Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Hof]

HOF, z.n., o., des hofs, of van het hof; meerv. hoven. Eens vorsten woonplaats: aan het Egiptische hof. Hoggvl. Aan de koninglijke hoven is het voor de deugd gevaarlijk. Ten hove verschijnen. De vorst met de hovelingen: het hof is op de jagt. Deze tijding was een donderslag voor het hof. Zijn hof bij iemand maken, zich in iemands gunst dringen. Men hield daar open hof, vrije tafel. Verder is het de plaats, waar men pleit: de zaak hangt nog bij het Hof. De Regters, die daar vergaderen: iemand voor het Hof dagvaarden. Het Hof heeft het vonnis reeds gestreken. Ook wordt deze naam gegeven aan kloosters, godsdienstige en weldadige gestichten, gelijk

[pagina 301]
[p. 301]

blijkt uit de benamingen van bagijnhof, vrouwenhof - het hof, of hofje, van de koker, enz. Van hier hoflijk, hoflijkheid. Zamenstell.: hofbarbier (bij Vond.) hofbediende, hofbloem, hofdienst, hofgeregt, hofgezin, hofhond, hofhouding, hofjuffer, hofjonker, hofmeester, hofnar, hofpoort, hofpop, hofprediker, hofraad, hofregt, hofsleep, hofstad, hofstoet, hofwacht, enz. Moonen bezigt, hofhoorig, voor onderhoorig aan het hof.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken