Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tor (1943)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tor
Afbeelding van TorToon afbeelding van titelpagina van Tor

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.00 MB)

Scans (9.69 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Illustrator

André Billen



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tor

(1943)–Gerard Walschap–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 108]
[p. 108]

22

De spaansche griep was een spits, we moesten er allemaal door en die er niet tegen konden, moesten het maar laten steken. Sel Benoit komt er door, maar is geen cent meer waard voor den dienst. Tot nu toe deed hij bij toeval soms nog iets, nu niet eens meer op en af wandelen. Hij hangt zijnen Rosskopf aan een haaksken, zet een zakspiegelken tegen zijn inktpot, en daarin beschouwt hij zijnen eigen persoon. Zot worden en bij uw verstand blijven. Ieder heeft compassie, niemand durft iets doen, Celis durft ziekverlof of pensioen niet uitspreken, alleman wacht tot Benoit eens goed kwaad wordt, wat ruiten uitslaat of in zijn slippen op straat loopt. Maar niets. Nooit zoo nen degelijken deftigen zot gezien. Op zekeren avond, in een geheime zitting van den gemeeteraad, neemt een oud boerken van achter op de Specht zijn pijp uit den mond: Ik zou hem eere-politiecommissaris maken. Wie dien slimmer gemaakt heeft dan den ouden geslepen politieker Celis weten we niet, de truc pakt en dat is het principaalste. Benoit de commissaris groeit centimeters, hij is nu eerepolitiecommissaris, geen werk meer en nen hoogeren titel. Ze noemen dat een honorificatief ambt. Ja, hm. Benoit gaat

[pagina 109]
[p. 109]

van nu af ‘In de stad Leuven’ zitten, tegenover het gemeentehuis, achter een glas Rossi gelijk tot nu toe achter zijn bureel. Hij staart van nu af naar het gemeentehuis gelijk vroeger naar ‘De stad Leuven’. Spreekt ge hem aan, hij antwoordt na eenigen tijd, spreekt ge hem niet aan, ook goed, maakt ge kennis, hij geeft u zijn visitekaartje: Sel Benoit, eerecommissaris van politie. Asteblief, keskejevoe! Maar God kan de hoovaardij nog minder uitstaan dan wij menschen, hij kan niet nalaten ze te bespotten. Benoit verpaust, versteent, wordt standbeeld en dat schijnt van achter te beginnen met ongevoeligheid. Dat heet bij ons geen slot meer hebben. Het is niet voor 't een of 't ander, maar die kardinaal kan opeens heimelijk en gemeen beginnen te stinken. En dat is nog geen zestig jaar. Op drie jaar is zijn meid dat beu, ge zoudt het van minder zijn. Zij heeft natuurlijk patiencie gehad in de hoop op een snel einde maar de man kan tachtig worden. Er bellen twee nette heeren met een chauffeur. Benoit vergezelt ze gelijk ne keizer zijn veldmaarschalken naar de plechtige kroning. In het vervolg spoelen broederkens zijn broek uit.

Tor Muys neemt zijn plaats in acht jaren, vóór den tijd. Hij dient het land, maar waarom? Hij doet de wetten onderhouden, maar waarom? Hij beschermt de zeden, maar wat is dat? Een standpunt. Que sais-je? Ge hebt heel uw leven gewroet om iets te weten en als ge 't weet is het niks in zijn eigen. In tien jaren zet Tor geen pen op papier, eet en drinkt wel, is in stilte goed voor alleman, de god van Vera, geacht en geliefd, de vijand van niemand, ne man van groote confientie. Benoit was braaf, maar Tor nog tien parten braver.

[pagina 110]
[p. 110]

Na tien jaar komt dat lezen en schrijven stillekens terug, een goesting heimelijk en van ver. Wat moe aan 't figuurzagen, wat minder prutsen aan den auto, peizen dat dichten toch ook plezant was. Zou ik het nog kunnen? Gelijk de voermannen die op de baan een ongeluk aan de hand gehad hebben, daar geren teruggaan om de plaats nog eens te zien, zoo begint Tor de boeken te herlezen die hem ontmoedigd hebben. Curieus, nu schuift de grond niet meer weg onder zijn voeten. Het leven is zoo, waarom mag het dan niet gezegd worden. Ik ben nen andere mensch geworden, ik neem alles aan, ik ben wijd. En toch klein ook. Theo Roeckx zei in zijnen tijd: het is maar een heel klein bourgeoisken. Ik ben niet meer dan dat. Tor wordt nog stiller en goediger als het mogelijk was en nog wat meer kindervriend.

Kinderen, reizekens vóór het te laat is koopt Reine er een, niet meer dan een gestroopt konijn, maar ze is moeder en alles verandert, zelfs de vriendschap. Ze kan niet meer mee uit rijden, vanzelf blijft Priestman ook thuis. 's Avonds moeten altijd de Muyzen naar hen toe en vriendschap die van een kant komt verflauwt. En Vera kan het geluk van Reine niet zien. We zullen vanavond maar eens niet gaan. Zij die misschien de schoonste bibliotheek van geheel de provincie hebben, wat zouden zij 's avonds altijd naar anderen loopen. En dat is waar. Die bibliotheek van Tor de commissaris was buitengewoon. Hij had er hoopen geld in gestoken en dat was het geld waarvan hij het meeste plezier had. Hij kon over elk boek spreken, op zijn gemak en met liefde. Hij ging met u heel het huis rond, overal stonden boeken. Ge kwaamt in den grooten ronden erker

[pagina 111]
[p. 111]


illustratie

[pagina 112]
[p. 112]

van de verandah: twee clubzetels bij lage ramen. Sinds hij niet meer dicht zit hij meer daar dan in zijn bureau. Daar liggen zijn nieuwe boeken tot hij ze gelezen heeft naast de breidoos van Vera. Hij leest haar voor. Zij zegt dat de Priestman's toch zoo weinig intellectueel leven hebben en nu met dat kind zit in Reine niets meer in. Natuurlijk, een kind brengt werk en zorg mee, dat weten we en geluk, maar ge moet toch maat houden, en belang stellen in nog wat anders.

Nieverans beter dan thuis. Vóór het slapen gaan drinken zij iederen avond een flesch wijn schoon uit, maar Vera laat haar laatste glas staan voor de meid, die het daar 's morgens vindt en bewaart voor 's middags. Een goei madam, ne goeie post

Het verwondert Tor soms dat zijn broers en zusters niet op zijn rijkdom afkomen gelijk vliegen op vlaaien, maar aan den boschkant wordt ge strooper geboren en 't slecht geweten van stroopers begint te werken als ze een uniform zien. Ze gaan in alle geval niet goedsmoeds binnen bij ne commissaire. Daarbij, Nel blijft dien troep beheeren en voor haar deugt Tor nog altijd niet. Wacht maar, dreigt ze op nen toon van ge zult er nog spelen van zien.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken