Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Appel]

APPEL, z.n., m., des appels, of van den appel; meerv. appelen. Zekere boomvrucht: ziet gij dien appel? Hooft. Zure, zoete appel - aagjesappel, oranjeappel, wijnappel enz. - appelen plukken, appelen van de boomen schudden. - In eenen zuren appel bijten, in de gemeenzame verkeering, voor, zich tot eene onaangename zaak bepalen. De boom draagt voor zich zelven geene appelen, wij worden voor ons zelven alleen niet geboren; spreekw. Om de ronde gedaante worden ook andere voordbrengsels van het plantenrijk appelen genoemd, waartoe de aardappel, haagappel enz. behooren. Ook dragen andere ronde ligchamen dezen naam, b.v.: de appel van een zijdgeweer: als hij tot den appel van het gevest in zijnen degen viel. Vond. Rijksappel, twist-tweedragtsappel, oogappel; zoo ook adamsappel, zijnde zekere uitwendige dikte aan den voorhals des menschlijken ligchaams, van welke het bijgeloof wil, dat zij door het stuk van den verboden appel veroorzaakt is, welk in Adams keel is blijven zitten.

Het woord appel heeft zeer vele zamenstellingen, als appelbeet, appelbloesem, appelboom, appeldrank, appelflaauwte, appelgraauw, appelgroen, appelman, appelmand, appelmarkt, appelmelk, appelmoes, appelschel, appelschip, appelsteel, appeltaart, appelteef, appelton, appel-

[pagina 245]
[p. 245]

tuin, appelvrouw, appelwijf, appelzak, appelzolder enz. Eenigen dezer zullen, hier, aangevoerd worden.

De naam dezer vrucht is zeer oud, en deszelfs afkomst onzeker. In het hoogd. Apfel, frank. en alem. aphul, aphol, apfel, in het meerv. epfele en effeli, angels. apl, aepple, epl, eng. apple, deen. Abild en Able, zweed. aeple, ierl. aval, pool. jablko, russ. jabloko. Sommigen leiden het woord appel van het gr. ἀπιος af. Wachter. houdt zich aan de ronde gedaante van den appel, en meent den oorsprong van deszelfs benaming in het woord bol te vinden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken