Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Aanzetten]

AANZETTEN, bedr. en onz. w., gelijkvl. Van het scheidb. voorz. aan, en zetten: ik zettede aan, heb en ben aangezet.

[pagina 77]
[p. 77]

Bedrijvend, in eene eigenlijke beteekenis: gij moet den stoel wat meer tegen den muur aanzetten - het glas aan den mond zetten - iemand aan land zetten. In eene ruimere beteekenis, twee dingen met elkander verbinden; aannaaijen: ik moet nog eenen arm aan den rok zetten. Aanstampen: de lading van een geschut aanzetten. Wetten, scherp maken: een mes aanzetten. Aanporren: iemand tot iets aanzetten.

In eene figuurlijke beteekenis, voor aanschrijven: ik heb een gulden voor dat boek aangezet. Met den derden naamval des persoons, en den vierden der zaak: iemand iets aanzetten, de bekostiging van iets van iemand vorderen, op iemands rekening stellen; - hij heeft mij die ziekte aangezet, medegedeeld.

Onzijdig, met het hulpw. zijn: de spijs zet gemeenlijk aan, wanneer zij niet omgeroerd wordt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken