Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Afvallen]

AFVALLEN, bedr. en onz. w., ongelijkvl. Van het scheidb. voorz. af en vallen: ik viel af, heb en ben afgevallen.

Bedr., door vallen, of onder het vallen, afscheiden: hij viel een stuk van den muur af - hij heeft zijnen neus bijna afgevallen. Meestal, echter, komt het voor als

Onz., met het hulpw. zijn. In eenen natuurlijken zin. Naar beneden vallen: zij vielen van het dak af - de bladeren, de vruchten enz. zijn afgevallen. Het gras verdort, de bloem valt af. Bijbelvert. Zoo ook de kalk valt af, van den muur. Mijn hoed is afgevallen. In eenen zedenlijken zin. Iemand, of eene erkende waarheid, opzetlijk verlaten: van iemand, of iemand afvallen - zij vielen hunnen Koning af - van het geloof, van den godsdienst, afvallen. Van de deugd afvallen. Van het verbond afvallen, verbreken. Kiliaan. Eene vermindering, uitzondering lijden, onderscheiden zijn: die man is mij zeer afgevallen - deze wijn valt bij den anderen te veel af. In kragten en gezondheid afnemen: hij valt daaglijks af, is reeds merklijk afgevallen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken