Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Akker]

AKKER, z.n., m., des akkers, of van den akker; meerv. akkers. Het verklein. woord is akkertje. Een stuk bouwland: in wat saizoen men den ploeg door den akker moet drijven. Vondel. Den akker bezaaijen, beplanten, bemesten. Ook, somwijlen, voor het gene dat op den akker wast: mijn gansche akker is door den hagel verwoest. In het hoogd., is het woord Gottesacker, voor begraafplaats, kerkhof, in algemeen gebruik; (Adelung keurt Leichenacker beter) bij Moonen, echter, komt Gods akker ook reeds voor:

Wat wroet gij dagh aan dagh in d'aarde van Gods akker,

En gunt uw klaghten, en gepeinzen nimmer rust?

Akker, in het gr. ἀγρὸς, lat. ager, camb. atcor, armor. acre, goth. akrs, angels. aecer, ook aeccer, frank. akar, accar, alem. achra; van daar in het basterdlat. acra, zeker afgemeten deel gronds.

In de oostersche talen, naamlijk, de hebreeuwsche, syrische en arabische, heeft men ickar, akoro en akaron, welke woorden niet eenen akker, een stuk gronds, maar iemand, die de aarde omspit en bebouwt - eenen landman, aanduiden. De afleiding dezes woords van het oostersche, en bijzonderlijk arabische, אכר, hij heeft gegraven, is, derhalve, niet van allen grond ontbloot.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken