Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Biechten]

BIECHTEN, bedr. w., gelijkvl. Van het voorgaande biecht. (Door zamentrekking, van bejechten, bejiechten, en dus, eigenlijk, van het onscheidb. voorz. be en jechten, jiechten, belijden.) Ik biechtte, heb gebiecht. Zijne zonden aan eenen Priester belijden: hebt gij alles wel gebiecht? In de daaglijksche verkeering, wordt het nog somwijlen, in zijne oude beteekenis, voor belijden, bekennen, gebezigd: hij wil nog niet biechten. Somwijlen werd biechten ook in den zin van de biecht afnemen, de biecht hooren, gebezigd: de Priester heeft, van daag, meer dan vijftig menschen gebiecht. Doch in deze beteekenis wordt het zelden gebruikt. Van hier ook biechter,

[pagina 400]
[p. 400]

oudt. zoo veel als een martelaar, of een belijder van den kristlijken godsdienst, die zijne belijdenis, tot den dood toe, getrouw blijft, en zich door niets van dezelve laat afschrikken. Thands dient dit woord, bij ons, alleenlijk, om iemand aanteduiden, die zijne zonden aan eenen Priester te kennen geeft; waarvoor wij doorgaands biechteling zeggen. Zamenstellingen zijn: biechtgeld, biechtpenning, biechtstoel, biechtvader, voor welk laatste, eertijds, ook wel biechter gebezigd werd, van biechten, in den zin van de biecht hooren. Zie verder biecht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken