Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Dubbel]

DUBBEL, bijv. n. en bijw., zonder trappen van vergrooting. Tweevoudig, tweemaal genomen: eene dubbele deur, iets dubbel leggen - een boek dubbel hebben. Ieder genoegen wordt dubbel gesmaakt, wanneer het aan anderen medegedeeld wordt. Een dubbele dukaat, eene goudmunt, die twee dukaten waardig is. Een dubbele arend, met twee koppen afgebeeld. Eene dubbele nagelbloem, die vele en digt bijeen gegroeide bladen heeft. Gij hebt u daardoor dubbel, zeer, verdienstlijk gemaakt. Somwijlen wordt het, in het gemeene leven, ook voor maal, voudig, gebezigd; b.v. driedubbel, vierdubbel, enz., voor drievoudig, viervoudig. Het gebruik neemt het in dezen zin, schoon verkeerdlijk, want driedubbel is eigenlijk zesvoudig, en vierdubbel agtvoudig. Ook wordt het als zelfst. gebezigd: het dubbel, van eenig geschrift - dat dubbel geschreven is. Zamenstell.: dubbelhartig, dubbelhartigheid, dubbeltje, z.n., o., een geldstuk van twee stuivers, dubbeltongig, dubbeltongigheid, dubbeltop, bij de Dichters, de berg parnas, om zijnen dubbelen top dus genoemd - dubbelzinnig, dubbelzinnigheid.

Dubbel, hoogd. doppelt, deen. dobbelt, zweed. dubbel, eng. en fr. double, ital. doppio, lat. duplus, gr. διπλοος, διπλους. Dikwerf zegt en schrijft men dubbeld, en beschouwt deze bijgevoegde d als tot de welluidendheid behoorende; doch Anderen kunnen hier geene welluidendheid ontdekken; en in de zamenstelling valt deze d geheel weg, als blijkt uit dubbelhartigheid enz.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken