Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Hoer]

HOER, z.n., vr., der, of van de hoer; meerv. hoeren. Eigenlijk, ieder vrouwmensch, dat zich aan elken manspersoon, om loon of winst, prijs geeft. Eene openbare

[pagina 299]
[p. 299]

hoer. Wijders, eene ongehuuwde maagd, die zich, uit zwakheid, laat bezwangeren: hij heeft eene hoer van haar gemaakt. Eindelijk, elke, die, door verbodenen bijslaap, de wetten der kuischheid schendt. Men bedient zich, dan, van dit woord, met eene beleedigende verachting. Van hier: hoerachtig, hoerdom, hoererij, hoersch: hoersche en overspelige bijslapingen. Oudaen. Zamenstell.: hoerekind, hoerendop, hoerengewaad, hoerenjager, hoerenkot, hoerenlied, hoerenloon, hoerenpol, hoerenpraat, hoerentaal, hoerenvoogd, hoerenwaard, hoerenwaardin, hoerenwerk, hoerhuis, anders ook hoerenwinkel: ende hij gingh den Israelitischen man na in den hoerenwinkel. Bijbelvert. Het scheldwoord hoerezoon, dat men in het stadr. van Dev. nog vindt: so wie den anderen..... scheldet voor schelm.... hoerensoon, enz., is bij ons meest in onbruik geraakt. Bij de Engelschen is niets gemeener dan son of a whore; en bij ons hoort men nog hoerekind.

Eene echtbreekster is bij Otfrid. huru, in de monzeeische glossen huor, neders. hore, angels. hor, eng. whore, deen. hore, hoogd. Hure, zw. hora, finl. huora, ijsl. hoora, normand. hore, sp. gorrona, alban. kurbar, slavon. kurwa, kürwa, bij eenige Tataren cher. Wachter leidt het af van het neders. heuern, huren; en zoo zoude eene hoer een vrouwmensch zijn, door eenen wellusteling, voor loon, gebruikt. Anderen geven andere gissingen op.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken