Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Hard]

HARD, bijv. n. en bijw., harder, hardst. Dat zich niet laat indrukken; het tegendeel van week. Harde steen. Hard brood. Harde eijeren. Overdr. geeft het ons een denkbeeld van iets, dat met eene kragt, voor welke men wijken moet, werkt. Harde vorst. Harde winter. Harde storm. Harde krijg. Harde koorts. Door harden hongersnoodt gedreven, Hoogvl. Van iets, dat ons zeer treft. Harde taal. Hard andwoord. Hard bescheid. Dat eene zekere ruuwheid heeft. Harde stijl. Dat iets uitstaan kan. Een hard paard. Een hard man. Een harde kop. Eene hevigheid, sterkte naar zijnen aard. Hard loopen. Hard roepen. Het is hard koud - hij is hard ziek. - Eene harde stem. Streng: iemand hard behandelen. Onbuigzaam: zijt gij nog zoo hard van hart? Moeilijk. Hoe hard valt het, zijne wederhelft, door den dood, te verliezen! Die man heeft het hard, hij heeft met groote rampen te worstelen. Van hier hardachtig, hardheid, hardigheid. Zamenst.: hardebol, een stijf hoofd, hardhoorend, hardhoorig, hardlijvig, hardlooper, hardnekkig, hardvochtig, enz.

Hard, hoogd. hart, Ulphil. hardus, Kero en Otfrid. harto, neders. hard, harde, angels. heard, eng. hard, ijsl. hardur, deen. haard, zw. hardt. Eertijds heette het ook groot, vast, sterk, dapper. Het sp. harto, veel, en het fr. hardi, koen, vloeijen uit deze bron. Het gr. ϰαρτις, waarvan ϰαρτερος, dapper, en ϰαρτα, zeer, hebben hiermede eenige overeenkomst.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken