Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Altaar]

ALTAAR, z.n., o. en m., des altaars, of van het, van den, altaar; meerv. altaren. Eigenlijk eene verhevenheid boven den aardbodem, waarop vuur geplaatst en der Godheid geofferd wordt - een offerhaard. Ook eene steenen tafel in eene kerk, voor welke het avondmaal uitgedeeld, en andere godsdienstige handelingen verrigt worden; en, in eene ruimere beteekenis, elke tot godsdienstige verrigtingen afgezonderde tafel: het altaar bedienen. Aan 't altaer des eenigen Verlossers. Vond. Ook autaer en outer: voor 't autaer des viers. Hooft. - Gewijt voor 't bloedig outer. Vond. Anderen gebruiken het manlijk: Noach bouwde den Heere eenen altaer. Bijbelvert. Zoo ook M. Stoke: voor den outaer.

Huydecoper geeft altaer op, als verbasterd van outer; doch de gegrondheid dezer stelsing is mij nog niet gebleken. Dat outaer en autaer door M. Stoke en andere oude Schrijvers reeds gebezigd zijn, is ontwijfelbaar zeker; maar het is even zeker, dat de l en u wisselletters zijn, en dat wij in meer andere woorden de u gebruiken, waar voorheen de l gebezigd werd, b.v.: goud, koud, houden, oud, enz. voor gold, kold, holden, old enz.; het welk ten aanzien van altaar en autaar, (ook outaar en outer) insgelijks zeerwel kan plaats hebben, en zelfs hoogstwaarschijnlijk plaats heeft.

Ons woord altaar is hetzelfde als het lat. altare, welk met den kristlijken godsdienst tegelijk in Nederland ingevoerd geworden is. Men vindt bij de Gothen en Angelsaksen niets, dat met dit woord eenige overeenkomst heeft: de eersten noemden een altaar Hunslastads (offerplaats), de anderen Weofod, Weobod (gewijdde tafel), en bij Otfrid. vindt men Gotesbiete (godstafel). Intusschen is de latijnsche benaming bij alemannische Schrijvers reeds zeer oud; en altarre komt bij Kero, den oudsten onder hen,

[pagina 225]
[p. 225]

en altar bij Isidor. voor. Dat het latijnsche altare niet van altus afstamt, maar van een oud woord: alt (vuur), welk nog in het noordsche elt, en het angelsaksische eald (vuur), bestaat, en van ar (een haard) zamengesteld is, en derhalve, eigenlijk, eenen vuurhaard beteekent, heeft Ihre zeer waarschijnlijk gemaakt.

Huydecoper en anderen beweren, daartegen, dat aar, in ons altaar, een verbasterde uitgang is, en derhalve nimmer den klemtoon kan ontvangen, die altijd op het zaaklijke deel eens woords, en nooit op deszelfs uitgang val̃t; waarom zij ăltaa̅r, of āltaa̅r afkeuren, en āltăar, of a̅ltĕr, auter, of outer, in deszelfs plaats stellen. Dan, behalve dat de boven genoemde zamenstelling van dit woord uit twee woorden, naamlijk alt en ar, hier tegen inloopt, zoo is het zeker, dat M. Stoke en anderen outaer en altaer, met den klemtoon op de laatste lettergreep gebezigd hebben; b.v.:

In velsen, lant en den autaer. M. Stoke.
Op 't vlak van Godts altaer. R. Anslo.
Aen ons gehaet altaer. Vond.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken