Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Arbeiden]

ARBEIDEN, onz. w., gelijkvl., met het hulpw. hebben: ik arbeidde, heb gearbeid. Van het z.n. arbeid. Zijne kragten inspannen, gebruik van zijne kragten maken: vlijtig arbeiden. Ik heb drie dagen daaraan gearbeid. Om loon arbeiden. - Ter verlichting en verbetering van anderen werkzaam zijn: erkent de genen, die onder u arbeiden. Bijbelvert. Figuurlijk, in eene hevige beweging zijn: de wijn, het bier arbeidt, gist.

In den Bijbel 1477, wordt het voor moede worden gebezigd: hine en sal niet gebreken, noch arbeiden, waarvoor in de tegenwoordige overzetting: noch moede noch mat worden. - Die kinderen sullen ghebreken en arbeiden, in onze overzetting: de jongen zullen moede en mat worden. - Si sullen loopen ende niet arbeiden, in onze overzetting: zij zullen loopen en niet moede worden.

Als bedrijvend werkw., en derhalve met den vierden naamval, komt het, in de spreekwijs arbeid arbeiden, bij de Bijbelvertalers voor: van al sijnen arbeyt, dien hij arbeydet onder de sonne.

Arbeiden, hoogd. arbeiten, goth. arbaidjan, ijsl. erfida, oud zweed. arfwada, tegenwoordig zweed. arbeta, bij Kero en Notker. arabeitan. Oorspronglijk bepaalde het zich, even als arbeid, tot den landbouw, het akkerwerk; intusschen komt het, echter, reeds zeer vroeg, voor arbeiden, werken, in het algemeen voor.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken