Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Alzoo]

ALZOO, bijw. van aanwijzing, en voegw. Van al en zoo.

[pagina 228]
[p. 228]

Als bijw., hetzelfde als zoo, op die wijs: wanneer het alzoo gebeurde. Men bedient zich van dit verlengde bijwoord vooral dan, wanneer de rede eenigen nadruk vordert, en derzelver rondheid bij het enkelvoudige zoo zoude lijden, b.v.: was dit uwe ware meening? Sprak uw hart alzoo? Men bevond de zaak alzoo. Als voegw., naardien, dewijl: alzoo hij een man van groot vermogen is. Derhalve, bij gevolg: zij erfde de gansche bezitting, en alzoo ook het landgoed. Eene enkele vermaning zou niet toereikend geweest zijn; ik moest alzoo nadruklijkere maatregelen nemen. Oulings is dit alzoo ook in den zin van indien, wanneer, gebruiklijk geweest: Also du die vrucht van den olijven gaderen sults. Bijb. 1477.

Al zoo (in twee woorden) wordt ook voor bijvoeglijke naamwoorden gebruikt, b.v.: al zoo groot, al zoo geleerd enz., en schoon men regelmatig zoo groot als zegt, vordert al zoo groot echter dan achter zich; dewijl dit al eene vermeerdering aanduidt, en er dus eene ongelijkheid plaats heeft, en al zoo groot eigenlijk als de vergrootende trap kan beschouwd worden, waarop noodzaaklijk dan volgt: deze is al zoo groot, dan die, d.i., iets grooter. Zoo ook nog al zoo, ruim zoo - dan. Wanneer men achter al zoo, als, in plaats van dan voegt, ondergaat de zin eene aanmerklijke verandering, dewijl het woordje al dan de beteekenis van reeds bekomt, b.v.: deze is al zoo groot, als de andere, d.i., reeds zoo groot. Hij is al zoo geleerd, als zijn meester, d.i., reeds zoo geleerd; maar hij is al zoo geleerd, dan zijn meester, d.i., iets geleerder.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken