij is achter het geheim, wat zijn eigen kind tegen hem heeft en voor hem verbergt. Is het waar dat mijn allerliefste mamake krankzinnig geworden is? Is het waar dat zij zich gezelfmoord heeft? Is het waar dat papa daarvan de vallende ziekte... Hij ziet de redenen en het doel van zijn leven vergaan en als de oude dokter aan de trap roept: Ernest ligde er al in? krijgt hij geen antwoord dan den doffen plof op de planken en woest gescharrel als lagen

[pagina 66]
[p. 66]

twee mannen daar zwijgend te worstelen.

Nu is de blindheid voltrokken, die vurige zwarte oogen, het is om tegen de muren op te loopen. Nu kunt ge bij zijn bed zitten, zijn ingevallen en grijzende slapen bezien en weenen zonder dat hij het ziet. Maar moeilijker is het voor den ouden dokter als hij over 't bed moet buigen, de wakke vingeren zijn gezicht laten betasten en die groote struische man, die zijn zoon is, hem papake noemt. Hm, zegt hij, offer alles op voor uw kind en hij neemt de twee handen weg en snikt even. Het is Oscar die spreekt van ‘chirurgisch ingrijpen’ om de oogen te redden en ook Ernest vindt dat goed. Hij vindt het nu goed en morgen weer niet, hij vraagt Oscar nu vergiffenis voor al wat er geweest is en zegt morgen: ik betrouw u niet, kerel; hij jammert dat Eric van hem weggehouden wordt en wat later moet papa boven komen en zet hij glimlachend onmogelijke combinaties uiteen om Eric in de illusie te laten dat hij niet blind is. Eric zal binnenkomen en bonpapa zal dan zeggen: ik ga eens zien of hij soms niet slaapt en hij zal dan vertellen hoe Eric er uit ziet en hoe hij gekleed is. En bij voorbeeld zoo van die

[pagina 67]
[p. 67]

trucjes. Het portret van Adelaïde moet ingelijst worden en naast de deur gehangen. Hij zal zeggen: Tiens, papa heeft daar iets nieuws gehangen, geef het mij eens hier Eric, dat ik het zie. En als Eric het hem in zijn handen gegeven heeft, zal hij het nog wat dichter tegen zijn oogen brengen en zeggen: oh het is mama. Dat zal den jongen plezier doen. Hij zal zeggen: Eric, nu zijn we nog eens alle drie tesamen. Opeens weent hij: want hij troost het kind, met een doode moeder en een blinden vader. Maar seffens glimlacht hij weer: zijn plan is fijn overlegd. Als Eric een vraag stelt die hij, blind, niet kan beantwoorden, zal bonpapa den eersten keer het tegenovergestelde antwoorden, den tweeden keer ook, maar elken derden keer zal hij het juiste antwoord geven.

Want hij zou den jongen nog eens willen zien voor hij naar Brussel gevoerd wordt. Maar papa leest hem een zelfgeschreven brief van den directeur voor, zeer vriendelijk gesteld. Indien er eenig gevaar aan de operatie verbonden was, maar het is, hoe ernstig ook, volkomen ongevaarlijk. Dus tot zijn groot spijt enz.

Maar Eric doorstaat al de pijnen der hel.

[pagina 68]
[p. 68]

Elken morgen stolt zijn bloed terwijl de namen afgeroepen worden van hen die uit de bank mogen wippen en hunnen brief komen halen. Elken dag sluit de vereenzaming hem nauwer in, wanhoop omringt hem dichter en dichter. Hij is stil geworden en afwezig, het is de moeite niet meer wat hij nog eet. De maand loopt ten einde, nog altijd niets. Overmorgen zal het plechtig geproclameerd worden: Peu irrégulier, Eric Verhaeghen. De kaart zal verzonden worden; dat zijn gedrag zeer slecht is. Hij twijfelt er niet meer aan, papa, grootvader en Nonkel Oscar hebben hem verloochend, hem uit de familie gestooten omdat hij mama en de eer der familie belasterd heeft. De koord die hij al meer dan een week in zijn linnenkast had en elken avond peinzend in zijn handen gehouden, helpt hem nu langs het venster naar beneden glijden. Hij staat op de straat in den donker, de dag der proclamatie daagt nog niet. Waanzinnig van angst voor gendarmen die hem zeker achterna gezet worden, vliegt hij over de tramsporen. Aan de halt van het eerste dorp haalt de tram hem in. Hij komt 's namiddags thuis. Er is niemand voor wie hij zich op de

[pagina 69]
[p. 69]

knieën kan werpen dan de oude Philippine.

Heere God! Jezus Maria! Is papa dood? Ze pakt naar heur hart en zakt op een stoel. Het duurt nog lang eer hij te weten komt waar papa is. Het volk zag hem naar de statie loopen. De apotheker zal zeker dood zijn. Ja, dat was te peinzen.

Een oud zusterken, amper zoo groot als een eerste communicantje brengt hem bij bonpapa en nonkel Oscar. Bonpapa neemt hem in den arm, drukt zijn gezicht tegen zijn borst als om hem te laten weenen. Maar hij weent niet. Eerst bemerkt hij dat Nonkel Oscar hem vragend zit te bezien met een plooi tusschen zijn wenkbrauwen en wegkijkt als hij hem aanziet. Dan bemerkt hij vier kleine gaatjes in den muur. Met het vijfde had men eindelijk een voeg tusschen de steenen gevonden en daar zit de nagel nu vast, daaraan hangt een ‘Règlement’. ‘On peut visiter les malades chaque jour de 14 à 16 heures.’ Iemand vraagt of hij papa nog eens wil zien. Hij gaat maar en hij gaat maar en eindelijk duwen ze hem binnen. Ja, dat is papa, met een verband om het hoofd juist gelijk mama. Achter hem staat een oude man te kreunen en opeens is het of

[pagina 70]
[p. 70]

men hem weer zooals toen op den arm houdt, en zijn gelaat tegen dat van den doode brengt. Maar nu wordt hij losgelaten en hij valt tegen de kille wang aan. Aan zijn oor fluistert iemand: ge ziet toch dat het papa is he? en of hij misschien niet kan weenen. Eric schudt neen en kijkt verlegen weg. Geef papa nog een kruiske.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken