Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Boon]

BOON, z.n., vr., der, of van de boon; meerv. boonen. Zeker schelgewas: groote boonen, boerenboonen, boonen planten, doppen enz. Het verkleinw. boontje. Zamenstellingen zijn: boonakker, boonhalm, boonkruid, boonmeel, boonschel, boonstaak, boonstok, boonstoppelen, boonstroo, boonveld. Van dit boon zijn ook eenige spreekwijzen ontleend; b.v.: dat is zoo veel als eene boon in eenen brouwketel, dat kan niet veel helpen. Honger maakt raauwe boonen zoet, maakt geringe spijs smaaklijk. Niet eene boon achten, voorheen in gebruik, voor: klein achten, of verachten: de goedren des gemoeds en acht men niet een boon. D. Deck. In de boonen zijn, zich vergissen, verward denken, of handelen. Deze spreekwijs is ontleend van de uitwerking, welke de aangename en sterke, schoon eenigzins nadeelige, reuk van bloeijende groote, of roomsche boonen heeft op de hersenen van iemand, die zich op een groot veld derzelven te lang ophoudt, of te slapen ligt, wanneer hij gevaar loopt, om duizelig en verward te worden.

[pagina 454]
[p. 454]

Boon, hoogd. Bohne, zweed. böna, deen. Bonne, angels. en eng. bean, ijsl. baun, gr. πυανος.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken