Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tor (1943)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tor
Afbeelding van TorToon afbeelding van titelpagina van Tor

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.00 MB)

Scans (9.69 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Illustrator

André Billen



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tor

(1943)–Gerard Walschap–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 47]
[p. 47]

9

De verslagenheid is diep als Tor de chauffeur zijn betrekking opzegt om champetter te worden. De politiecommissaris gaat op pensioen, de veldwachter volgt hem op. Tor Muys vraagt de plaats van dien veldwachter, op twee dagen is dat beslist. Witten is van den donder geslagen, alleman vraagt of Tor turlut is. Niemand denkt dat Mieke indertijd gevrijd heeft met den champetter die commissaris wordt. Daar hebben het er wel tien geprobeerd met dat welgevuld meisje, aangenaam van karakter en model huisvrouw. Ze heeft er maar eenen een beetje moed gegeven, den champetter Sel Benoit, ne paus, nooit in een staminee komen en altijd spreken met groote woorden: administratief, dossier, kadastraal, lezislatief. Mieke heeft altijd een beetje van hem gehouden, maar nooit genoeg om de meesters in den steek te laten die haar niet kunnen missen. Hij heeft haar gesproken over zijn studies op zijn eentje om eenmaal commissaire de police te worden, hij doodarme jongen uit een gehuchtje. Lezislatief mag dat. Zij heeft hem gevolgd met stille genegenheid, hij is jongman gebleven, nu is bereikt wat hij altijd noemde zijn levensideaal. Zij heeft Tor altijd op het voorbeeld van Sel Benoit gewezen.

[pagina 48]
[p. 48]

Die wordt nu beloond voor een leven van ernst en studie, wil Tor ook niet dien weg op?

Tor wil. Het chauffeursleven laat hem onverschillig. Wat hij in den handel of de mechaniek meer kan worden dan politiecommissaris, zegt hem niets. Lezen, schrijven en schilderen leiden tot geen betrekking, maar Benoit is er toch commissaris mee geworden. Ze vraagt hem of hij er nooit spijt zal over hebben. Moeder, spijt? Nooit of jamais! Het is Zondagnamiddag, de moor stoomt, de zon schijnt binnen. Negentien jaar geleden fluisterde Sel Benoit hier zijn levensideaal. Nu Tor. Moeder, ik trouw nooit, ik blijf altijd bij u. Een vaste pree, licht werk, veel vrijen tijd, haar portret levensgroot schilderen, gedichten maken, een boek schrijven zoo schoon en zoo dik als ‘De leeuw van Vlaanderen’. Vóór dat moeder zestig is politiecommissaris worden, en dan huren we een schoon huis. Sel, zeggen ze, is een echte geleerde. Hewel, Tor zal wijd en zijd bekend staan als kunstenaar, dichter. Hij zal daarvoor leeren, studeeren dag en nacht. Zij zegt hem dat hij dat allemaal zal vergeten zoo gauw hij zal verkeeren. Hij zweert van niet. Zij denkt met medelijden aan Benoit die zijn belooning al verdiend heeft en ze niet krijgt. Indien hij nu binnen kwam en haar vroeg, zij zou ja zeggen. Zij legt haar wang aan Tor's slaap. Joengske, als zij dàt mag beleven geeft zij een groot feest voor de meesters en al het werkvolk en 's anderendaags nog ne groote koffie.

Tor houdt de toekomst in het oog en wankelt niet. Witten laat hem roepen in een bureau, waar hij nooit zit. Hij buldert, Tor houdt stand. Adèle Dhert-Tas besermoent hem fezelend: rijden zal Witten toch, het is dus beter dat hij

[pagina 49]
[p. 49]


illustratie

[pagina 50]
[p. 50]

dezen voorzichtigen chauffeur houdt. Als Tor niet begeeft beginnen haar dunne lippekens te knabbelen aan Mieke gelijk een konijn aan een kool. Zoo dikwijls heeft ze het autorijden vervloekt en verdoemd, nu is het plots ne gewetensplicht chauffeur te blijven. Mieke wordt week, Tor niet. Juffrouw Suzanne moeit er zich mee. Die geraakt niet getrouwd, dat maakt zoo'n meisjes ruw en zuur. Ze is gekrenkt omdat die knecht, behandeld als van den huize, de machtige familie Dhert verlaat om veldwachter te worden en daarbij nog beweert aan zijn toekomst te mogen denken. Heeft een veldwachter meer toekomst dan iemand die hun familie dient? Ze doet Mieke schreien met nijdig vragen of zij zich ook beklaagt zoo lang te zijn gebleven, of zij ook aan haar toekomst had moeten denken. Dat gaat dwars door dat hart. Ik heb nooit aan mijn toekomst gedacht. U allemaal gediend, dat heb ik, van 's morgens tot 's avonds. Het meisje koel: Kan hij dat dan ook niet? En Mieke trotsch: Neen! Hij niet. Hij wordt vrij.

Nu er niets aan te doen is, veranderen de Dherts: uit trots helpen zij. Witten zou de benoeming kunnen beletten, hij staat er nu op dat ze doorgaat. Het moest er nog bij komen dat die champetter in het gemeentehuis zou vertellen hoe zij op hun knieën gesmeekt hebben hem te mogen houden. Godverdomme, nu zàl hij champetter worden, nu wil ik het.

Als Tor benoemd is en met Mieke in de eetkamer moet komen, allee proficiat alle twee, hier, drinkt een glas wijn, vraagt Suzanne opeens waar Tor nu gaat wonen. Mieke staart haar aan. Suzanne herhaalt de vraag. Waar gaat Tor wonen? Bij wie gaat Tor in den kost? Verstaat ge niet

[pagina 51]
[p. 51]

wat ik vraag? Ik spreek toch vlaamsch. Mieke antwoordt, haar stem beeft, dat Tor bij haar blijft. Suzanne vraagt of Mieke hier dan ook weggaat. Mieke kan haast niet meer spreken. Mag Tor dan niet bij haar blijven? Moeder Dhert, Presidente van de Christene Moeders, zegt zoet als siroop dat de vroegere champetter hier toch ook niet in den kost was, niet waar Mieke. Mieke verlaat de kamer snikkend, zij als moeder!

En Tor haalt haar terug. Daar zit ook Witten die nog niets gezegd heeft. Meneer, vraagt Tor bleek, is dat ook uw gedacht. En Witten: Vaneigens! Als een knecht weggaat gaat hij weg, hij blijft niet. Hij vloekt dat Tor toch Mieke's zoon niet is, maar voor haar een vreemde jongen.

Zij als moeder beziet hem met strak vlammende oogen. Jaren en jaren dient zij deze menschen. De jongen dien zij liever ziet dan 't is eender welke moeder haar kind, moet zij om hunnentwil als een vreemde de deur uit jagen. Een plaatsje op haar kamer voor zijn bed, een stoel aan haar keukentafel heeft zij voor hem niet verdiend. Haar hart geeft een kreet: de menschen verdienen niet dat men er goed voor is. 's Anderendaags om half zes herbegint zij goed te zijn voor de menschen. En Tor moet uit het huis. Goed. Hij zal zijn leven maken zonder hen en gij, zegt die Sara Bernhardt, als gij binnen kort onder een boom in compote zult liggen, zult ge weten wie ge de deur uitgejaagd hebt zonder merci te zeggen.

Heb ik hem niet betaald?

Ge kunt ne knecht betalen, zoo ne joeng niet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken