Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Eric (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van Eric
Afbeelding van EricToon afbeelding van titelpagina van Eric

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.58 MB)

Scans (4.65 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Eric

(1931)–Gerard Walschap–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 116]
[p. 116]

XVIII.

Maar 's anderendaags was ze bij haren biechtvader geweest en die zou hem alles zeggen waartoe zij niet meer den moed had. Hij wilde van geen biechtvader weten, zeg mij dat zelf, ik weet wat het is: Eric, ik heb u lief. En dan zal hij zeggen: Martha, ik heb u miljoen keeren liever. Weer begint zij te weenen en loopt den trap op.

Hij gaat naar dien biechtvader, ah ik ben blij dat u komt, voor u en voor Martha. Steek een sigaar op. Martha heeft hem al lang over Eric gesproken. Hij weet dat zij hem geschreven heeft en met opzet brutaal en koel. Zij vreesde dat Eric op de slechte baan was en dat kon zij niet lijdzaam aanzien. Daarna heeft zij een dubbelen strijd gestreden, toen zij bemerkte dat Eric haar zocht. Waarom die vreemde terughoudendheid. Hij zal het hem onmiddellijk en zonder omwegen zeggen. Martha heeft geen ouders meer. Haar vader was opziener aan den tram, tuberculeus. Een jaar na hem is de

[pagina 117]
[p. 117]

moeder gestorven nog wel aan vliegende tering. Er waren twee kinderen: Martha en Hubert. Hubert is....

- ‘Heb ik dien niet gekend,’ vroeg Eric bleek en het kwam uit dat hij Hubert in het college gekend had, dan wist hij hoe Hubert gestorven was. In volle spel tegen een grooten jongen van de Rhetorica geloopen, achterover op het hoofd gevallen. Hij heeft nog drie dagen geleefd. Bon.

Ja, het is een droeve geschiedenis, die de Pater hem moest vertellen. Uw sigaar is vast uit, hier zijn stekskens. Ge kunt al denken wat ik nu ga zeggen: met Martha's gezondheid is het ook niet goed, neen absoluut niet goed, enfin tuberculeus. Zij weet dat zelf. Daarom heeft zij niet gewild dat U haar op den mond kuste. Eric bloost. En nu laat Martha hem vergiffenis vragen omdat zij een avond, een treinreis, zwak geweest is. Zij smeekt hem haar dat te vergeven. Dan zegt de Pater nog vele schoone woorden die Eric niet meer begrijpt. Zeg haar dat het goed is.

Natuurlijk is het goed, want hij wil toch een geslacht gezond maken, zou hij dan aanspannen met een teringlijdster? Gedaan.

[pagina 118]
[p. 118]

En nog vanavond gaat hij naar huis. Hij moest eigenlijk naar huis gaan voor het oudershuis. De kruidenier Caluwaers wou het hebben, maar alleen met huurceel voor negen jaar. Daar zag Eric tegen op; over twee jaar zou hij het huis noodig hebben en wat dan? Caluwaers maakte alles met een lach af: Ge spreekt al van een huis en ge hebt nog geen vrouw. Daarbij Eric is geen mensch om in een dorp te wonen. Gij moet naar de groote stad, gij wordt nog minister.

- ‘Ja, minister van Vlaanderen!’ Maria Caluwaers beziet Eric stralend en vol ontzag. Hij bloost en zij denkt: hoe bescheiden is hij. Maar hij heeft aan het doktoor-spelen gedacht. Dit was de kleine zieke en wat een vrouw nu. De kruidenier zei dat ons Maria Eric ook had hooren spreken in Gent en er heeft een heel artikel over in de gazet gestaan. Ja, die jonge meisjes tegenwoordig, dat is al zoo zot voor 't vlaamsch als de jongens. Meneer Eric, ge moet ons dat huis geven, dat is ook vlaamsche beweging zulle. Ik heb zoo maar elf vlaamsche bewegers, die mij de ooren van den kop eten, ik moet mijn commerce kunnen vergrooten.

Maar het was niet van armoe dat hij ver-

[pagina 119]
[p. 119]

grootte. Zijn vader was boerenknecht, daarna kantonnier geweest. Hij zelf was als kantonnier begonnen en zijn vrouw had gediend in Brussel. Ze hadden eerst een onooglijk bollenwinkeltje gehad en nu ging hij voor den derden keer verhuizen en vergrooten, nu huurde hij een van de grootste en schoonste huizen van 't dorp. Want ze huurden het, Maria smeekte mee, de onderpastoor kwam ten beste spreken voor een groot huishouden, Eric gaf toe.

Wat had Nonkel Oscar daarin te zien, het was of die ruzie met hem zocht. Hij had hem nooit kunnen uitstaan, maar nu was het ruzie zoeken. En tante Josephine was ook al zoo bits. Dacht ze misschien dat een van haar kinderen ook wel ooit dit huis had kunnen gebruiken. Maar als ze dachten dat hij dat bleef aanhooren, hij ging naar dokter Tierens.

's Avonds zat Yvo daar knie aan knie met Lizy en de anderen rond de tafel. Het duurde niet lang of zij schoof naar hem toe of zocht hem en wou fikfakken. Eric kon plots onverklaarbaar vroolijk worden, hij was wel een kop grooter dan Yvo en veel verstandiger en geestiger dan Cyriel. En wat een

[pagina 120]
[p. 120]

schoone jongen, zij weerstond niet aan haren drang naar hem. Sinds eenigen tijd brouwde Yvo de r en dat deed Eric na, ook de fransche woorden. Permiteer dat ik mijzelven presenteer, mijn naam is Eric Verhaeghen. Dan lachte Lizy het luidst en Yvo werd jaloersch als een kater. Intusschen bemerkte Eric toch dat Mevrouw Tierens Lizy liever bij Yvo dan bij hem zag, maar Lizy liet hem niet los. Ten einde raad zocht zij hem op in den donker, ze wou weten waarom hij dat zoo plots gezegd had aan de statie en ze begon te weenen. Wat had zij dan misdaan, hij moest dat zeggen, dan was alles goed. Nu hij ging nadenken vond hij geen reden. Hij had toen gedacht dat hij nooit mocht trouwen, maar sindsdien had hij Martha gezocht en nu het met haar toch niet ging, wat had hij eigenlijk tegen Lizy. Hier drong zich het warme lichaam, het eenige dat hij in Leuven miste, smachtend tegen hem aan. Hij fluisterde dat hij er spijt over had. Het begon met een kus in de inrijpoort. Daarboven hadden zij vroeger doktoor gespeeld en de drift die toen nog jong sluimerde, bezoedelde hen nu.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken