Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Band]

BAND, z.n., m., des bands, of van den band; meerv. banden. Verkleinw. bandje. Van binden. Alles, wat dient, om andere dingen te binden, of te verbinden. Armband, halsband, kouse and enz. Den hond aan eenen band leggen. Een ijzeren band om het wiel van den wagen. Een breukband. De band van eene broek. De band van een boek. De banden, waarmede een misdadige plagt gebonden en gepijnigd te worden. Van hier buiten pijn en banden. Figuurlijk wordt het woord band gebezigd, in de spreekwijs iemand in den band houden, bedwingen. Zoo ook de band der vriendschap, des huwelijks, des vredes enz.

Van hier ook de spreekwijs door den band - zij zijn door den band zoo, de eene is zoo als de andere; waarvoor men, in de daaglijksche verkeering, genoegzaam altoos, door de bank hoort zeggen, het welk echter door Tuinman en anderen afgekeurd wordt.

Band, bij Ottfried en Notker band, pand, is een oud woord, dat in alle met de nederduitsche verwantschapte talen aangetroffen wordt. Banda, bandellum, bandum, bandus, en anderen, komen in het latijn der middeleeuw, in velerlei beteekenissen, voor. De Franschen hebben van daar, waarschijnlijk, hun bandage, bande, bandeau, bandelette, bander, bandereau enz., om van geene andere talen te spreken. In het persische is bend, een band, en banden, binden; en eene gelijke beteekenis heeft het hebr. כנמ.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken