Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Afslaan]

AFSLAAN, bedr. en onz. w., onregelm. Van het scheidb. voorz. af en slaan: ik sloeg af (van het oude slagen), heb en ben afgeslagen.

Bedr., door slaan afscheiden: noten afslaan, van den

[pagina 172]
[p. 172]

boom. Een stuk van eenen steen afslaan - iemand den hoed afslaan. Afhouwen, afhakken: iemand het hoofd afslaan. - Figuurlijk, afweren, afkeeren: den vijand afslaan - den storm, d.i. den stormenden vijand, afslaan. Hard slaan, afrossen: hij is duchtig afgeslagen geworden. Ook voor laten afloopen, laten vlieten: zijn water afslaan. Den prijs verminderen: de Brouwers hebben het bier afgeslagen. Ontzeggen, weigeren: hij zal mijn verzoek, mijne bede, gewislijk afslaan. Bij den afslag verkoopen: het huis zal geveild en afgeslagen worden.

Onz., met het hulpw. zijn; verminderd worden, afnemen, ten aanzien van den prijs der koopwaren, in tegenoverstelling van opslaan: de granen slaan af, worden goedkooper.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken