Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Eigen]

EIGEN, bijv. n. en bijw., in het algemeen, het bezit eener zaak beteekenende: geen eigen huis hebben - eigen haard is goud waard, spreekw., een vrij en eigen goed. Met de bezittelijke voornaamwoorden mijn, zijn, uw enz.: ik heb het met mijne eigene hand geschreven - hij draagt zijn eigen haar - zijn eigen heer zijn. Figuurl., wat tot iets behoort: ligchaamsgebreken zijn aan den ouderdom eigen. Gewend: hij is hier reeds eigen. Zich iets eigen maken. Hetzelfde: dat waren de eigene woorden. In dezen laatsten zin wordt eigen ook met den overtref-

[pagina 13]
[p. 13]

fenden trap gebezigd: hij is de eigenste man, dien ik gisteren zag. Dit eigen werd oul. ook als zelfst. gebruikt, het eigen voor eigendom, in welken zin reeds bij Kero eikan, bij Ottfr. eigan, en bij Notk. eigen voorkomt. Zamenstell.: eigenaardig, eigenbaat, eigenbehaaglijk, eigendom, eigendommelijk, eigendunkelijk, eigenhandig, eigenliefde, eigenlijk, eigennaam, eigenschap, eigenwijs, eigenwillig, eigenzinnig. Moonen en anderen gebruiken eigenhoorig, dat eene zamentrekking van eigenbehoorig is, in den zin van onderdanig.

Hoogd. eigen, bij Kero eigan, oigan, eikan, bij Ottfr. eigan, Willer. eigen, Ulphil. aigin, en aihn, angels. agen, zweed. egen, eng. own, gr. ὀικειον. Het staat met het oude werkw. eigan, d.i. hebben, gr. ἐχειν, in verband.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken