Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tor (1943)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tor
Afbeelding van TorToon afbeelding van titelpagina van Tor

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.00 MB)

Scans (9.69 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Illustrator

André Billen



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tor

(1943)–Gerard Walschap–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 28]
[p. 28]

5

Verandering van midden volstaat volgens de specialisten niet altijd om een neerslachtig neuropaath herop te beuren. Er zijn er die zich van Pontius naar Pilatus laten sleepen, overal wegloopen, of de beest uithangen tot ze worden weggehaald. Het geluk van Tor is duurzaam, oogenblikkelijk, opgetogen, schaduwloos. Dat komt niet van Witten, dat komt van uit het landauken in de armen te springen van Mieke. Hoe ze verder nog heet weet ik ook niet. Ze dient hier dertig jaar zonder familienaam, ze heeft er nooit een willen aannemen van een man. Zij wordt de moeder die Tor in Nel gemist heeft, zij geeft hem een thuis, liefde, warmte. Witten geeft hem haar. Maak daar eens een goede van. Zij neemt hem in ontvangst. Zij brengt hem naar boven. Zij sorteert zijn in een handdoek geknoopte kleerkens. Hij zal slapen in een bed op haar kamer. Daar sliep tot nu toe het jongste meidje, een kind dat zij opleidt tegen dat de grootere meid trouwt, om dan weer met een schoolkind te herbeginnen. Nu moeten die twee meiden op één kamer slapen, nu heeft zij dezen zoon. 's Avonds moeten de twee vroeg naar bed. Dan sleurt zij een grooten zinken bak achter de cuisinière, vult hem met water, pelt Tor af, zet

[pagina 29]
[p. 29]


illustratie

[pagina 30]
[p. 30]

er hem naakt in, schrobt hem van onder tot boven. Hem overmant een diepe weelde. Als zij elk mager putje gezien en gestreeld heeft, hem kent van binnen en van buiten, hem gewikkeld heeft in haar zorg gelijk een zuigeling in zijn doeken, geeft ze hem hartelijk een klets op zijn billen. Ge zult gij gauw ne goeie zijn.

Dien avond al ligt het gesloten karakter in het donker confidenties te doen van bed naar bed. Hij legt haar uit dat arme moeders den tijd niet hebben zich met haar kinderen bezig te houden. Een arm kind heeft om zoo te zeggen geen moeder. Ik heb van de mijne niets dan slagen gekregen, maar ik moet er bij zeggen dat ik ook niet braaf was.

Maar jongen toch, is dat waar? Zijde gij niet braaf?

Zij wordt diep gelukkig. Gelijk een broedzuchtige hen op keien, biljartbollen en kalken eieren blijft zitten, zoo is Mieke niet getrouwd geraakt door te moederen vóór ze kinderen had. Eerst over den vader van Witten. Toen die sukkelachtig werd verzorgde zij hem tot hij in haar armen stierf alsof het haar vader was en niet die van haren meester. Dan werd de moeder van Witten's vrouw kindsch. De vrouw haalde ze in huis. Ons Mieke is toch zoo goed voor oude menschen. Mieke herbegon. Tusschendoor brengt ze Witten's twee kinderen groot. Nu, op kanonieken leeftijd, krijgt ze een kind voor haar alleen. Niemand kijkt er naar om, niemand betwist het haar, het is van haren stand, het zal haar later niet ontvreemd worden.

Er is eens vroolijke ruzie. De meiden beweren dat zij niet meer tellen sinds Tor er is. Mieke verzekert dat zij als moeder geen verschil maakt tusschen haar drie kinderen.

[pagina 31]
[p. 31]

De meisjes blijven haar veertien dagen moeder noemen. Tor ontwent het niet meer. Soms kan zij haar geluk niet op. Nu en dan komt Nel van de Muys kwansuis zoo eens zien. Dan wil Tor bewijzen dat hij een andere jongen geworden is, maar Nel kent hem: voor vreemden een engel en thuis een duivel. Koppig herhaalt zij dat Mieke gerust mag zeggen wat al last hij verkoopt. Tor is blij dat ze weg is, hij pakt Mieke: gij zijt mijn moeder. Wat zegde gij daar, stoute jongen? Maar bloeien, stralen, gloeien doet haar hart.

De eerste maal dat zij in de slaapkamer vertrouwelijk zucht van zorgen en vraagt of hij haar later ook zoo'n verdriet zal doen, zweert hij met hartstocht dat hij haar veel liever ziet dan zijn eigen moeder, nooit of nooit iets zal doen dat zij niet wil en dat hij bij haar blijft zoo lang zij leeft. Ja, dat zegt ge nu, zucht ze, om het hem nog eens te doen zweren.

Hij groeit dat het een lust is. Dat slecht karakter van thuis is hij kwijt. Zijn levertraan op de schouw neemt hij uit eigen beweging. Maar ook zonder levertraan zou hij gedijen: hij vindt alles even lekker, eet van alles even veel. Wat kan hem vroeger toch gemankeerd hebben, want dien jongen kan ik vet mesten met een handvol hooi. Vol liefde nijpt zij hem in de wangen, den arm: wat vast vleesch!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken