Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Belezen]

BELEZEN, bedr. w., ongelijkvl. Van het onscheidb. voorz. be en lezen: ik belas, heb belezen. Eigenlijk, zeker bezweringsvoorschrift over iemand lezen, om den boozen geest uit hem te verdrijven. Belezen komt, wijders, in den zin van betooveren voor, en heeft zijnen oorsprong van het lezen van tooververzen, waarmede men, eertijds, niet door derzelver kragt, maar door des menschen dwaasheid en ijdele vrees, veel op anderen vermogt. Thands heeft het de kragt van overreden, overhalen:

't Scheen, Heer, uw minverzoek haer weinigh kon belezen. Vollenh.

Ook belezen tot iets:

Die ge, om uw' schralen staat, daartoe nooit zult belezen. A. Hartsen.

Pluimer bezigt dit woord ook, in dezen zin, in zijn bekend geestig versje op twee kinderen, zijnde broeder en zuster, van welken elk maar een oog had:

 
Ei, geef uw zusje uw oog,
 
o Knaap! laat u belezen;
 
Dan zal zij venus zijn,
 
Gij zult kupido wezen.

Van hier ook belezer, belezing.

Belezen, het verled. deelw., als een bijv. naamw. gebruikt, is, eigenlijk, iemand, die veel gelezen heeft; belezener, belezenst. Gij, in de schriften zeer belezen. Fr. v. Hoogstr.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken