Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Hut]

HUT, z.n., vr., der, of van de hut; meerv. hutten. Verkleinw. hutje. In het gemeen, eene bedekte plaats, om zich er in te verbergen, hetzij eene tent, een gebouw, een huis. Ende in Salem is zijne hutte. Bijbelv. In het bijzonder, een ligt opgeslagen verblijf, om er in te schuilen, van stroo, riet, boomtakken, enz. gemaakt. In de lage hut dringen. Hoogvl. Eene nachthut. De hut eens veehoeders. Loofhut. In hutten wonen. Een slecht, laag aan den grond gebouwd, armlijk huisje: men vindt wel eens meerdere vergenoegdheid in de nederige hut des armen, dan in het trotsche paleis des rijken. De verblijfplaats der stierlieden en andere mindere bevelhebbers, op een schip: de schipper, afgemat door waaken, koude en ongemak, hielt door een zwaare koorts de hut. Bogaert.

Hut, Otfrid. hutto, Notk. hutta, neders. hutte, hoogd. hütte, angels. hutte, fr. hutte, eng. hut, deen. hytte, zw. hydda, pool. huta, boh. hutj, lettisch guta, finl. cota, estnisch codda, wallis. cwtt. Het stamt af van het oude hutan, ons hoeden, bedekken, eng. to hide, gr. ϰευθειν.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken