Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Aanzien]

AANZIEN, bedr. w., onregelm. Van het scheidb. voorz. aan, (naar, tot) en zien: ik zag aan, heb aangezien. De oogen naar iets rigten. Iemand aanzien - vriendlijk - over den schouder, met verachting, aanzien - iets met schele, afgunstige, oogen aanzien.

In eene ruimere beteekenis, voor dulden, verdragen: dat kan ik niet langer aanzien. Aanmerken: ziet men de vriendschap enkellijk van de zijde der natuur aan, dan is zij enz. Oordeelen: ik zag hem voor mijnen vriend aan. Uit de uiterlijke gedaante een besluit trekken: men kan het hem wel aanzien, dat hij gezond en sterk is. Medelijden met iets hebben: zage ik zijne jeugd niet aan, dan zoude hij mijne gramschap ondervinden. Met achting, met hoogachting aanzien, waartoe de bijbelsche uitdrukking behoort den persoon aanzien, d.i. zich, door de achting jegens, en de betrekking tot iemand, in zijne handelingen laten bepalen. Schijnen: het laat zich aanzien, dat enz.

Anasehan, anasiehen wordt reeds bij de oudste frankduitsche Schrijvers gevonden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken