Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Burg]

BURG, z.n., m., des burgs, of van den burg; meerv. burgen. Iedere met muren omringde, of met vestingwerken ingeslotene plaats: den burg inkrijgen. Hooft. In de oudste tijden, werd dit woord voor eene stad gebruikt, in welke beteekenis baurgs, bij Ulphil., en burc, of burg, bij Ottfr. en Willer., dikwijls voorkomen. Het zweed. birke, en eng. borough, burgh, eene stad, zijn daarvan nog overblijfsels. Van hier burggraaf, burggraaflijk, burggraafschap, burgwal, enz.

Burg, borg, ook borgt, burgt, volgends Kil., Outh., Meyer en de Bybelvert., hoogd. Burg, angels. Byrig, burg, deen. en zweed. borg, fr. bourg, ital. borgo, middeleeuwsch lat. burgum, is een oud woord, welk in alle europesche talen aangetroffen wordt. Gemeenlijk leidt men het van berg, en bergen, borg, geborgen, af, dewijl men de burgen, weleer, op bergen stichtte, en zich in dezelven trachtte te bergen, of te verdedigen. Ihre geeft aan het oude byrgia, sluiten, de voorkeur; welke gissing daardoor gestaafd wordt, dat men voor burg ook het woord slot bezigt, welk van sluiten afkomstig is. Het gr. πυργος, een toren, schijnt met ons burg in naauwe verwantschap te staan. Ten aanzien van het geslacht van dit woord, moet ik aanmerken, dat het, enkel en zamengesteld, manlijk en vrouwlijk gebezigd wordt. Den burg inkrijgen. Hooft. Op den hoogen burg. Vond. De voorburg, vr. Hooft. Tot eene vaste burg. Vond. Bij de oudheid was het vrouwlijk, en zoo is het nog heden, in het hoogd. die Burg. Hiermede stemmen de oude geslachtnamen van der Burg, ter Burg, overeen.

[pagina 495]
[p. 495]

Hooft en Vondel hebben Voorburg ook onzijdig gebezigd. Het tegenwoordige gebruik, echter, stelt burg, met zijne zamenzettelingen, manlijk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken