Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van kwaad tot erger (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van kwaad tot erger
Afbeelding van Van kwaad tot ergerToon afbeelding van titelpagina van Van kwaad tot erger

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

Scans (11.35 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van kwaad tot erger

(1968)–Ellen Warmond–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

Omdat een inleiding zoiets moois is

Eigenlijk had ik dit boekje willen beginnen met een opbouwend verhaal, zo'n verhaal van: alles is goed en wordt steeds beter. Ik zou dat hebben willen doen om aan te tonen, dat een mens lang niet zo slecht is als hij graag zou willen, maar ik ben veel te bang dat de lezer mij zou geloven, aangezien het succes van een schrijver grotendeels bepaald wordt door de mate waarin hij verkeerd wordt begrepen. Een schrijver in Nederland heeft een lezerskring van gemiddeld duizend mensen en het lijkt net alsof het erg veel is, wanneer een schrijver zeggen kan: ‘Ik spreek voor een duizendkoppige menigte,’ vooral omdat het er eigenlijk twééduizend zijn, want al die koppen zijn Januskoppen. Ik hoop, dat de lezer weet wat hier met Januskop bedoeld wordt, namelijk een figuur uit de Romeinse mythologie, voluit ‘Janus Bifrons’ geheten, die meestal werd afgebeeld met twee gezichtshelften, die elk een verschillende uitdrukking hadden, een soort ‘Jantje lacht en Jantje huilt’ dus. Ik vertel dit er maar even bij, omdat het me niet zo lang geleden overkwam, dat ik voor het Letterkundig Museum bij een Haagse semi-wetenschappelijke instelling een afbeelding van Janus Bifrons opvroeg en toen van een academisch-gevormde stem aan de andere kant van de lijn moest horen, dat ze alles geprobeerd hadden, tot de Burgerlijke Stand opbellen toe, maar dat ‘de familie Bifrons in Den Haag erg weinig voorkwam’. Dit dient allemaal om uit te leggen waarom het opbouwende - het wérkelijk opbouwende - verhaal hier niet in staat. Er is trouwens nog veel meer dat er niet in staat. Wat hier volgt zijn stukjes en verhaaltjes, die voor een deel in kranten en tijdschriften gepubliceerd werden. Wie een boek of een gedichtenbundel publiceert, krijgt de hele kritiek over zijn werk op zijn

[pagina 8]
[p. 8]

brood. Zijn eigen werk en zijn eigen brood. Dat is billijk. Met het schrijven voor kranten is dat anders. Sinds ik begon stukjes in kranten te schrijven, werd ik vaak verrast door mensen, die zeiden: ‘Aardig stukje heb je laatst geschreven, zeg!’ Aan de bescheiden glimlach, die men onder een lauwerkrans hoort te dragen, kwam ik meestal niet eens toe, omdat men erop liet volgen: ‘Leuk hoor, van die man met die haring!’ Aanvankelijk dreef mijn eerlijkheid me ertoe te zeggen: ‘Maar ik héb helemaal geen stukje geschreven over een man met een haring.’ ‘O, dan was het zeker van een ander,’ zei mijn criticus dan en bekeek me van top tot teen met de blik van iemand, die dat eigenlijk ook wel gedacht had. Tegenwoordig láát ik het dus maar zo. Want zolang mij niet het wereldnieuws of het hoofdartikel in de schoenen geschoven wordt, heb ik overal vrede mee. En waarom zou ik mensen ontmoedigen, die iets vriendelijks willen zeggen? Ik vraag dus maar: ‘O, ja? Wat vond je er dan zo leuk aan?’ en laat me het hele verhaal van a tot z vertellen, want ik ben eigenlijk een te ernstig mens om het lachwekkende van een man met een haring zonder meer in te zien. Soms is het verhaal écht leuk, zodat ik meelach om de pointe, wat me inmiddels de roep van zelfingenomenheid bezorgd heeft. Daar staat echter tegenover dat ik ook alle niet voor mij bestemde verwijten met deemoedig gebogen hoofd incasseer. Maar op den duur veroorzaakt deze houding toch gewetensbezwaren, zodat ik datgene, wat ik wél geschreven heb, nu maar eens bij elkaar heb gezocht. Met dezelfde bescheiden glimlach voor wie het wel aardig vindt en hetzelfde gebogen hoofd voor de overige lezers. Alleen ditmaal voor eigen rekening. En om te voorkomen, dat de uitgever moeilijkheden krijgt met teruggezonden exemplaren, waarschuw ik maar van tevoren: het stukje over die man met die haring staat er niet in!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken