Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Galg]

GALG, z.n., vr., der, of van de galg; meerv. galgen. Aan de galg hangen - aan de galg komen - de galg verdienen. - Loop naar de galg, een laag scheldwoord. - Dat is boter aan de galg gesmeerd, dat is vergeefsch werk. - Hij heeft eene galg in het oog, hij vertrouwt die zaak niet; er zal iets achterschuilen, dat hem zuur zoude opbreken. Galg heet ook het hout, of ijzerwerk, boven eenen openen katrolput. Van galg heeft men het werkw. galgen gevormd, voor naar de galg smaken, in de spreekwijs: het galgt beter, dan het burgemeestert, d.i. men geraakt daarmede eerder aan de galg, dan dat men er eer bij inlegt. Zamenstell.: galgenaas, galgenbrok, galgenlapper, galgladder, galgpaal, galgenveld, galgvogel.

Galg, bij Ulphil. galga, Otfrid. galgen, zweed. galge, eng. gallow, angels. galg, gual, galga, hoogd. Galgen, deen. galge. Misschien is (naar Ihre) de afleiding van het ijsl. gagl, een boomtak, omdat men daaraan, in het begin, de misdadigers ophing. Zoo nemen wij ook nog eene mik, dat eigenlijk een gaffelvormige boomtak is, voor eene galg.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken