Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Asch]

ASCH, z.n., v., der, of van de asch; zonder meerv. Het overgeblevene deel van een verbrand ligchaam, inzon-

[pagina 259]
[p. 259]

derheid van hout en turf: met heete asch. Hooft. Iets tot asch verbranden. Steden, dorpen in de asch leggen, verbranden - in de asch liggen, verbrand zijn. Figuurlijk: daar ligt nu al mijne hoop in de asch, is verdwenen. Zoo ook: het vuur der liefde had, reeds lang, in mijn hart, onder de asch, gesmeuld. De bijbelsche spreekwijs in zak en aseh boete doen, ziet op het gebruik der Joden, die zich, in groote droefheid, met asch bestrooiden. - Het overblijfsel van een gestorven menschlijk ligchaam: tot asch worden - zijne asch rust in dit graf. Ook voor een gestorven ligchaam zelf, een lijk: zij bestelden zijne asch ter aerde. Vond. Deze spreekwijs is, waarschijnlijk, van de gewoonte dier volkeren ontleend, die hunne dooden plagten te verbranden. In den dichterlijken schrijftrant, figuurlijk, voor het aandenken aan eenen gestorvenen: ik zal dankbare tranen aan uwe asch wijden. Troostlooze tranen zouden de asch van uwen vriend ontwijden. Van hier ook haardasch, potasch enz.

Asch, asche, hoogd. Asche, bij Notk. en Otfrid. ascu en asgu, goth. azgo, angels. axa, ahse, zweed. aska, ijsl. asca, eng. ashes, komen met het gr. ἀζα, welk Hesychius door ϰονις, d.i. stof, verklaart, waarvan het lat. cinis, d.i. asch, overeen; dewijl asch, eigenlijk, het stof van eenig verbrand ligchaam is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken