Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Bijl]

BIJL, z.n., vr., der, of van de bijl; meerv. bijlen. Een

[pagina 406]
[p. 406]

werktuig, om te houwen: met de bijl straffen. Hooft. Scheepsbijl, steekbijl, enz. Met eene bijl houwen. Spreekw.: hij hakt er met eene breede bijl in, hij gaat ruuw te werk, snijdt geweldig op. Ik heb met die bijl al zoo lang gehouwen, ik heb dat werk al zoo dikwerf verrigt, zoo lang bij de hand gehad. Van hier ook bijldrager, dienaar van de Burgemeesteren, in het oude Rome, - bijlman, bijldrager, in den krijgsdienst. Het verkleinwoord is bijltje, welke naam, in Amsteldam, ook aan de scheepstimmerlieden, op des Lands werf, gegeven wordt.

Zoo algemeen het gebruik der bijl, en zoo oud derzelver benaming is, zoo onzeker is ook derzelver oorsprong. Voor zoo ver, in deze benaming, op het houwen en hakken gezien wordt, zoude men het tot het gr. βιλος, een slag, een houw, kunnen brengen. Met geen minder regt, nogthands, zoude men dezen naam ook van de stof kunnen afleiden, waaruit de bijl, gedeeltelijk, vervaardigd wordt; want bill beteekende, weleer, in het angels., staal. Bijl zoude derhalve elk stalen, of van verstaald ijzer gemaakt, werktuig kunnen beteekenen; gelijk het werklijk, voorheen, eene algemeene benaming geweest is, welke men aan vele zeer verschillende werktuigen gegeven heeft. Wachter. rekent het met het gr. πελεϰυς, eene bijl, waarvan πελεϰαω en πελεϰυζω, met eene bijl hakken, vermaagschapt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken