Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Hoed]

HOED, z.n., m., des hoeds, of van den hoed; meerv. hoeden. Een hoofddeksel van mannen en vrouwen. Meest, echter, in den eersten zin: hij zond hem eenen hoedt en zwaardt. Hooft. Eenen hoed optoomen - omboorden. Den hoed opzetten - afnemen. Iemand den rooden hoed opzetten, hem Aartsbisschop maken. De hoed was van ouds ook het teeken der vrijheid. Romeinschen slaven werden de haren afgeschoren, en een hoed opgezet, als zij uit den dienst traden en vrij werden. Van hier teekent men de Vrijheid met eenen hoed op de speer. Hoed is ook eene zekere groote maat van smidskolen, of kalk, enz.: een hoed kolen. Een half hoedt gerstes. Bijb. 1477. Zamenstell.: jagthoed, ijzerhoed, regenhoed, reishoed, stormhoed, vingerhoed, enz - Hoedband, hoedenkramer, hoedenmaker, hoedenmakerij, hoedenwinkel, enz.

Hoed, hoogd. Hut, Ker. hut, neders. hood, angels. hod, eng. hat, deen. hat, zw. hatt, wallis. hett. Zonder twijfel behoort het tot het veroud. hedan, hudan, eng. to hide, bedekken. Dit zien wij in ons hoeden. Hetzelfde denkbeeld ligt in het aangrenzende ϰευθειν. In vele woorden heerscht die beteekenis, als in huid, huis, hoos, (kous) hut, enz.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken