Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Dwarsdrijven]

DWARSDRIJVEN, onz. w., gelijkvl. Ik dwarsdrijfde, heb gedwarsdrijfd. Van dwars en drijven. Eigenlijk, met een schip dwars in het water liggen. Dit voorbedachtlijk geschiedende, om iemand te hinderen en te kwellen, heeft het figuurlijke dwarsdrijven, voor: zich opzetlijk tegen alles aankanten, niets toegeven, alles tegenspreken, alles tegenwerken, veroorzaakt: altoos wil hij dwarsdrijven. Van hier dwarsdrijver, dwarsdrijfster, dwarsdrijverij, dwarsdrijving.

Schoon het woord drijven ongelijkvl. is en dreef, gedreven heeft, wordt het echter, in zamenstelling met het voorgevoegde dwars, gelijkvloeijend gebruikt. Zie Inleid., bl. 134. En schoon het voorzetsel, of voorvoegsel, dwars, in zamenstelling met drijven, den klemtoon ontvangt, is het nogthands onscheidbaar: ik dwarsdrijf, ik dwarsdrijfde, enz., terwijl het, even als alle andere, op zulk eene wijs zamengestelde werkwoorden, het voorvoegsel ge, in het verledene deelwoord, aanneemt, en, naar den aard der met onscheidbare voorzetselen zamenge-

[pagina 609]
[p. 609]

stelde werkwoorden, in de onbepaalde wijs, te voorop heeft: ik heb gedwarsdrijfd, niet dwarsgedrijfd, of gedreven; zoo ook te dwarsdrijven, en niet dwars te drijven. Zie Inleid., bl. 171.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken