Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Breed]

BREED, bijv. n. en bijw., breeder, breedst. Het tegenovergestelde van smal: breed laken. Breed van schoude-

[pagina 472]
[p. 472]

ren zijn. Dit doek is twee ellen breed. Het is zoo breed als het lang is, ook als een spreekw., voor: het eene is zoo als het andere, het komt op hetzelfde uit. Figuurlijk, omstandig, uitvoerig: een breed verslag van iets geven - iets in het breede verhalen. Breed opgeven, roemen, pogchen. Groot: de breede Raad was vergaderd. Voorspoedig: het gaat met den zieken niet breed. Het is zoo breed bij hem niet, als men denkt - hij heeft het niet breed. Die het breed heeft laat het breed hangen, die veel bezit kan veel uitgeven, in den gemeenen spreektrant. Veel, overal: men spreekt er wijd en breed van. Zamenstellingen zijn: breedachtig, eenigzins breed, breedbaard, (in den gemeenen spreektrant) een pogcher, snoever, breedboeg, een schip met eenen breeden boeg, breedborstig, breed van borst, breedspraak, wijdloopigheid, breedsprakig, wijdloopig, breedvoetig, die breede voeten heeft. Breedweidend en breedweidendheid, voor uitvoerig en uitvoerigheid, komen bij Oud. voor.

Hoogd. breit, bij Ottfr. breit, angels. brad, bij Ulphil. braid, eng. broad, zweed bred, ijsl. breidur, deen. breed.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken