Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Je]

JE, onze algemeene verkleinende, of vleijende uitgang, gevoegd achter andere naamwoorden, die, daardoor, eene verkleinde beteekenis krijgen, en altoos van het onzijdige geslacht worden: als kusje, handje, enz. Om de welluidendheid, plaatst men voor dezen uitgang dikwerf eene t, of p, niet willekeurig, maar naar gelang van de letters, die voorafgaan. Zoo komt je, achter d en t: kladje, matje, draadje, praatje, bedje, sletje, kleedje, spleetje, lidje, hitje, kistje, krijtje, geitje, hoedje, godje, rotje, loodje, pootje, putje, rietje, goedje, snoetje, bruidje, guitje - mandje, kantje, ventje, kindje, lintje, vriendje, hondje, lontje, puntje, gunstje, kunstje. Achter f: grafje, graafje, befje, teefje, grifje, wijfje, briefje, hofje, kuifje, turfje. Achter g: zaagje, wegje, steegje, wiegje, dingje, ringje,

[pagina 343]
[p. 343]

dogje, mugje. Achter k: dakje, staakje, plekje, beekje, strikje, dijkje, hokje, doekje, strookje, krukje, kruikje. Achter p: lampje, trapje, knaapje, klepje, streepje, knipje, pijpje, pompje, stropje, hoopje, stoepje, stuipje. Achter s en sch: dasje, blaasje, kaarsje, kansje, weesje, vleeschje, vischje, wijsje, kiesje, vosje, doosje, lusje, luisje: - Tje achter l en n, aaltje, keeltje, dweiltje, boeltje, kooltje, muiltje, schoteltje, keuteltje, schepseltje, kraantje, steentje, fonteintje, wijntje, hoentje, zoontje, kruintje. Achter r: snaartje, kamertje, ankertje, wevertje, vleijertje, wippertje, hoertje, vloertje, loopertje, kuipertje. Achter w: klaauwtje, leeuwtje, vrouwtje. Achter tweeklanken: haaitje, eitje, koetje, fooitje: Pje achter m: haampje, kraampje, zeempje, kiempje, priempje, oompje, zoompje, pruimpje.

Hierbij moet aangemerkt worden, dat vele woorden van eene lettergreep, of waarvan de laatste lettergreep slechts eenen klinker heeft, uitgaande op b, l, m, en n, en in het meervoud den laatsten medeklinker verdubbelende, als krib, kribben, bel, bellen, ham, hammen enz. verlengd worden, en tje hebben; als: slabbetje, kribbetje, tobbetje, schubbetje, - balletje, schelletje, krokodilletje, holletje, bulletje - hammetje, stammetje, schimmetje, kommetje, - kannetje, wennetje, kinnetje, zonnetje, japonnetje, bunnetje, en de vrouwlijke benamingen, op in uitgaande: boerinnetje, engelinnetje, vriendinnetje, koninginnetje, slavinnetje enz. Voor je zegt men ook jen, als: draadjen, lapjen. Dit je, jen, was, oudtijds, gen, als: schaapgen; naar den brabandschen tongval ken, als: draadken; of, in sommige woorden, om de welluidendheid, sken, gelijk: jongsken, doeksken. Men zeide ook kijn, zoo als nu nog de groninger tongval heeft doekkiin, met twee ii. Deze uitgang is in het hoogd. chen, angels. kyn, cyn, cin. Van dezen uitgang is een soortgelijke gansch verschillend, die uit het fr. ge gevormd is, als: bosschaadje, plantaadje, vrijaadje, welken ook gie, eertijds, geschreven en uitgesproken zijn. Alzulke woorden zijn vrouwjlik.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken