Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Brug]

BRUG, z.n., vr., der, of van de brug; meerv. bruggen. Het verkleinw. brugje, bruggetje. Een van hout, of steen, gemaakte weg over een water: de Koning treedt naar de brug. Vond. Over eene brug gaan - eene brug over het water leggen, slaan. Figuurlijk, de brug van eene drukpers, van eene viool. - Van hier de spreekwijzen: eene brug voor iemand leggen, hem op den weg helpen - dat is eene brug gelegd, de weg gebaand, voor allerlei ondeugd. Zamenstellingen zijn: bruggeld, brugman, enz.

De afleiding van dit woord is nog onzeker. Tuinman heeft den niet onaardigen inval gehad, om het, uit hoofde van de hooge en ronde gedaante eener brug, te brengen tot rug, met het voorzetsel be, derhalve brug voor berug; welke zamentrekking in verscheidene andere woorden plaats heeft. Misschien echter is de stelling van Ten Kate hieromtrent de waarschijnlijkste, daar hij ons brug, hoogd. Brück, Brûcke, angels. brie, brigge, tot ons breken brengt, als zijnde een overgang, om den afgebroken weg over het water te kunnen vervolgen. Althands, Hooft bezigt breuk, voor brug: die toevlogen, en de belegerden van de breuk joegen. De Vlaamschen, Friezen, Gelderschen en Overijsselschen gebruiken het woord brugge ook, in de beteekenis van eene boterham, zijnde een afgesneden, of afgebroken stuk brood.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken