Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Blind]

BLIND, bijv. naamw. en bijw., blinder, blindst. Van het gezigt beroofd: een blind mensch - blind zijn. Zelfst.: hij oordeelt er over, als een blinde over de kleuren, zonder kennis. Figuurlijk, alleen den schijn eener zaak hebbende: blinde vensters, blinde deuren. Zonder opening: een blinde muur. Van de oogen des verstands beroofd: de liefde is eene blinde drift. Onwetend, onervaren: blinde leidslieden. Iemand in eene zaak blind houden. Voor zijne eigene gebreken blind zijn. Blind, zonder overleg, toeloopen. Uit zulk eene blindheid voordkomende: eene blinde gehoorzaamheid, eene blinde navolging. Even als geblind, en daardoor onzeker, in het wilde omtastende: het is een blind zoeken. Van hier ook blindachtig, blindachtigheid, blindgeboren, blindheid, blindlings,

[pagina 427]
[p. 427]

blindeman, verkleinw. blindemannetje, waarvan, bij de kinderen: blindemannetje spelen, bij Kil. blindspel genoemd, wanneer een met toegebondene oogen iemand van het gezelschap grijpen, of aanraken moet. Stekeblind, (bij Kil. ook stekblind) stokblind, is zoo blind, dat men niet zonder eenen stok gaan kan.

Dit blind is een van die weinige woorden, welken door tijden noch tongvallen eenige verandering ondergaan hebben. Reeds bij Ulphil. is het blind, en even zoo luidt het bij de Alemannen, Franken, Angelsaksen, Engelschen, Yslanders, Zweden, Denen en Hoogduitschers.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken